‘Goed idee: leer rechtenstudenten ondernemen’

Delen:

De rechtenfaculteit van de Universiteit Leiden wil rechtenstudenten ondernemersvaardigheden bijbrengen in het Centrum voor Ondernemerschap en Innovatie. Advocaten moeten zo worden voorbereid op ondernemerschap in een veranderende markt. Een goed idee? Mr. vroeg het aan Ivar Timmer (HvA), Rob Otterlo (Rob van Otterlo Consultancy) en Bert Hokken (Hokken Management & Advies).

Ivar Timmer“Een goed initiatief van Leiden,” vindt Ivar Timmer, senior lecturer legal management bij de Hogeschool van Amsterdam. “Toekomstige advocaten meer ondernemingszin bijbrengen en laten nadenken over de toekomstige mogelijkheden is mijns inziens nuttig en noodzakelijk.”
Natuurlijk heb je voor ondernemen commercieel talent nodig, vervolgt Timmer. “Dat talent is misschien niet aan te leren, maar wel aan te scherpen. Om te bedenken hoe je klanten gaat bedienen zijn ook organisatorische kennis en vaardigheden nodig, plus kennis van digitale ontwikkelingen: wat is routinewerk, wat maatwerk, hoe verdeel je dat handig over verschillende professionals, wat leent zich voor outsourcing, hoe moet dit projectmatig en digitaal worden ondersteund, etcetera. Je zult dat uiteindelijk in de praktijk echt moeten leren, maar een opleiding kan wel een basis leggen.”

Bert HokkenOok Bert Hokken (Terra Managament) ondersteunt het plan van Leiden. “De advocaat moet ondernemer zijn, om twee redenen,” meent Hokken. “Ten eerste omdat hij aan de weg moet kunnen timmeren. Ten tweede omdat hij moet kunnen sparren met zijn klant. Het samenspel tussen juridische en zakelijke mogelijkheden is een unique selling point voor de beroepsgroep. Hij moet kunnen meedenken met de strategische opties van de cliënt. Hij kan mogelijkheden en grenzen aangeven.”

Specifieke skills

Rob van OtterloRob van Otterlo (Rob van Otterlo Consultancy) is sceptischer. “Op zich een goed idee,” meent hij. “Al denk ik dat je beter een vak als organisatie van de juridische dienstverlening kunt introduceren. Het lijkt me te veel van het goede om studenten meteen in te wijden in het entrepreneurship, omdat daar heel specifieke skills voor nodig zijn. Daarvan vraag ik me af of je die aan studenten kunt bijbrengen tijdens hun academische studie. Dat moet pas later in de praktijk gebeuren.”
Van Otterlo noemt als elementen van ondernemersvaardigheden: relevante netwerken benutten en vervolgens die kennis omzetten in een deal met de klant. Hij zegt dat de advocatuur daar nog forse stappen moet zetten. “Er is te weinig aandacht voor en het is gemiddeld genomen niet goed ontwikkeld. Dat komt doordat advocaten in de studie helemaal niets krijgen over management en bovendien komen ze vrij laat in hun carrière met klanten in aanraking.” Hoe erg is dat? “Het gaat niet slecht in de advocatuur, maar er is meer uit te halen. Die ondernemersvaardigheden zullen steeds belangrijker worden, met name als de concurrentie toeneemt van andere juridische dienstverleners.”
Ivar Timmer zegt dat ondernemerschap voor advocaten en het onderwijs daarin nog in de kinderschoenen staan. Daar valt volgens hem nog veel winst te behalen. Bert Hokken meent dat de advocatuur een groeipad doorloopt dat verder ontwikkeld moet worden. “Je moet enerzijds de klant blijven adviseren en anderzijds je kantoor toekomstproof maken.” Hij kent voldoende voorbeelden van succesvolle advocaat/ondernemers. “Bierens advocaten, bijvoorbeeld, legt zich volledig toe op de incassopraktijk en heeft dat goed georganiseerd. Maar ook bureau Brandeis dat zich als litigation specialist in de markt zet, op hoog niveau. Bij de middelgrote kantoren denk ik aan Van Benthem Keulen dat zich als sparringpartner van bedrijfsjuristen presenteert. Alles wat ze doen staat in teken daarvan.” En de schrikbeelden? “Dat zijn de kantoren die geen keuzes maken, voor rechtsgebieden of voor een marktsegment. Die willen alleskunners zijn. Ik ken middelgrote kantoren waar het begrip business development nog onbekend is. Daar zal de omzet kelderen. Ze kunnen het misschien nog leren. Maar advocaten praten en denken veel, maar als het op doen aankomt, laten ze het vaak afweten.”

Watson

Wat vinden Timmer, Van Otterlo en Hokken van het sombere beeld dat Jaap Bosman schetst? Deze managementdeskundige stelde in reactie op het Leidse initiatief dat de juridische supercomputer Watson alle opgedane kennis over arresten overbodig maakt. Bosman noemde het reproduceren van recht een doodlopend pad. Wel wordt een advocaat nog ingehuurd om problemen op te lossen, om strategieën te ontwikkelen en te onderhandelen.
Van Otterlo gelooft niet dat Watson straks op de stoel van de advocaat gaat zitten. “De advocaat blijft een belangrijk relatie met de klant houden. IT-toepassingen zullen daar wel bij helpen, maar het hoogwaardige juridische werk blijft voorbehouden aan de advocaat. Ik denk dat dit werk alleen maar toeneemt.”
Bert Hokken: “Klanten gooien niet meer alles over schutting, maar gaan eerst zelf googlen.” Hij verwacht wel dat advocatenkantoren blijven. “De ontwikkeling IT gaat trager dan men denkt. Het is zeker niet zo dat advocatuur gaat verdwijnen. Misschien wel inkrimpen.”
Ivar Timmer denkt dat IT veel zal veranderen, maar hij noemt het hyperig om te zeggen dat er over tien jaar geen advocaten meer zijn. “Als je als advocaat wil innoveren, moet je je goed kunnen verplaatsen in de klant. Die wil een oplossing voor zijn probleem. Daarbij zullen handelingen worden vervangen door digitale technieken, maar dat blijft een hulpmiddel.”

Toekomstmuziek

Hij noemt het ‘complete toekomstmuziek’ dat legal tech in staat zou zijn om uit de complexe menselijke werkelijkheid zelfstandig de relevante feiten te destilleren en te interpreteren. “Daarin blijft de meerwaarde van juridisch professionals zitten. De eenvoudigere en routinematige klussen zullen steeds meer geautomatiseerd kunnen worden, maar ook daarbij blijft begeleiding door professionals noodzakelijk, want ‘a fool with a tool is still a fool’. Die professional hoeft overigens niet altijd een advocaat te zijn, maar kan ook een andere juridische professional zijn, zoals een paralegal. Door functiedifferentiatie in combinatie met technologische innovatie kunnen kantoren een concurrentievoordeel krijgen.”
Hij vervolgt: “Dat de IT-ontwikkelingen minder snel gaan dan velen denken, komt mede doordat het ontwikkelen van goede tools in de relatief kleine Nederlandse rechtspraktijk een forse investering blijft. Ik durf er wel een fles wijn op te zetten dat er over vijf jaar nog geen goed functionerende Nederlandstalige Watson is, al zie ik de eerste versie dan wel op de markt verschijnen.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven