‘Mediators en sociaal advocaten beter inzetten voor buurtrechtspleging’

Burgers willen dat de rechtsorde conflicten oplost en dat lukt te vaak niet. De rechtsorde moddert aan, zonder georganiseerde vernieuwing, terwijl er goede voorbeelden zijn hoe het echt beter kan. Maurits Barendrecht besprak dit in zijn afscheidsrede als hoogleraar Innovatie van rechtssystemen aan Tilburg University.

Delen:

Beeld: Depositphotos

We hebben in Nederland toch een net systeem ontwikkeld voor conflictoplossingen?
“Dat willen we graag geloven. In cijfers scoren de hoofdproducten van de rechtsorde, het bereiken van overeenstemming en het geven van beslissingen, steeds lager. Bij arbeidsrelaties, huwelijksrelaties, huurrelaties en omgevingsrelaties hebben burgers verbindende neutrale derden nodig. Het repertoire van regels, straffen, vergoedingen en vergunningen is niet goed genoeg en heeft te veel bijwerkingen. Mensen willen worden gehoord en gezien, want het gaat om interventies in hun leven. Ze willen transparante oplossingen, met eerlijke verdeelsleutels.”

Hoe tevreden zijn mensen met oplossingen voor conflicten?
“Ongeveer een derde van de conflicten die mensen in de afgelopen vier jaar hebben ervaren zijn opgelost op een manier die zij rechtvaardig vinden. Tien jaar eerder was dat nog 45 procent. Het is mogelijk om dat percentage te verhogen tot 80, en ook dat de conflicten binnen een jaar worden opgelost.”

Maurits Barendrecht (foto: Maurice van den Bosch)

U stelt dat in het buitenland routes zijn ontwikkeld die beter werken. Maar werken modellen uit Nicaragua, Colombia of Oeganda hier ook?
“Overal ter wereld wordt inderdaad gezocht naar goede vormen van buurtrechtspleging. Ook in België, Noorwegen en Zwitserland worden neutrale derden gefaciliteerd die een soort hulprechters worden. In Afrika, Azië en Latijns-Amerika is veel eerder erkend dat de capaciteit van formele rechtspraak te klein is en bestonden er in dorpen vaak informele conflictoplossers. In veel landen bestaan al goed doordachte systemen die landelijk zijn uitgerold. De basisrelaties waarin conflicten ontstaan zijn overal de wereld ongeveer hetzelfde, dus dergelijke oplossingen zijn hier ook denkbaar.”

Is de Nederlandse buurt- of wijkrechter een goede interventie?
“In principe wel. Maar de manier waarop wij het doen, een rechter die naar de buurt gaat, lijkt geen schaalbare oplossing. Het is vooral aardig om van te leren. Mensen voelen zich goed bij de wijkrechter, maar wat nu precies goed werkt wordt te weinig geëvalueerd en vervolgens ook niet uitgerold. Zo gaat het met meer pilots. Overigens, overal ter wereld zie je experimenten een tijdje bloeien en dan zakt het weer weg, ook omdat de financiering wegvalt. Onnodig. In Nederland hebben we veel bekwame mensen klaar zitten om buurtrechtspleging te doen, zoals mediators en sociaal advocaten. Als we die zouden mobiliseren, dan zouden we echt meters kunnen maken.”

Voorbeelden genoeg, waarom lukt het hier dan niet?
“Een gebrek aan mechanismen om gestructureerd te innoveren. Om innovatieve rechtssystemen goed ingevoerd te krijgen moet je de rechtspleging en de democratie heel gestructureerd vernieuwen, zoals ook de OESO heeft aanbevolen. Zorg ervoor dat zo’n oplossingssysteem vanuit de burgers wordt ontworpen. Testen, continu verbeteren en dan landelijk uitrollen. Zo doen we dat ook in de zorg, waarom niet in de rechtspleging?”

U schrijft: geen enkel juridisch instituut heeft de wettelijke opdracht om te innoveren.
“Je schrikt er van hoe weinig gerichte ontwikkelcapaciteit er is bij de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken of bij de rechtspraak. Wat krijg je dan: pilots, ideeën van politici, interventies in achterkamers, commissies. Leuke ideeën soms maar dat zet geen zoden aan de dijk.”

Zijn er krachten in de samenleving die innovatie tegenhouden?
“De manier waarop we de drie staatsmachten hebben georganiseerd, samen met de vrijheid van vereniging en de vrijheid van meningsuiting, lokt bepaalde verdienmodellen uit. De een moet wetten maken, de andere uitspraken produceren. Sociale media hebben verontwaardiging als business model. De rechtsorde als regelproductie en handhavingsmachine. Ik roep de onafhankelijke instituties op om meer samen te werken om conflicten op te lossen. Nu ben je officier van justitie, of rechter, of advocaat. Iedereen benadrukt zijn eigen rol. In de strafrechtketen zitten volgens de Parlementaire Verkenning zeventig ketenpartners. Ze jagen anderen vaak op kosten. Rechters die meer onderzoek vragen of advocaten die meer verweren voeren, houden geen rekening met beslissingskosten die de ander daardoor maakt, en die uiteindelijk bij de burger terechtkomen. De regulering van de advocatuur leidt tot een weinig aantrekkelijk business model voor gewone mensen in hun belangrijke dagelijkse relaties. Voor grote bedrijven die bij de Zuidas aankloppen is dit heel anders. Sociaal advocaten zien zichzelf veel meer als problemenoplossers. Dat zijn zeer gewaardeerde partners in de keten.”

Welke rol speelt de rechtspraak hierin?
“De rechtspraak doet fantastisch werk door er te zijn. Als je weet dat je naar de rechter kan die jouw conflict op een bepaalde manier oplost, dan is dat een prikkel bij partijen om eerst overeenstemming proberen te bereiken. Als je die schaduw van het recht goed organiseert, dan lever je als rechtspraak een gigantische maatschappelijke bijdrage. Beslissingen van rechters worden meestal ook als rechtvaardig ervaren.”

Maar als de rechtspraak dat al goed kan, wat valt er dan nog te winnen?
“De rechtspraak bereikt nog maar 3 procent van de conflicten en dan nog gaat het traag. De rechtspraak kan mediators en andere conflictoplossers inschakelen als hulprechters. Genoeg rechters die zaken snel weten te behandelen, partijen goed horen en met oplossingen komen die zij als rechtvaardig zien. Maar dat opschalen is moeilijk. In het verleden werden arbeidsconflicten opgelost met goede bemiddelingsachtige vaardigheden en de kantonrechtersformule. Aan dat systeem is op een ongelukkige manier gesleuteld zonder dat het goed is getest. Dan verdwijnt zo’n capaciteit weer. De rechtspraak heeft veel vaardigheden en interventies in huis die heel goed werken. Er is veel winst te behalen als die goede interventies systematisch worden toegepast.”

Veel goede voorstellen hebben tot niets geleid, schrijft u. Is er toch hoop?
“Zeker. Burgers zijn er heel duidelijk in wat ze van de rechtsorde verwachten: dat hun problemen worden opgelost en dat ze worden gehoord. Ze vragen zich wel af waarom het allemaal zo gejuridiseerd en gepolariseerd moet gaan, en in de achterkamers. Ze hebben behoefte aan responsief recht, dus aan people-centred justice. Leiders van de neutrale instituties – in de rechtspraak, bij de toezichthouders, bij de Raad van State, de Nationale Ombudsman – kunnen die bal oppakken. Nu wil iedereen geld voor z’n eigen institutie, en de burgers lopen weg, terwijl iedereen in de keten hetzelfde voor ogen heeft: aanvaardbare oplossingen voor conflicten.”

Heeft u vertrouwen in het nieuwe kabinet?
“In het programakkoord zit een best goed hoofdstuk over rechtsorde en bestuur, over democratie en de rol van de media daarin. Er staat dat er een agenda moet komen voor de rechtsstaat. Constitutionele toetsing, een sterker parlement tegenover de regering, meer referenda, minder administratieve lasten. Die agenda zou kunnen worden aangevuld en opgepakt door de neutrale instituties in plaats van af te wachten wat politici daarmee doen: organiseer samen wat werkt.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven