Dat schuurt met de kernwaarde van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, vinden de hoogleraren Philip Langbroek (Universiteit Utrecht), Wim Voermans (Universiteit Leiden) en Bas de Gaay Fortman (Universiteit Utrecht). Het bestuur van de rechtbank Amsterdam en De Ridder zelf achten de functie wel verenigbaar met het rechterschap.
De Ridder wordt voor een aantal jaren door de Rechtspraak gedetacheerd. Als directeur Strafrechtketen werkt hij nauw samen met alle ketenpartners binnen het strafrecht, zoals het Openbaar Ministerie, de politie, de reclassering, de Rechtspraak, het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI).
Loyaliteitsconflict


In het artikel op Mr. Online zegt Langbroek over de dubbelfunctie: “Het is principieel fout, hou het zuiver.” Voermans meent: “Het OM is de eisende partij in de rechtbank. Daar wil je als rechter liever niet zo dicht bij betrokken zijn, want dan kun je in een loyaliteitsconflict terechtkomen.” Volgens De Gaay Fortman wordt op deze manier “een cocktail van verantwoordelijkheden gecreëerd die evident gescheiden moeten worden.”
SP-Tweede Kamerlid Van Nispen vraagt aan de minister: “Vindt u de rollen van directeur Strafrechtketen bij uw ministerie en die van politierechter verenigbaar met het oog op de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht?” Het Kamerlid wil ook weten hoe deze aanstelling zich verhoudt tot de onpartijdigheid van en het voorkomen van belangenverstrengeling bij rechters.
Secretaris-generaal
Hij vraagt ook waarom de regering van mening is dat rechters geen lid kunnen zijn van de Staten-Generaal of het Europees Parlement, zoals ook de GRECO van de Raad van Europa heeft aanbevolen, maar wel kunnen werken onder leiding van de minister van Justitie en diens directeur-generaal en secretaris-generaal.
Tot slot wil Van Nispen weten of de minister bereid is om de nevenfuncties van rechters verder aan banden te leggen, bijvoorbeeld als het gaat om de nevenfuncties van ambtenaar van de uitvoerende macht of advocaat.