Mr. van de week is Gijsbert Vonk. Hij is hoogleraar socialezekerheidsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, en als enige jurist genomineerd voor de Huibregtsenprijs 2016. Overigens is hij geen meester maar doctorandus (en doctor) in de rechten.
We moeten even nadenken wat de Huibregtsenprijs is…
De Huibregtsenprijs is in 2005 ingesteld door de Stichting De Avond van Wetenschap en Maatschappij. De prijs gaat naar een recent onderzoeksproject dat wetenschappelijke vernieuwend is met duidelijke maatschappelijke relevantie. Goeie wetenschap dus met een aanwijsbaar nut voor samenleving.
Uw genomineerde onderzoeksproject heet: Recht aan de onderkant van de samenleving. Waarom diende u dit voorstel in?
Vorig jaar had de jury al aangegeven te ijveren naar meer voordrachten uit de hoek van sociale en gedragswetenschappen, dus dachten we: laat ons als rechtenfaculteit ook een duit in het zakje doen. Voor mij betekent het erkenning voor het ‘recht aan de onderkant de samenleving’, een onderwerp waar ik laatste jaren actief aandacht voor vraag.
Recht zou voor iedereen hetzelfde moeten zijn. Toch geldt er kennelijk in de onderkant van de samenleving een ander recht dan elders.
Politiek en de wetgever handelen vanuit een sterk moreel perspectief, wat ertoe leidt dat uitkeringsgerechtigden worden gesplitst in twee groepen: zij die de uitkering verdienen en zij die eerst maar eens moeten nadenken over hun zonden. Het is de wederopstanding van het oude onderscheid tussen de deserving poor en de undeserving poor. Behoor je tot die laatste groep dan is toegang tot het sociale vangnet geen sinecure. Het gaat dan om de langdurig werklozen, de zwerver, de dakloze, de junk, de drop-out, de zogenoemde ‘fraudeur’, de schuldenaar, de moeilijk hanteerbare jongere, de uitgeprocedeerde asielzoeker – kortom al diegenen die ergens in hun leven op een zijspoor zijn gekomen of voor wie de bus niet wilde stoppen.
In uw publicaties wijst u op de paradox over de werking van het recht. Hoe ziet die paradox eruit?
Het zelfde rechtssysteem dat de verplichtingen en sancties opschroeft en drempels opwerpt voor de toegang tot het sociale vangnet, steekt de reddende hand uit. Als de wet verstek laat gaan kan immers een beroep worden gedaan op hogere normen zoals mensenrechten. Dat is de eerste schijnbare tegenstelling. Maar als we niet oppassen is er ook een tweede paradox, namelijk dat mensenrechten gaan functioneren als vijgenbladeren die de schaamte van een tekortschietende sociale bescherming moeten afdekken.
Op 3 oktober wordt de winnaar bekend gemaakt. Nu al nerveus?
De champagne staat al koud, al weet ik niet zeker of ik tot dan kan wachten.
De winnaar krijgt een bedrag van 25.000 euro. Wat gaat u daarmee doen?
Ik ga meer kijken naar de Europese dimensie van de problematiek van het recht aan de onderkant van de samenleving, ook om te zien op welke wijze de sociale zekerheid een rol kan spelen in het bij het elkaar houden van Europa.
Als u het voor het zeggen had dan…?
… was ik een dictator?
Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
Ik herinner mij dat ik vele jaren geleden voor mijn toenmalige werkgever, de Sociale Verzekeringsbank, een grote zaak mocht pleiten bij het EU Hof van Justitie in Luxemburg. Toen dacht ik: ‘Dit moet toch wel het hoogtepunt zijn voor iemand met een juridische loopbaan’. We hebben die zaak trouwens verloren maar gelukkig zijn er nadien ook nog een paar andere mooie momenten geweest in mijn loopbaan.
Wat of wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Voor deze onderzoekslijn over het recht aan de onderkant van de samenleving zijn dat de verhalen van mensen die vertellen over hun ervaringen met de bijstand, de zorg en de daklozenopvang. De werkelijkheid van het leven op het sociale minimum is zo veel anders dan in parlementaire stukken en beleidsnotities wordt voorgesteld.
Welk wetsartikel vindt u het mooist? Welk wetsartikel het slechtst?
Het mooist: art. 20 lid 3 Grondwet: Nederlanders hier ten lande, die niet in het bestaan kunnen voorzien, hebben een bij wet te regelen recht op bijstand van overheidswege.
Het slechtst: art. 10b Participatiewet: het college verlaagt de bijstand indien naar zijn oordeel een redelijk vermoeden bestaat dat belanghebbende niet of niet in voldoende mate de Nederlandse taal beheerst.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
www.recht.nl
Welk boek las u het laatst?
Oorlog en vrede van Tolstoi, maar ik heb het nog niet uit.
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Maxima!