Iets minder voortvluchtige veroordeelden

Delen:

Beeld: Pixabay

Het aantal veroordeelden dat nog een gevangenisstraf moet uitzitten is in het afgelopen jaar iets gedaald. Dat staat in een brief die minister Dekker (Rechtsbescherming) gisteren aan de Tweede Kamer heeft aangeboden. Zo’n tien procent van de veroordeelden weet zich aan de tenuitvoerlegging van de straf te onttrekken. Geldboetes worden iets sneller geïnd dan in voorgaande jaren.

Volgens Dekker is de afname van voortvluchtige veroordeelden onder meer te danken aan de inspanningen van het team waarin politie, OM, CJIB en Justid samenwerken in het programma Onvindbare Veroordeelden. Wel vindt de minister dat het aantal niet- of te laat uitgevoerde straffen nog steeds omlaag kan en moet. “Het is voor de geloofwaardigheid van onze rechtsstaat van groot belang dat straffen ook echt worden uitgezeten. Anders verliezen ze aan betekenis: voor de daders, voor de slachtoffers en voor de samenleving als geheel.”

Het Programma Onvindbare Veroordeelden is vorig jaar door Dekker geïntroduceerd. Hierin kondigde hij verschillende maatregelen aan om het aantal voortvluchtige veroordeelden terug te brengen. Naast de kleine daling in de voorraad van onvindbare veroordeelden heeft dit programma een beter beeld opgeleverd van de veroordeelden die nog moeten worden opgespoord. Het blijkt in een groot deel van de gevallen te gaan om mensen die zich in het buitenland verschuilen. Veroordeelden met een openstaande straf langer dan 120 dagen worden op de internationale opsporingslijst geplaatst, binnen de EU wordt daarnaast een Europees Aanhoudingsbevel uitgevaardigd. Voor veroordeelden met een kortere straf dan 120 dagen onderzoekt minister Dekker de mogelijkheden om bilaterale afspraken te maken om te kunnen overgaan tot opsporing en aanhouding.

In de periode tussen 2014 en 2017 zijn ongeveer 20.000 vrijheidsstraffen per jaar opgelegd. Bij 10 procent van de sancties is na twee jaar de tenuitvoerlegging nog niet gestart. Die ‘voorraad’’ bestaat uit ongeveer 11.000 op te sporen personen.

Veiligheidsagenda

De opsporing van voortvluchtige veroordeelden is een van de prioriteiten in de landelijke beleidsdoelstellingen voor de taakuitvoering van de politie. In deze ‘Veiligheidsagenda 2019-2022’ is de ambitie vastgelegd om vóór medio 2020 tenminste 40 procent van de naar verwachting kansrijke zaken (zo’n 1300 personen) op te sporen.

Een nieuw systeem van de politie, Executie & Signalering genaamd, zal het terugdringen van de voorraad van onvindbare veroordeelden in Nederland ten goede komen. Met dit systeem, wat ook als app is geïnstalleerd op de smartphone van agenten, heeft de politie sinds 1 oktober een beter overzicht van alle zaken rondom een persoon. Daarin wordt ook de openstaande gevangenisstraf of boete opgenomen. Daardoor heeft elke politiemedewerker via de telefoon toegang tot persoonsgerichte informatie over openstaande straffen, wat de opsporing van veroordeelden sterk bevordert.

Geldboete

Geldboetes worden iets sneller geïnd, meldt de minister. Van de in 2016 opgelegde boetes is de inning in 49 procent van de gevallen binnen twaalf maanden gestart. In 2017 bedraagt dit percentage 52, net onder de afgesproken norm van 55 procent. De daadwerkelijke tenuitvoerlegging is gestegen van 71 procent naar 72 procent binnen 36 maanden. De startsnelheid van schadevergoedingsmaatregelen is ten opzichte van vorig jaar iets toegenomen, van 75 procent naar 77 procent. In 95 procent van de schadevergoedingsmaatregelen is na 36 maanden gestart met de betaling of is deze afgerond.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven