‘Hoge Raad handelde onzorgvuldig in aanbesteding’

Delen:

Hoge-Raad-aanbestedingLegal Intelligence vindt dat de Hoge Raad in een aanbestedingsprocedure voor een contentintegratiesysteem onzorgvuldig heeft gehandeld. Rechtsorde.nl, een directe concurrent van Legal Intelligence en de partij die het contract voor drie jaar in de wacht sleepte, spreekt in een persbericht weliswaar van een ‘grondig evaluatieproces’ dat aan de keuze vooraf ging, maar Legal Intelligence – de verliezende partij – bestrijdt dit. De Hoge Raad wijst de aantijgingen van Legal Intelligence van de hand. Rechtsorde noemt de beschuldiging van Legal Intelligence ‘kinderachtig’.

Volgens Legal Intelligence is er slechts één keer een demonstratie geweest van hun systeem bij de Hoge Raad en is vervolgens binnen twee weken een besluit genomen. Evert de Pender, directeur van Legal Intelligence, spreekt van een ‘flauwekulprocedure’: “Van ons hoogste rechtscollege zou je verwachten dat ze dit serieus aanpakken. De Hoge Raad heeft een voorbeeldfunctie, in allerlei opzichten. Je zou dus denken dat de Hoge Raad zich daarvan bewust is en daarom extra zorgvuldig te werk gaat door een serieuze vergelijking tussen de beschikbare systemen te maken. Het is een schande hoe dit traject is doorlopen en dat een dergelijk persbericht is verzonden. Juist vanwege de vooraanstaande positie van de Hoge Raad is dit een negatief signaal naar de markt voor ons systeem en dus zeer schadelijk voor ons.”

Te grote openhartigheid

De Pender heeft inmiddels een aantal malen contact gehad met de Hoge Raad in de persoon van de directeur bedrijfsvoering Ädwin Rotscheid. Volgens De Pender beaamde Rotscheid in een onderling telefoongesprek dat de procedure niet als een ‘grondig evaluatieproces’ kon worden aangemerkt. In een e-mail van Rotscheid aan De Pender van gisteren bestrijdt Rotscheid dat hij deze bewoordingen tegenover De Pender heeft gebruikt. Volgens De Pender heeft Rotscheid blijkbaar last van te grote openhartigheid. Tegenover Mr. zegt Rotscheid: “Ik begrijp de teleurstelling van Legal Intelligence. In mijn ogen is echter de procedure juist verlopen en hebben wij een zorgvuldige afweging gemaakt. Deze partijen hebben gelijke kansen gekregen.”

Met een contentintegratiesysteem kunnen websites en alle bronnen waarop de klant een abonnement heeft, gelijktijdig worden doorzocht. Dat bespaart de nodige tijd, omdat de verschillende databanken op deze manier niet meer separaat hoeven te worden geraadpleegd. Daarnaast doorzoekt het ook eigen knowhow van de betreffende organisatie.
Rechtsorde en Legal Intelligence zijn marktleiders op dit gebied. De Pender: “Kantoren doen er meestal weken, maanden en in enkel geval soms jaren over om te beslissen welk systeem zij gaan gebruiken. De Hoge Raad kan kennelijk in slechts twee weken die knoop doorhakken. Maar dat kan gewoon niet. Er is geen enkel onderzoek naar ons bedrijf of product gedaan. Evenmin is er navraag gedaan bij onze klanten. We hebben alleen een presentatie mogen houden voor een soort commissie – bestaande uit raadsheren, A-G’s en medewerkers van het wetenschappelijk bureau – en dat was dan dat. De commissieleden hebben het niet eens zelf getest! Ook niet na aandringen van hun directeur bedrijfsvoering.”

‘Niet gelukkig’

Rotscheid zou in een onderhoud met Legal Intelligence gezegd hebben ‘ook niet gelukkig te zijn met de gang van zaken’. Volgens De Pender heeft Rotscheid er bij de interne commissie tevergeefs op aangedrongen toch een test uit te voeren. De commissie zou zich bij haar beslissing hebben gebaseerd op onder meer een positief rapport van de Belastingdienst over Rechtsorde. Een tweede reden voor de keuze voor Rechtsorde zou zijn dat één bepaalde raadsheer positieve ervaringen had met Rechtsorde. Hij of zij zou bekend zijn geraakt met het systeem bij zijn/haar voormalige werkgever waar Rechtsorde al werd gebruikt.

Buitengewoon bizar

De Pender vindt het buitengewoon bizar dat een instantie als de Hoge Raad zich baseert op de ervaringen van één raadsheer: “Als een inhoudelijke vergelijking niet nodig was, hadden ze ons ook niet hoeven uitnodigen. Ik ben geërgerd door de oppervlakkige handelswijze en heb het gevoel dat wij er voor spek en bonen zijn bijgehaald. Alleen maar omdat de Hoge Raad als overheidsinstantie meerdere partijen gesproken móet hebben.”

Namens de Hoge Raad legt directeur bedrijfsvoering Rotscheid uit dat op basis van de demonstraties van beide partijen en eerdere ervaringen met deze systemen van raadsheren, A-G’s en medewerkers de voorkeur is gegeven aan Rechtsorde.nl: “Daarbij heeft vooral de gebruikersvriendelijkheid gerelateerd aan onze werkwijze de doorslag gegeven”, zegt Rotscheid. Er is volgens hem wel overwogen om met verschillende gebruikersgroepen de twee systemen naast elkaar te gebruiken maar daar is uiteindelijk welbewust niet voor gekozen. “We willen dit systeem zo snel mogelijk breed in de organisatie inzetten en zijn van mening dat we op basis van presentaties en ervaringen een voldoende beeld hebben van beide producten. We hebben een contentintegratiesysteem hard nodig voor de werkzaamheden hier. In beginsel gebruiken we dit systeem voor een periode van drie jaar en in het licht van die relatief korte periode voerde het te ver om uitgebreid twee producten te testen. We zetten dit systeem in in de verwachting dat binnen drie jaar Porta Iuris volledig in dezelfde functionaliteit voorziet.”

Kinderachtig

Joris van Oudenhoven, salesmanager bij Rechtsorde, noemt de reactie van Legal Intelligence ‘kinderachtig’. “Net een klein kind dat niet tegen zijn verlies kan. Het getuigt niet echt van zakelijke volwassenheid en fatsoen om op deze manier het besluitvormingsproces van een orgaan als de Hoge Raad in twijfel te trekken en in diskrediet te brengen. Ik zou zo nooit gereageerd hebben. De ene keer win je, de andere keer verlies je. Ik kan meerdere gevallen noemen waar na lang onderzoek naar beide producten voor Legal Intelligence is gekozen puur op basis van subjectieve criteria. In al deze gevallen hebben wij ons erbij neer gelegd.” Van Oudenhoven stelt dat in dit geval de Hoge Raad wél grondig onderzoek heeft gedaan naar zijn product en bedrijf en ook naar dat van andere aanbieders. “We hebben een presentatie mogen geven bij het Kij-overleg (bibliothecarissen van Justitie) en vervolgens één demo aan de commissie kennismanagement/bibliotheekcommissie van de Hoge Raad. Ook is er navraag gedaan bij onze klanten, waaronder een zestal universiteiten. Zij zijn uitermate tevreden.”

Volgens Van Oudenhoven is het onwaarschijnlijk dat de Hoge Raad zich baseert op de mening van slechts één raadsheer. “Er zijn trouwens veel meer raadsheren die ons systeem kennen, omdat sommigen van hen ook hoogleraar zijn bij universiteiten die al een abonnement op Rechtsorde.nl hebben. En er zijn genoeg andere medewerkers bij de Hoge Raad die van een advocatenkantoor komen waar Legal Intelligence of Rechtsorde draait. Legal Intelligence doet het overkomen alsof hun product niet bekend is bij de Hoge Raad, maar binnen deze wereld weet iedereen welke spelers er op de markt zijn en welke producten zij bieden. De Hoge Raad kent het systeem van Legal Intelligence tot in detail.”

Voorstel

De Pender heeft inmiddels de Hoge Raad een brief gestuurd waarin hij zijn verbazing over de gang van zaken kenbaar maakt en een voorstel doet. “Omdat de Hoge Raad niet de gelegenheid heeft aangegrepen om het product zelf te gebruiken en grondig te testen, bieden wij kosteloos gebruik van ons systeem aan voor de volle drie jaren van de contractstermijn met Rechtsorde.” De Hoge Raad heeft nog niet op de brief gereageerd.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven