De KNB was in hoger beroep gekomen, omdat zij de notaris die deelneemt aan de Hema-notarisservice de volgende tuchtrechtelijke verwijten maakte: i) de notaris kan onvoldoende regie, zeggenschap en toezicht uitoefenen, ii) de notaris overtreedt zijn geheimhoudingsplicht, iii) de notaris schendt zijn zorgplicht, iv) aan de opzet en werkwijze kleven risico’s ten aanzien van de vrije wilsvorming van de cliënt, en v) er leven vragen over te lage honorering, over het provisieverbod en over de onafhankelijkheid van de notaris.
Het hof komt tot het oordeel dat de HEMA-notarisservice technisch, juridisch en inhoudelijk niet in strijd is met de voor deelnemende notarissen geldende wet- en regelgeving.