Kosten KEI verdriedubbeld, maar “stoppen is geen optie”

Delen:

hamer 2015Niet 60 miljoen, maar 200 miljoen euro kost het programma Kwaliteit en Innovatie (KEI), dat de digitalisering en modernisering van de rechtspraak tot doel heeft. Een groot ICT-fiasco, schreven diverse media nadat minister Van der Steur afgelopen week de business case presenteerde waaruit deze cijfers bleken. Volgens de Raad voor de rechtspraak valt dit allemaal wel mee, en van stoppen is al helemaal geen sprake. Voorzitter Frits Bakker: “We gaan onverminderd door. Op papier blijven werken en blijven faxen is geen serieuze optie.”

KEI is een programma waaraan het ministerie van Veiligheid & Justitie en de Raad voor de Rechtspraak (Raad) samen werken. Het programma zal lopen tot 2020. Daarna moet de rechtspraak gedigitaliseerd en gemoderniseerd zijn. De business case is het instrument waarmee de kosten en baten van KEI inzichtelijk worden gemaakt. Deze business case wordt periodiek herijkt. Meer informatie over KEI vindt u hier.

De aanvankelijke kostenraming van het programma van eenmalig 60 miljoen euro stamt uit juni 2013. Hoe kan die raming nu, twee jaar later, ineens ruim drie keer zo hoog uitkomen? Een woordvoerster van het ministerie van Veiligheid en Justitie legt uit dat dit pas de eerste keer is dat de Raad echt alle kosten en baten op een rijtje heeft kunnen zetten. Daarnaast is het programma flink uitgebreid, en valt nu niet alleen de digitalisering van de civiele en bestuursrechtspraak, maar ook van het strafrecht en toezicht onder KEI. “De kosten voor de sectoren strafrecht en toezicht waren al wel begroot, maar vielen nog niet onder de scope van het KEI-programma. Daarnaast worden nu bijvoorbeeld ook de kosten voor training en opleiding van rechters en ondersteunend personeel en de inrichting van digitale zittingzalen meegenomen”, aldus de woordvoerster. Blijkens de business case vallen nu ook de reeds begrote kosten voor de eKantonrechter onder KEI, en is er nu pas een goed inzicht in de benodigde IT-investeringen, sinds is besloten om de ontwikkeling in eigen beheer uit te voeren. Bakker benadrukt nog dat KEI inmiddels veel meer is dan alleen de invoering van digitaal procederen. “Rechters gaan ook actiever sturen op termijnen en de inhoudelijke behandeling start zo snel mogelijk.”

Even belangrijk is de vraag wie de rekening van deze substantiële kostenstijging gaat betalen. Volgens Bakker is een deel van de kosten al in de begrotingen van de Rechtspraak opgenomen. Dat neemt niet weg dat er nog wel wat gaten te dichten zijn. “Met name in de jaren 2015 en 2016 moeten nog een aantal miljoenen extra geïnvesteerd worden. Daarover is de Raad in gesprek met de minister van Veiligheid en Justitie.” De woordvoerster van het ministerie geeft aan dat de Raad in ieder geval de extra kosten voor 2015 voor eigen rekening zal (dienen te) nemen: “Als het gaat om dit jaar – 2015 – is er geen probleem: de Raad kan putten uit de reserves.” Of de Raad dit ook in 2016 kan hangt volgens de woordvoerster onder andere af van de instroom van zaken. “Het volume van zaken wordt jaarlijks geschat, maar de werkelijkheid wijkt altijd af van de raming. Daarom beschikt de Rechtspraak over reserves. Als de Rechtspraak minder zaken hoeft af te doen dan geraamd, dan kan deze “meevaller” worden opgespaard.” Dit bedrag kan dan worden gebruikt voor KEI.

KEI is niet alleen maar een kostenpost: blijkens de business case zal KEI vanaf 2020 de rechtspraak jaarlijks 266 miljoen euro aan maatschappelijke baten moeten opleveren. Dat is 50 miljoen euro meer dan geraamd in 2013. Deze kostenbesparing is blijkens de business case een bijkomend voordeel van KEI. Het voornaamste doel van KEI is “het bieden van een betere dienstverlening aan de samenleving door snelle, eenvoudige en digitale procedures”. Bakker meent dat doorzetten van KEI ondanks de oplopende kosten noodzaak is. “Op papier blijven werken en blijven faxen is geen serieuze optie.” En uiteindelijk is digitaliseren onvermijdelijk. “Indien we nu een pauze inlassen en daarna weer de draad oppakken, dan moeten we opnieuw beginnen met ontwikkelen.”

Of de doelstellingen van KEI – kostenbesparing en snellere, eenvoudigere procedures – behaald zullen worden, wordt niet door iedereen voetstoots aangenomen. Zo sprak de Raad van State zich eerder al kritisch uit over de koppeling tussen de digitalisering en de vereenvoudiging van procedures, nu het welslagen van de automatisering “nog allerminst zeker” is. Ook de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) zet haar vraagtekens bij de kosten van het project en de uiteindelijke besparingen. Tijdens de consultatiefase van het wetsvoorstel wees de NOvA erop dat het bijvoorbeeld nog maar de vraag is of de digitalisering een tijdsbesparing voor rechters zal opleveren.

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven