‘Kantonrechters zijn geen prutsers’

Delen:

Kantonrechters ontkennen dat zij regelmatig de fout in gaan. Volgens een vorige week verschenen onderzoek van Hendrik Gommer, universitair docent constitutioneel recht aan de Open Universiteit, zouden kantonrechters geregeld dubieuze beslissingen nemen, onder meer omdat ze soms vooringenomen zouden zijn. Dit is bij de kantonrechters totaal in het verkeerde keelgat geschoten. “Je kunt niet zomaar rondbazuinen dat we er een potje van maken op grond van dit kleinschalige onderzoek.”

“Dit onderzoek trekt veel te scherpe conclusies die niet worden onderbouwd en zomaar worden rondgebazuind. Dat doet de rechtspraak geen goed”, aldus Piet Wiegman, kantonrechter bij de rechtbank Oost-Nederland en voorzitter van de Kring van Kantonrechters. Hij doelt op onderzoek van Hendrik Gommer naar de wijze waarop kantonrechters beslissen. In het laatst verschenen Nederlands Juristenblad schrijft Gommer over zijn bevindingen en ook in verschillende kranten en in RTL Boulevard was veel aandacht voor zijn onderzoek.

Gommer liet vier strafrecht-masterstudenten van de Universiteit van Tilburg 150 kantonrechtszaken van twaalf verschillende rechters bezoeken bij de rechtbanken Breda, Den Bosch, Arnhem en Maastricht. Gommer komt tot de conclusie dat er grote verschillen in optreden, aannames en argumentatie tussen rechters bestaan. Er zouden grote verschillen in kwaliteit van oordelen zijn en regelmatig zouden twijfelachtige beslissingen worden genomen. Kantonrechters lijken dan vooringenomen ten aanzien van schuld van verdachten of laten zich dan te zeer leiden door het betoog van de officier van justitie. “Sommigen deden het perfect volgens de regels, anderen vlogen werkelijk aan alle kanten uit de bocht”, aldus Gommer. Hij erkent dat het gaat om een relatief kleine steekproef en dat om vast te kunnen stellen hoe het precies gesteld is met de kwaliteit van oordelen een groter onderzoek nodig is. “Al vermoed ik dat het probleem wat wij nu hebben gezien voor de hele rechtspraak geldt.”

Ondanks de pittige conclusies zegt Gommer tegen zijn verwachting in in positieve zin te zijn verrast door de resultaten. “Het blijkt gelukkig vaak beter te gaan dan ik had verwacht. Toch valt er nog heel wat te verbeteren. In Popperiaanse termen gezegd: we hadden 150 witte zwanen willen zien, maar zagen zeven zwarte. Die moeten we zien kwijt te raken.”

Opvallend is de constatering dat kantonrechters soms vooringenomen (lijken te) zijn. Gommer: “Eén rechter zei bijvoorbeeld: als u een blanke pit was zonder strafblad zou ik u geloven, maar nu natuurlijk niet. Dat kun je op straat wel zeggen, maar niet als rechter. Natuurlijk mag een strafblad meetellen in de zwaarte van de straf, maar niet in de overweging of iemand wel of niet iets heeft gedaan. Daarbij worden uitspraken van kantonrechters zelden schriftelijk gemotiveerd waardoor controle haast onmogelijk is. Ze hebben dus veel vrijheid en in sommige gevallen gaat dat ten koste van een eerlijk proces. Bovendien moeten ze heel snel beslissen, soms in vijf minuten, dat komt de kwaliteit niet ten goede. Er bestaat daardoor een groot risico dat de rechter in een tunnelvisie terechtkomt.”

Rondbazuinen

Kantonrechter Piet Wiegman is onaangenaam verrast door de consternatie die dit veroorzaakt en niet onder de indruk van de conclusies. “Die zijn veel te scherp en worden niet worden onderbouwd. Ik herken me er ook totaal niet in. Ik denk dat hij meer kritiek heeft op dat het soms heel snel gaat dan dat er werkelijk strafrechtelijk iets mis is. En als dat alles is, kunnen we volstaan met een goede intervisie en is een groter onderzoek echt niet nodig.”

Sjef de Laat, kantonrechter bij de rechtbank Midden-Nederland, vreest dat de onderzoeker een aantal zaken door elkaar haalt. “Die opmerking over de blanke pit is op zich helemaal niet verkeerd als de rechter dat zei in zijn oordeel en niet toen hij aan het onderzoeken was. Ik betwijfel of Gommer daar duidelijk onderscheid in heeft gemaakt. Hij beschrijft de wijze waarop bij de kantonrechter wordt geprocedeerd als allemaal ‘viezigheid’. Maar op basis van dit onderzoekje kun je niet beweren dat wij er een potje van maken. Hij denkt dat kantonrechters prutsers zijn, maar daar maak ik echt bezwaar tegen. Mogelijk heeft hij zich iets te veel laten meeslepen door het verhaal van zijn dochter. Misschien was hij daardoor zelf vooringenomen.”

Aanleiding voor het onderzoek was namelijk een ervaring die Gommer zelf had. Zijn dochter (16 jaar) moest voor de rechter komen omdat zij zou hebben gereisd met een ongeldig vervoersbewijs. Gommer trad in die zaak op als gemachtigde. “De boete was door het vervoersbedrijf kwijtgescholden, maar toch ontving mijn dochter een dagvaarding. En tot mijn stomme verbazing kwam de rechter tot een veroordeling. Alle bezwaren van onze kant legde de rechter naast zich neer. Ik was compleet verbijsterd. Er zijn geen woorden voor wat ik hier allemaal meemaakte. Ik dacht: als dit de gang van zaken is, is Nederland een soort bananenrepubliek.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven