De terugval is vooral te zien in de vastgoedmarkt. Hoewel in december 2020 en januari 2021 nog veel overdrachts- en hypotheekakten werden gepasseerd, daalde het aantal geregistreerde overdrachtsakten met 2 procent ten opzichte van februari 2020. Het aantal hypotheekakten steeg wel maar minder hard dan eerder. Bijna de helft van het aantal respondenten dat meedeed aan het maandelijkse onderzoek van de KNB geeft aan dat het aantal nieuwe zaken in de vastgoedpraktijk is afgenomen. Bij bijna 33 procent is dat aantal gelijk gebleven en 20 procent gaf aan dat het aantal is toegenomen.
Familiepraktijk
In januari daalde het aantal familieakten behoorlijk maar dat zette zich in februari niet door. Daalde het aantal testamenten in januari 2021 nog met ruim 2,5 procent vergeleken met januari 2020, in februari lag dat aantal vrijwel gelijk met vorig jaar. Het aantal levenstestamenten lag opnieuw lager dan vorig jaar, maar de KNB hoopt dat de begin maart gestarte campagne Teken vandaag voor morgen daar verandering in brengt. Het aantal huwelijkse voorwaarden blijft dalen, met opnieuw een forse daling van bijna 17 procent. Het aantal samenlevingscontracten en erfrechtverklaringen stijgt wel (opnieuw) fors: respectievelijk met 20 en ruim 21 procent vergeleken met februari 2020.
In de familiepraktijk constateerde 30 procent van de notariskantoren een toename. Ruim 12 procent noteerde een daling en bij bijna 60 procent is het aantal nieuwe zaken gelijk gebleven.
Ondernemingsrecht
Het aantal besloten vennootschappen dat in februari is opgericht steeg met 16 procent ten opzichte van een jaar eerder. Wel werden er minder stichtingen opgericht (min 7 procent) maar was er een sterke toename van het aantal statutenwijzigingen van stichtingen (plus 38 procent). De KNB vermoedt dat dit komt vanwege de wijziging van de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen op 1 juli aanstaande. Uiteindelijk is het aantal nieuwe zaken in het ondernemingsrecht redelijk stabiel. Bij ruim 60 procent van de notarissen is het aantal nieuwe zaken gelijk gebleven, 24 procent ziet een toename, 14 procent juist een afname.