Sinds 10-10-10 hebben we naast Europees Nederland ook een Caribisch Nederland. Dat is iets anders dan de Nederlandse Cariben, dat een verzamelnaam is voor de zes eilanden van de voormalige Nederlandse Antillen (Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, St. Eustatius en St. Maarten). Caribisch Nederland als staatkundige eenheid bestaat uit de openbare lichamen Bonaire, St. Eustatius en Saba (ook wel de BES-eilanden genoemd). Deze eilanden nemen een bijzondere positie in binnen het staatsrechtelijk bestel van ons Koninkrijk. Europese regels zijn er niet van toepassing (met uitzondering van een aantal fundamentele verdragen) en Europees Nederlandse wetten alleen als die uitdrukkelijk van toepassing zijn verklaard. Daarnaast hebben de BES-eilanden een eigen wettelijk kader. Dat bestaat deels uit landsverordeningen die voor 10-10-10 al van toepassing waren en nu (al dan niet in aangepaste vorm) als BES-wetten zijn aangemerkt en deels uit specifieke (nieuwe) wetgeving voor Caribisch Nederland.
In dit doolhof van regels vindt de advocaat in de Cariben zijn weg. Dat is niet altijd eenvoudig. Naast bovengenoemde overkoepelende wetten voor de BES-eilanden, zijn er namelijk ook verordeningen op het niveau van elk afzonderlijk openbaar lichaam . De eerste uitdaging is om deze lokale verordeningen te achterhalen. Anders dan in Nederland bestaat er geen website waarop deze regels eenvoudig te vinden zijn. In plaats daarvan wordt hier het fenomeen ’aanplakbord’ nog veelvuldig gebruikt. Het aanplakbord – de naam zegt het al – is een bord waarop lokale verordeningen worden bekendgemaakt. Zo werd op St. Eustatius ook een nieuwe verordening ‘ingevoerd’ via het aanplakbord, waarmee enorme belastingen zouden worden geheven op schepen die in de buurt voeren van St. Eustatius en – al dan niet – gebruik maakten van de lokale olieterminal.
Volgens die verordening dienden de lokale scheepsagenten die heffingen te innen en daarna af te dragen aan het openbaar lichaam. De agenten werden echter pas na de inwerkingtreding geïnformeerd over de nieuwe verordening en de af te dragen heffingen. Hierdoor waren de meeste schepen alweer vertrokken voordat de agenten de heffing hadden kunnen innen. Op dat moment werd de vraag wanneer de lokale verordening was gepubliceerd bepalend om de verplichtingen van de agenten vast te stellen. Als de publicatie immers niet (juist) had plaatsgevonden, dan was de lokale verordening niet van kracht en hoefden de heffingen niet te worden geïnd.
Een typische zaak voor onze flying lawyers uit Bonaire. Zij zijn dagelijks bezig met dit soort vragen binnen het rechtsstelsel van de BES. Aldus werden ze ook in dit geval ingeschakeld om de agenten te ondersteunen. Dat betekende een vliegtocht van Bonaire naar Curaçao (met een Fokker 50) en vervolgens naar St. Maarten (met een MD-11) om van daaruit door te vliegen naar St. Eustatius (met een zogenaamde ‘Twin Otter’). Dat past net binnen een dag.
De zitting vond plaats in het schilderachtige bestuurskantoor van St. Eustatius, dat een keer per week dienst doet als rechtszaal. Voor de noodzakelijke koelte worden de ramen geopend (een airco is niet aanwezig) en het is dan ook goed oppassen dat de stapels papier niet wegwaaien. Tijdens de zitting werd aangevoerd dat bekendmaking van een verordening op het aanplakbord niet kan worden beschouwd als een manier van bekendmaken die de toets van de Wet Openbare Lichamen BES (die in veel opzichten lijkt op de Gemeentewet in Europees Nederland) kan doorstaan. Na enkele weken deed de rechter uitspraak: de publicatie van de verordening op het aanplakbord was inderdaad niet in overeenstemming met de wet. De desbetreffende lokale verordening miste dan ook rechtskracht en de agenten konden opgelucht ademhalen. En zo kwam er ook meteen een einde aan het gebruik van het aanplakbord…
Tom is een ervaren en gespecialiseerde vastgoed- en procesadvocaat en leidt de vestiging van VanEps Kunneman VanDoorne te Bonaire.