De buurtrechters in de pilots hebben maar een beperkt aantal zaken kunnen behandelen omdat partijen niet altijd mee willen werken, zo blijkt uit evaluaties van deze projecten. Er is volgens Dekker behoefte om te onderzoeken of procedures bij deze rechters ook goed werken als ze verplicht zijn, aldus de minister in zijn brief aan de Kamer.
Verplicht stellen
De Rechtspraak start daarom op basis van de Tijdelijke experimentenwet rechtspleging, die naar verwachting volgend jaar rond de zomer in werking treedt, een nieuw experiment waarin deze verplichting is opgenomen. Deze wet maakt het mogelijk bij een aantal gerechten een met waarborgen omgeven experimentele procedure bij sommige procedures, vorderingen of verzoeken verplicht te stellen.
Volgende fase
In zijn brief geeft Dekker de Kamer een update over de projecten die in de afgelopen maanden binnen de Rechtspraak op het gebied van maatschappelijk effectieve rechtspraak (MER) zijn voortgezet, namelijk de Spreekuurrechter, de Rotterdamse regelrechter en de Haagse wijkrechter, en over enkele nieuwe initiatieven, zoals de per 1 januari 2020 gestarte proeven met de Schuldenrechter bij de rechtbanken Rotterdam en Den Haag.
De projecten in Rotterdam en Den Haag zijn “veelbelovend”, zo blijkt uit de evaluatie, en gaan in ieder geval door tot 1 januari 2021, maar waarschijnlijk langer, aldus Dekker. De Spreekuurrechter daarentegen bleek minder succesvol, omdat de toegang tot deze procedure alleen mogelijk was via de rechtsbijstandsverzekering en het juridisch loket.
Bestuursrecht
In zijn brief aan de Kamer laat minister Dekker ook weten graag met de Raad voor de rechtspraak in gesprek te gaan om te bekijken welke wensen en mogelijkheden er in het bestuursrecht zijn voor vergelijkbare experimenten. Dit doet hij naar aanleiding van de brief van de Raad van 28 september, waarin de minister wordt geïnformeerd over initiatieven zoals de MER-projecten.
Techniek
Ook de techniek kan helpen om procedures bij de rechter sneller, makkelijker en oplossingsgerichter te maken, schrijft Dekker. Dat kan volgens hem door digitalisering van procedures én het inrichten van een nieuw soort digitale procedure. Daarbij wordt ook over de grens gekeken, zoals in het Canadese Brits-Columbia. Er is daar een verplichte online geschilbeslechting voor civiele zaken, waarbij partijen onder meer worden begeleid bij het bereiken van overeenstemming en rechtzoekenden een beslissing kunnen krijgen van een deskundige geschilbeslechter. Doordat niet alleen techneuten en juristen maar ook rechtzoekenden bij de inrichting van het systeem zijn betrokken, sluit dit systeem meer aan bij de behoeften van burgers en bedrijven, aldus Dekker.
Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum gaat op verzoek van de minister onderzoek doen naar dit Canadese systeem en bekijken of dit ook in Nederland zou kunnen werken. De uitkomsten ervan worden komend voorjaar verwacht.