Mr. van de week is Adriaan Krans, associate partner bij adviesbureau Boer & Croon en verbonden aan het Professional Services Instituut van Nyenrode. Krans presenteert op donderdag 30 september een onderzoek naar trends in de commerciële juridische dienstverlening, zeg maar de wereld van de ‘grote kantoren’. Dit is een vervolg op het onderzoek dat Boer & Croon in 2008 verrichtte. Dit jaar uitgevoerd in samenwerking met Baskerville en Nyenrode, en net als in 2008 in opdracht van advocatenkantoor Eversheds Faasen.
U onderzoekt de relatie tussen bedrijfsjuristen en advocaten. Waarom is die zo interessant?
Vanuit Boer & Croon én Nyenrode bestuderen wij trends in markten, om zo de context van onze opdrachtgevers te kennen, en om voorspellingen te kunnen doen over welke topics gaan spelen. Ik adviseer bedrijven in de zakelijke dienstverlening, en de juridische sector is een van de deelmarkten daarin. Evengoed zjin wij bezig onderzoeken op te zetten naar trends in de accountancy en in de mediasector. Allemaal sectoren die in beweging zijn.
Maar ik moet bekennen dat de juridische markt een bijzonder plekje bij me heeft. Ik kom uit een juridisch nest, en ben vijf jaar advocaat geweest. Dan is het extra interessant om de markt eens van een andere kant te bekijken.
U hebt in opdracht van Eversheds een onderzoek verricht naar de relatie tussen beide partijen. Wat heeft dat opgeleverd?
Ik moet tot donderdag 30 september helaas nog even mijn kruit droog houden. Goed dan, een tipje van de sluier.
Wij onderzoeken of de recessie gevolgen heeft voor de verzakelijking in de relatie tussen ‘grote bedrijven’ en hun advocatenkantoren. De concurrentiedruk blijkt inderdaad te zijn toegenomen sinds 2008, toen ons eerste onderzoek kort voor de val van Lehman werd uitgevoerd. Dat zie je terug in toenemend ‘shoppen’, kritischer kijken naar bijvoorbeeld stagiaires (leveren die wel genoeg value for money, vragen bedrijven zich af) en meer gebruik van fixed fees.
We hebben ook onderzocht wat beide zijden van de markt een ‘redelijk partner-uurtarief voor complex specialistisch advies’ vinden. Hoe hoog dat is zeg ik nog niet, maar het geeft weer veel stof voor discussie…!
Kent u het vooroordeel dat als je geen topadvocaat blijkt te zijn, je altijd nog bedrijfsjurist kunt worden?
Dat vind ik zo achterhaald. Het zijn echt twee wezenlijk andere takken van sport. Opvallend is overigens dat bijna 40% van de managing partners in ons onderzoek aangeven niet goed te weten hoe het eraan toegaat op een juridische afdeling.
Wat lijkt u zelf het leukste?
Moeilijk te zeggen – ik ben zelf advocaat geweest. Dat vond ik erg leuk, maar weet niet hoe ik dat nu zou vinden. En bedrijfsjuristerij ken ik te weinig van binnenuit. Kortom: ik weet het niet.
Welk wetsartikel vindt u het mooist?
Ik heb al tijden geen wetboek meer opengeslagen. Laat ik het dus maar houden op artikel 7 Grondwet, over de vrijheid van meningsuiting. Voer voor mooie en relevante discussies.
Welk wetsartikel het slechtst?
Geen idee.
Wat is het hoogtepunt uit uw juridische carrière?
U verwacht nu zeker dat ik een vindplaats noem, of iets anders glorieus ofzo. Nee, mijn hoogtepunt was van andere aard. Vanuit mijn toenmalige kantoor zat ik een tijd in New York, en heb toen eens een dag naast een rechter van het District Court mogen zitten. Gewoon gevraagd en het mocht. Wat ik daar voorbij zag komen vergeet ik mijn leven niet meer: een hele maatschappij, een hele wereld trekt aan je tafel voorbij. Achter elkaar. Eindeloos. Zo indrukwekkend.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
Geen.
Welk boek las u het laatst?
‘De witte tijger van Aravind Adiga’. Goed en gek boek over het moderne en het traditionele India.
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Met niemand.
Weet u een goede Mr. van de Week? Mail ons: office@mr-magazine.nl