Mensenrechten zijn de pilaren waarop een moderne samenleving rust, volgens advocaat Channa Samkalden (Prakken d’Oliveira Human Rights Lawyers). Zonder die fundamentele rechten en vrijheden die vooral minderheden moeten beschermen tegen de dominantie van de meerderheid, raakt een samenleving ontwricht. “In een politiek klimaat van polemiek en polarisatie is het beschermen van mensenrechten belangrijker dan ooit.”
Ze had net een vergadering van de jury van de Lawyers for Lawyers award bijgewoond, toen ze via een pushbericht van de Britse krant The Guardian het nieuws over de aanslag in Utrecht hoorde. “Ik heb de berichten van Nederlandse media uitstaan, omdat ik anders de hele tijd word gealarmeerd. Maar dit nieuws had de internationale pers al bereikt. Even dacht ik: is het nu dan zover, die aanslag waar we allemaal bang voor zijn?”
Nee, het nieuws raakt haar werk als mensenrechtadvocaat niet direct. Of het moet het besef zijn dat met elke aanslag fundamentele rechten verder aangetast kunnen worden. In een klimaat van angst kan het recht snel het slachtoffer worden van het verlangen naar veiligheid.
Het kantoor waar Channa Samkalden werkt, Prakken d’Oliveira Human Rights Lawyers in Amsterdam, staat onder andere jihadverdachten bij. Dat maakt het kantoor kwetsbaar voor volkswoede. Over bedreigingen of bijzondere veiligheidsmaatregelen laat Samkalden zich niet uit. “Maar in algemene zin kunnen wij in Nederland ons vak nog in vrijheid en met zekerheid uitoefenen”, verzekert ze. “Anders dan in veel andere landen hoeven wij als advocaat niet voortdurend over onze schouder te kijken.” Ze vindt het wel zorgelijk dat er in Nederland advocaten zijn die niet langer terrorismeverdachten willen bijstaan, omdat ze dan misschien niet meer vrijuit naar de Verenigde Staten kunnen reizen. Ook haar kantoorgenoot Michiel Pestman, die als strafrechtadvocaat jihadisten bijstond en sinds vorig jaar met zijn gezin in de Verenigde Staten woont, werd in eerste instantie een visum geweigerd. “Als je de advocaat met zijn cliënt gaat vereenzelvigen, bega je een fundamentele denkfout.”
Eigenwijs
Samkalden studeerde rechten aan de Universiteit van Amsterdam en in Florence. Hoewel ze uit een beroemd juristengeslacht stamt − haar vader Robert was advocaat bij Stibbe, haar grootvader Ivo was onder andere minister van Justitie en werd later burgemeester van Amsterdam, en haar overgrootvader Meijers ontwierp het Nieuw Burgerlijk Wetboek – stond de keuze voor de studie niet bij voorbaat vast. Niets en niemand dwong haar in welke richting dan ook, zegt Samkalden. “Ik groeide op in een niet-religieus gezin waarin liefde voor taal en belangstelling voor maatschappelijke vraagstukken wel een rol speelden. Logisch redeneren en elkaar bevragen waren vanzelfsprekend bij ons thuis. Maar ik ben uiteindelijk de enige van de drie kinderen die rechten is gaan studeren. Mijn broer en zus kozen aanvankelijk voor een artistieke carrière in navolging van mijn moeder, die beeldend kunstenaar is. Dat ik bij rechten uitkwam, was voor mijzelf op dat moment een complete verrassing.”
Hoewel, toegegeven, als puber kon ze zich al ergeren aan mensen die niet adequaat argumenteerden. “Mijn moeder kon heel goed iets anders zeggen dan ze bedoelde. Daar kon ik niet tegen. Ik was niet bereid om te horen wat ze dan wel bedoelde, omdat ik vond dat wat iemand zegt gewoon moet kloppen. Dat is juristen wel eigen, vrees ik. Wie zich onzorgvuldig uitdrukt, moet daarvan de consequenties dragen. Dat klinkt eigenwijs, en ik hoop eigenlijk dat ik niet zo’n gesprekspartner ben. Of zo’n strikte moeder. Maar mijn jongste dochter van zeven spreekt mij ook aan als ik iets anders zeg dan ik bedoel of een taalfout maak. Ze corrigeerde mij al toen ze vier was als ik zei dat ik me aan de trap vasthield in plaats van aan de leuning. Dat belooft wat.”
Lekkende pijpleidingen
Hoewel Samkalden weleens advocaat van de aarde is genoemd, is haar belangstelling niet uitsluitend op het klimaat gericht. Haar focus ligt meer op de aansprakelijkheid van bedrijven bij het schenden van mensenrechten. De nu al bijna tien jaar durende strijd tegen Shell, die ze namens vier Nigeriaanse boeren en Milieudefensie voert, is daar een voorbeeld van. “Shell is volgens ons aansprakelijk voor lekkende pijpleidingen in Nigeria, waardoor ernstige milieuvervuiling heeft plaatsgevonden. Daarvan zijn de boeren de dupe geworden.” Het is een complexe zaak, geeft Samkalden toe. Dat de zaak al zo lang sleept, heeft onder andere te maken met de vele procesrechtelijke vraagstukken die meespelen, zoals de vraag of de Nederlandse rechter wel rechtsmacht heeft, nu de milieuvervuiling in Nigeria heeft plaatsgevonden. In december 2015 besliste het gerechtshof Den Haag positief op deze kwestie. Inmiddels hebben deskundigen een onderzoeksrapport ingeleverd over de oorzaken van de lekkages, die plaatsvonden tussen 2003 en 2007. Samkalden diende onlangs namens haar cliënten de grieven voor het hoger beroep in. “Het hoger beroep loopt sinds 2013, we zijn nu in de tweede fase”, verzucht ze. “Of het dit jaar lukt, betwijfel ik, want er moet natuurlijk nog op de grieven worden geantwoord, maar volgend jaar moet het toch lukken om een uitspraak in het hoger beroep te krijgen.”
Uithoudingsvermogen
Een principiële zaak als deze vergt uithoudingsvermogen. “Ik weiger gewoon om op te geven”, motiveert Samkalden haar gedrevenheid. “Maar het duurt te lang, vind ik.” Probleem is vooral dat de feiten in deze zaak niet eenduidig te onderzoeken zijn. Dat er olie is gelekt is wel duidelijk, maar kwam dat door sabotage, zoals Shell beweert? Of heeft het bedrijf onvoldoende onderhoud gepleegd? “Als buitenstaander kunnen we moeilijk onze positie bewijzen en daardoor blijf je als partij vaak op achterstand. Maar we hebben een mooie overwinning geboekt in het proces in de eerste fase, ik houd goede moed.”
De zaak tegen Shell is niet de enige zaak waarin Nigeria een rol speelt. Samkalden vertegenwoordigt ook de vier Nigeriaanse weduwen die een proces hebben aangespannen tegen Shell. Hun echtgenoten werden in de jaren negentig samen met de bekende activist Ken Saro Wiwa geëxecuteerd door het Nigeriaanse regime. De nabestaanden van Saro Wiwa troffen eerder in New York een regeling met het oliebedrijf, maar de vier weduwen bleven met lege handen achter. Samkalden hoopt voor hen in Nederland nu ook iets te kunnen bereiken.
Commerciële advocatuur
Mensenrechten zijn de pilaren waarop een moderne samenleving rust, vindt Samkalden. Zonder die fundamentele rechten en vrijheden die vooral minderheden moeten beschermen tegen de dominantie van de meerderheid, raakt een samenleving ontwricht. In een politiek klimaat van polemiek en polarisatie is het beschermen van mensenrechten belangrijker dan ooit, zegt ze. Vanzelfsprekend is dat nooit.
“Mijn promotieonderzoek ging over godsdienstvrijheid en het beginsel van de scheiding van kerk en staat”, geeft ze een voorbeeld. Het is een onderwerp dat door de discussie over het islamitische Cornelius Haga Lyceum op dit moment volop in de belangstelling staat. Zo’n twintig jaar geleden was dat wel anders. Samkalden werkte korte tijd als fractiemedewerker voor Tweede Kamerlid Judith Belinfante (PvdA). Zij had minderheden en integratie in haar portefeuille en constateerde dat de vrijheid van religie en onderwijs kon botsen met integratievraagstukken. Kon een gemeente een moskee subsidiëren als die ook een buurtfunctie vervulde? Welke mogelijkheden had de overheid om in te grijpen bij een schoolbestuur dat er radicale ideeën op na hield? “Dat was destijds best een obscuur onderwerp”, geeft Samkalden aan. “De politiek was nog niet erg bezig met de vraag hoe ze zich tot religie moest verhouden. Mij boeide het wel en zeker de vraag hoe die scheiding tussen kerk en staat in verschillende Europese landen vorm kreeg. Een mooi promotieonderwerp, maar redelijk in de luwte van de actualiteit. Vlak voordat ik in Florence met mijn PhD-onderzoek zou gaan beginnen, werd het 9/11. Het vraagstuk explodeerde recht in mijn gezicht.”
Achteraf is ze niet heel tevreden over het resultaat, geeft ze toe. Het proefschrift was nogal theoretisch en conceptueel. “Ik had het graag wat concreter en normatiever gemaakt, maar het is een uitermate lastig onderwerp, en dan promoveerde ik ook nog bij een Poolse rechtsfilosoof. Het bleef heel beschouwend.”
Misschien dat dat de reden was dat ze na een tijd als ambtenaar te hebben gewerkt koos voor de commerciële advocatuur. Rechtstheoretische concepten over fundamentele mensenrechten mogen interessant zijn, het gaat uiteindelijk over mensen. Dat ze als advocaat-stagiair bij Brinkhof aan de slag ging, lag op zich niet voor de hand. Brinkhof is een in techniek en intellectueel eigendom gespecialiseerd nichekantoor in Amsterdam. Voor een in mensenrechten geïnteresseerde advocaat geen vanzelfsprekende werkplek. “Ik wilde wel een opleiding bij een commercieel kantoor, maar niet bij een van de grote Zuidaskantoren”, motiveert ze haar keuze. “Brinkhof was een goed alternatief. Maar ik begreep al snel dat mijn bloed in een andere richting stroomde. Voor wie als advocaat echt van mensenrechten zijn werk wil maken, bestaat er eigenlijk maar één kantoor. Daar zit ik nu.”
Cohesie
“Ik heb veel geloof en vertrouwen in het recht”, zegt Samkalden een aantal keer in het gesprek. “We hebben in Nederland ons systeem zo ingericht dat fundamentele rechten niet snel beknot kunnen worden. Op heel moeilijke maatschappelijke momenten, met scherpe politieke tegenstellingen, blijft het uitgangspunt dat bepaalde vrijheden en rechten voor iedereen gelden. Dat behoedt ons tegen de waan van de dag en garandeert een zekere stabiliteit in de samenleving.”
Niet iedereen realiseert zich dat in dezelfde mate, geeft ze toe. Ze is weleens bang dat mensen het belang van verdragen als het EVRM onderschatten. “Mensenrechten worden soms gezien als belemmering van daadkracht. Maar we hebben het wel over de fundamentele uitgangspunten van onze rechtstaat. Die kunnen in sommige zaken concreter en urgenter zijn dan in andere, maar zul je steeds heel zorgvuldig moeten toetsen. Het is echt een misverstand om te denken dat mensenrechtenverdragen overbodig zijn omdat de fundamentele rechten en vrijheden toch wel in de samenleving zijn verankerd.”
Luxeproduct
Al te makkelijk voorbijgaan aan de fundamentele beginselen die het hart van onze grondwet vormen, bedreigt de cohesie van de samenleving, vindt Samkalden. Niet voor niets schreef ze onlangs samen met advocaat Camillo Schutte een opiniestuk in NRC Handelsblad waarin ze waarschuwt voor de voortgaande bezuinigingen op de rechtsbijstand. Haar kantoor merkt aan den lijve welke gevolgen het beleid van minister Dekker heeft. Vooral de straf- en migratieadvocaten zien de bekostiging van hun uren teruglopen. “De gang naar de rechter lijkt een luxeproduct te worden, niet alleen als het gaat om principiële zaken als de mijne, maar vooral ook als het gaat om zaken van gewone rechtszoekenden die keihard hulp nodig hebben. Voor ons maatschappelijke bestel is het echter cruciaal dat ook die mensen hun recht kunnen halen en toegang tot de rechter behouden. Dat ze hun rechten op gelijke wijze kunnen effectueren als iemand die wel een advocaat kan betalen. Dat principe staat nu echt onder druk. Als we doorgaan op de koers die Sander Dekker nu heeft ingezet, zeggen we impliciet tegen een deel van de bevolking dat hun recht een beetje minder waard is dan dat van iemand met meer geld.”
“Ten tweede maak ik me zorgen over de tendens dat rechterlijke oordelen niet serieus worden genomen”, gaat Samkalden verder. “Wie beweert dat een vonnis niet meer dan een mening is, stelt een fundamentele waarde van onze samenleving ter discussie. Onze rechters leveren in het algemeen goed werk. Natuurlijk krijg je wel eens een uitspraak voor je kiezen waar je niets mee kunt. Maar wie de autoriteit van de rechterlijke macht als onafhankelijke instantie miskent, vreet aan de kernwaarden van onze maatschappij. Ik heb het gevoel dat politici juridische beroepsgroepen als advocaten en rechters in toenemende mate als lastig ervaren. Eigenlijk bevreemd mij dat. Ik vind dat we blij mogen zijn met de manier waarop de rechtspraak in Nederland functioneert. Dat dat systeem onder druk staat, zoals uit het recente rapport van de visitatiecommissie blijkt, zou voor het kabinet en de Kamer reden moeten zijn om onmiddellijk in actie te komen. Onze samenleving rust op drie gescheiden machten, de politieke, de bestuurlijke en de rechterlijke. Zodra een van die pilaren wankelt, ontwricht je het systeem. De kwaliteit van de rechtspraak en de toegang tot het recht zouden daarom boven aan de agenda moeten staan van Kamerleden en van Sander Dekker, als ze ook hun eigen rol serieus nemen.”
Wie is Channa Samkalden?
Channa Samkalden (1975) studeerde rechten aan de Universiteit van Amsterdam, was enige tijd medewerker van de Tweede Kamerfracties van D66 en de PvdA en promoveerde aan het Europees Universitair Instituut in Florence op het proefschrift Believing in secular states. Freedom of religion and separation of state and religion as legals concepts in Europe. Na terugkomst uit Florence werkte ze op de afdeling Constitutionele Zaken van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Aansluitend werd ze advocaat-stagiair bij Brinkhof advocaten in Amsterdam, waar ze hoofdzakelijk zaken op het gebied van octrooirecht deed. Inmiddels is ze partner bij Prakken d’Oliveira Human Rights Lawyers in Amsterdam waar ze zich vooral bezighoudt met de aansprakelijkheid van bedrijven voor schendingen van mensenrechten.
Channa Samkalden is getrouwd met schrijver Tommy Wieringa en heeft twee dochters.