Boogaard (hoogleraar Decentrale Overheden aan de Universiteit Leiden) is voorstander van de ontwikkeling naar een
Staatssecretarissen
De kwestie speelt op door de benoeming van drie staatssecretarissen (Yesilgöz, Van Weyenberg en Wiersma) die ook lid van de Tweede Kamer zijn en blijven. Volgens Van den Braak en Voermans staat dat op gespannen voet met de Grondwet en ook Kamerleden hebben vraagtekens gezet bij de gang van zaken
De Grondwet bepaalt dat het niet mogelijk is om tegelijk Kamerlid en lid van het kabinet te zijn, behalve als “een bewindsman zijn ambt ter beschikking heeft gesteld, totdat omtrent die beschikbaarstelling is beslist.” Volgens de hoogleraren Van den Braak (Universiteit Maastricht) en Voermans (Universiteit Leiden) betekent dat dat alleen zittende ministers en staatssecretarissen de functies kunnen combineren. De drie staatssecretarissen zijn pas benoemd nadat ze bij de verkiezingen van maart in de Kamer waren gekozen. De hoogleraren vinden verder dat niet het kabinet, maar de Kamer hierover gaat.
Dubbele petten
Premier Rutte verdedigt de combinatie. Volgens hem geldt de uitzonderingsregel uit de Grondwet ook voor nieuw te benoemen bewindspersonen. Bovendien zijn er goede afspraken gemaakt om problemen met dubbele petten te voorkomen, schreef hij vorige week aan de Kamer.
De Kamer wil advies van de Raad van State over “de verhouding tot het staatsrecht van de recent toegepaste praktijk en hoe in de toekomst in demissionaire periodes na verkiezingen moet worden omgegaan met demissionaire bewindspersonen die in de Kamer zijn gekozen”. De Kamer wil dat de Raad van State op korte termijn met een antwoord komt. Op verzoek van de SP komt er ook een Kamerdebat met de premier over de kwestie.
Slap aftreksel
Op Linkedin verschillen de meningen over het idee van Boogaard. Wytze van der Woude, hoofd Constitutionele Zaken van ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties schrijft: “Het zou natuurlijk gaaf zijn om voor een constitutioneel hof te mogen pleiten, maar ik denk dat mijn werkgever hier strikt genomen geen partij is. De Kamer gaat over de toelating van haar leden, en niet het kabinet.”
Ook onderzoeker Caroline Raat plaatst een kanttekening: “Op zich mooi, maar de Raad van State is geen volwaardig constitutioneel hof. Er werken geen rechters, de benoeming van de leden voldoet niet aan de eisen van onpartijdigheid en de voorzitter is hoofd van de regering.”
Woordvoerder Pieter-Bas Beekman van de Raad van State meent: “Heel interessante gedachte. Ik mis in het voorstel wel de Tweede Kamer als verzoeker in het geding.” Jurist en trainingsadviseur Rob de Greef is ronduit kritisch: “Laten we voor een echt constitutioneel hof gaan, en niet voor een slap aftreksel.”