In een groot roodbakstenen gebouw, op loopafstand van NS-station Mariahoeve in Den Haag, zetelt op de tweede etage De Geschillencommissie, of beter gezegd: 85 geschillencommissies. Twee daarvan houden zich bezig met de advocatuur. De Geschillencommissie Advocatuur behandelt geschillen tussen particuliere cliënten en advocaten en de Geschillencommissie Advocatuur Zakelijk behandelt geschillen tussen bedrijven en advocaten. Beide commissies hebben globaal dezelfde werkwijze. In het vervolg van dit artikel gebruiken we de formulering de Geschillencommissies Advocatuur, tenzij anders aangegeven.
De meeste klachten gaan vaak over de totstandkoming en de uitvoering van de overeenkomst van opdracht, de kwaliteit van de dienstverlening en vooral over de hoogte van de declaratie, zegt Dick Frijlink, die de Geschillencommissies Advocatuur ondersteunt. “Het is een brede waaier aan zaken, er komt van alles voorbij.”
Pilot rechtsbescherming
Op een grauwe woensdagmorgen staat een declaratiegeschil op de rol. De klaagster heeft een advocate ingeschakeld in verband met een kwestie over het gezag over haar zoon. De cliënte verwijt haar advocaat dat deze haar niet heeft geïnformeerd over een pilot rechtsbescherming van de Raad voor Rechtsbijstand waar de cliënt gebruik van had willen maken. “Ze had me op het bestaan van dit pilot moeten wijzen.”
In plaats daarvan stuurde de advocate een rekening van 5050 euro. De klaagster raakt soms geëmotioneerd. “Als de advocaat me een betere uitleg had gegeven, had ik een beter gevoel over deze zaak gehad,” zegt de cliënte. “Het doet nogal wat met je als je tot twee keer toe een gezagsbeëindiging krijgt.”
De advocate ziet dat heel anders. Ze zegt dat de overeenkomst van opdracht is afgesloten voordat de pilot rechtsbescherming van kracht werd. En bovendien zou de zaak sowieso niet onder de pilot vallen, beargumenteert de advocate, omdat de pilot alleen van toepassing is op gerechtelijke procedures, en die heeft de advocate niet gevoerd voor haar cliënte. “Dit is een verdrietige zaak, met alleen verliezers omdat mijn cliënte het idee houdt dat ik het bedrag ten onrechte heb gedeclareerd,” meent de advocate.” Ze ziet dat anders dan ik, en ik ben bang dat ze het niet begrijpt.”
Schikking
De advocate heeft de klaagster een schikking aangeboden van duizend euro, maar daar is de cliënte niet op in gegaan. Tijdens de zitting doet de advocate haar aanbod gestand, met de voorwaarde dat de cliënte erkent dat haar klacht onterecht was. Maar daar gaat de klaagster niet in mee: ze overweegt zelfs om een procedure bij de tuchtrechter aan te spannen. Omdat beide partijen de hakken in het zand zetten, zit een schikking er niet in. De klaagster eiste 5050 euro van de advocate. De geschillencommissie doet binnen vier tot zes weken na de zitting uitspraak.
Het komt uiteraard voor dat de uitkomst tegenvalt voor de klager. “Daarbij speelt een rol dat de particulier niet altijd snapt hoe het juridisch bedrijf werkt: wat je mag verwachten van een advocaat,” verklaart Dick Frijlink. “Soms ontraadt een advocaat de strategie van de cliënt. Bijvoorbeeld als iemand per se wil doorprocederen, tegen het advies van de advocaat in.”
De Geschillencommissies Advocatuur behandelen meer consumentenzaken dan zakelijke geschillen. Consumenten kloppen ongeveer honderd keer per jaar aan: in 2024 waren het 95 zaken, in 2023 waren dat er 111. Bij de Geschillencommissie Advocatuur Zakelijk waren dat respectievelijk 27 en 19 zaken. Niet in elke zaak komt het tot een uitspraak. Partijen komen er soms onderling uit, zetten hun zaak niet door of betalen geen klachtengeld. In 2024 zijn er 28 consumentenzaken voortijdig gestopt.
Onmogelijk of onethisch
De advocaat heeft een inspanningsverplichting en mag stoppen met de zaak als de cliënt iets vraagt dat onmogelijk of onethisch is.” Soms houdt de cliënt het voor gezien omdat hij geen

vertrouwen meer in de advocaat heeft,” legt Frijlink uit. “Dan wordt de zaak overgedragen aan een andere advocaat. De eerste advocaat wil wel zijn uren betaald zien. Als de cliënt niet betaalt, kan de zaak ook bij de commissie komen. Die kijkt wat er van te voren op schrift is gesteld en wat er is gezegd, al is dat laatste vaak moeilijk vast te stellen. Het is dan het woord van de één tegen dat van de ander.” De commissies kunnen ofwel een bindend advies geven of arbitrage toepassen. Een arbitraal vonnis is makkelijker ten uitvoer laten te leggen.
“Als er sprake is van een openstaande declaratie, dan is de afspraak dat het bedrag bij ons in depot wordt gestort,” vult directeur-bestuurder Jacqueline Berkelaar aan. “Dat is de zekerheidsstelling voor de advocaat, indien hij in het gelijk wordt gesteld. Dan hoeft de advocaat geen invorderings- en executiemaatregel te nemen.”
De Geschillencommissie heeft als lijfspreuk: ‘Voelbaar rechtvaardig voor iedereen’. “De procedure is laagdrempelig en goedkoop,” verklaart Berkelaar. “Voorafgaand aan de mondelinge behandeling dien je een simpel formuliertje in, en je legt de overeenkomst over. Daarna volgt het weerwoord van de advocaat en dan is de zitting.” Juridische kennis is niet vereist. Als mensen iets niet begrijpen, dan kunnen ze bellen. Op de zitting geeft de voorzitter bovendien een toelichting in begrijpelijk Nederlands, en de commissieleden zitten niet in toga. Om te voorkomen dat mensen ‘flutzaken’ indienen, moet de klager klachtengeld betalen, maximaal 102,50 euro per zaak in consumentenzaken. Bij zakelijke geschillen betalen cliënten maximaal 425 euro plus BTW. De cliënt krijgt dat klachtengeld terug als hij in het gelijk wordt gesteld.
Sloop- en graafbedrijf
Partijen zijn niet verplicht om te komen. “Kom je niet, dan kun je je standpunt niet toelichten of reageren op het standpunt van de andere partij. Dat is een procesrisico,” zegt Berkelaar. De commissies, die binnen vier tot zes maanden na de start van de procedure tot een uitspraak komen, bestaan uit drie personen: de voorzitter en twee leden. Eén lid is zelf advocaat één kijkt vanuit het perspectief van de klagers. Die laatste wordt voorgedragen door respectievelijk Consumentenbond (in de Geschillencommissie Advocatuur) en VNO-NCW (in de Geschillencommissie Advocatuur Zakelijk).
Het laagdrempelige karakter blijkt tijdens een zitting van de Geschillencommissie Advocatuur Zakelijk. In deze zaak vraagt een vertegenwoordigster van het klagende bedrijf of ze een papieren documentje mag uitdelen aan de commissieleden. “Natuurlijk,” antwoordt de voorzitter. “En we zullen u en de advocaat waarschijnlijk ook vragen stellen ter verduidelijking.”
De vrouw spreekt namens een sloop- en graafbedrijf uit Noord-Holland. De ondernemer klaagt over een advocaat die heeft nagelaten hoger beroep in te stellen van een vonnis van de rechtbank. Die had de ondernemer veroordeeld tot een schadevergoeding van 20.000 euro voor niet-geslaagde herinrichting van een tuin. De ondernemer had de overtuiging dat hij in hoger beroep slechts 10.000 euro schadevergoeding zou hoeven te betalen, en raadpleegde een juridisch dienstverlener. Die adviseerde hem dringend hoger beroep in te stellen en verwees hem door naar de advocaat. Terwijl de ondernemer wachtte op actie van de advocaat, liet deze de termijn voor hoger beroep verlopen.
Na geklungel met de videoverbinding tijdens de zitting (de advocaat bevond zich eerst in de advocatenkamer van de rechtbank Leeuwarden, waar alle aanwezigen konden meeluisteren), verdedigde de advocaat zich door te zeggen dat hij geen overeenkomst van opdracht had met de ondernemer, en evenmin een opdrachtbevestiging, en dat hij dus ook niet kon worden verweten nalatig te zijn geweest. “Maar,” wilde één van de commissieleden weten, “U heeft aan de tegenpartij wel per e-mail laten weten dat u een dagvaarding voor hoger beroep zou instellen. Is dat niet in strijd met wat u hier zegt?”
Paniek wegnemen

De advocaat bracht daar tegenin dat hij de gewraakte mail alleen had gestuurd om paniek weg te nemen bij de sloop- en graafondernemer. Bovendien, vond de advocaat, zou hoger beroep gezien
de verschenen expertiserapporten sowieso zinloos zijn. Misschien, opperde de advocaat, is het een idee dat de klager een civiele rechtszaak tegen hem begint. Dan kan de rechter kijken of hij in gebreke is gebleven of niet. Ook hier doet de geschillencommissie binnen vier tot zes weken na de zitting uitspraak.
Uit de reactie van de advocate in de bovengenoemde familierechtzaak eerder op de ochtend blijkt dat een zaak bij de commissies Advocatuur ingrijpend kan zijn voor advocaten. “Die hebben wel proceservaring bij de rechtbank of het hof, maar bij de commissies ligt dat anders,” zegt Berkelaar.
Op de site van de Geschillencommissie Advocatuur betoogt commissielid en advocaat Iskander Haverkate (Hemwood advocaten) dat de zaken bij de commissies leerzaam kunnen zijn voor advocaten. “Ik denk dat deze manier van geschilbeslechting kan bijdragen aan de kwaliteit van de advocatuur,” zegt hij. “Regelmatig vraag ik me tijdens een zitting af hoe wij iets op ons kantoor hebben geregeld. Of het wellicht anders of beter kan.”
Lering trekken
Of advocaten lering trekken, vindt Dick Frijlink moeilijk te zeggen. “We gaan niet na of advocaten hun praktijkvoering hebben aangepast.” Berkelaar: “Hier geldt: ‘Dit is de uitspraak en daar moet u het mee doen’. Als een advocaat niet nakomt (bijvoorbeeld als er een bedrag gestort moet worden), kan de cliënt bij ons aankloppen en dan geldt er een nakomingsgarantie. Wij kunnen zorgen dan dat de uitspraak wordt nagekomen. Maar daarop wordt nooit een beroep gedaan, want de advocaat heeft bij ons contractueel getekend voor nakoming.”
Klagen kan alleen als de advocaat in kwestie is aangesloten. Dat zijn slechts 1500 advocaten. Waarom zo weinig? “Misschien maakt onbekend onbemind,” veronderstelt Berkelaar. “Als advocaat sta je ergens voor. Met de aansluiting bij de Geschillencommissie Advocatuur laat je zien dat je vertrouwen hebt in je eigen kwaliteit, en dat je in geval van een conflict bereid bent om het op te lossen. En lukt dat niet, dan is daar een onafhankelijk instituut voor.” In 2024 is in 38 van de 95 zaken bij de Geschillencommissie Advocatuur uitspraak gedaan. Vijftien keer is cliënt geheel of gedeeltelijk in het gelijk gesteld.
Een advocaat die voor de commissies verschijnt, kan ook met de tuchtrechter te maken krijgen. “De procedures kunnen naast elkaar lopen als de advocaat de gedragsregels heeft geschonden,” zegt Berkelaar. “Het is maar waar je op uit bent als client. Als je wilt dat die advocaat nooit meer zijn werk kan doen, dan moet je naar de Raad van Discipline gaan. Daar kunnen de geschillencommissies niks mee.”
De Geschillencommissies Advocatuur hebben zittingen in Den Haag, Utrecht, Eindhoven en Zwolle.