In het Parool van 23 maart 2013 stond een uitgebreid interview met de nieuwe president van het Amsterdamse Gerechtshof, Herman van der Meer. Het artikel begint met de mededeling dat de medewerkers van het Hof na 180 jaar gehuisvest te zijn geweest aan de Prinsengracht, nu gaan verhuizen naar het nieuwe Paleis van Justitie aan het IJ. Na deze heugelijke mededeling wordt de rest van het gesprek besteed aan hetgeen de gemoederen nu al een tijdje bezig houdt: de hoge werkdruk onder rechters.
Wederom wordt de uitspraak aangehaald van Geert Corsten -President van de Hoge Raad-, die waarschuwde dat het vanwege de hoge werkdruk een kwestie van tijd is voordat zich de eerste ongelukken in de rechtspraak zullen voordoen. Ik blijf er maar over piekeren aan wat voor een ongelukken ik dan moet denken. Dit prikkelt de verbeelding! Ik stel mij een oververmoeide raadsheer voor die met een stapel dossiers onder de arm -half slaapdronken- een traptrede mist of een door slapeloze nachten gekwelde rechter die -het gezeur zat- de verdachte naar de keel vliegt of de President zelf die -afgeleid door al het werk dat op hem ligt te wachten- een rood stoplicht negeert. Ongelukken door de hoge werkdruk: dat prikkelt de fantasie!
Elke rechter, advocaat, notaris is er vanaf de eerste werkdag van op de hoogte dat hij niet voor een 9 tot 5 baan kiest. Omdat we ons werk leuk vinden is dat voor de meesten van ons geen probleem. Als er echter sprake is van een dermate hoge werkdruk dat de kwaliteit eronder gaat leiden, dan is het zaak om aan de noodrem te trekken. Voor de één zal dit eerder het geval zijn dan voor de ander. In mijn coachingspraktijk kom ik regelmatig professionals tegen die niet tijdig de grenzen hebben bewaakt en dreigen te bezwijken onder wat de samenleving van hen vraagt (zoals Van der Meer het noemt) of onder de omzettargets die een kantoor hen oplegt.
Hoe zit dat met werkdruk? Wat is het? Bij hoeveel overuren ga je de druk ervaren?
Er zijn twee soorten tijd: de kloktijd en de ervaringstijd. Sinds in 1884 de standaard Greenwich Mean Time werd ingevoerd, is de kloktijd ons leven gaan beheersen. Vóór 1884 leefden mensen veel meer met de seizoenen en lieten zich hierdoor leiden. Sinds er een klok bestaat zijn we allemaal in hetzelfde keurslijf gedwongen. De tijdsbeleving die ons door de klok wordt opgelegd, is niet altijd dezelfde als onze subjectieve ervaring; zijnde de tijd die wij innerlijk ervaren. Een week kan bijvoorbeeld heel snel lijken te gaan als wij het druk hebben met ons werk. Een week lijkt veel langer te duren als we op vakantie zijn en nieuwe indrukken opdoen. Ook gaat de tijd veel langzamer als we ons vervelen. Meestal is het lastig om de subjectieve tijdservaring en de kloktijd met elkaar in balans te brengen.
Sinds 1840 is -dankzij de industrialisatie- de werkweek in uren bijna gehalveerd. Gemiddeld hebben we tegenwoordig op doordeweekse dagen 2 uur per dag tijd voor onszelf (meestal in de avonduren). Toch hebben we het gevoel minder tijd te hebben. Dit komt door de wijze waarop we deze vrije uren zijn gaan invullen: internetten, tv kijken, shoppen, sporten, games, etc., etc.. Zoals filosofe en schrijfster Joke Hermsen stelt: “géén tijd hebben is de meest fundamentele ervaring van onze tijd geworden.” Om dichter bij onze innerlijke tijd te komen, moeten we volgens Hermsen af en toe niets doen.
Niets doen? HELP! Zouden we het kunnen? Ons weer eens een avondlang vervelen? Geen TV, geen internet, geen NRC?
Ik denk dat het een mooie oplossing is voor alle rechters en advocaten die het gevoel hebben dat ze té hard moeten werken: ga aan het eind van de avond nog een uurtje lummelen. Daarmee bedoel ik niet een goed boek lezen, naar Paul & Witteman kijken, een diepgang-gesprek met de partner, het doornemen van een kunstmagazine. Nee, gewoon niets doen. Een beetje naar buiten staren; doelloos. Net zolang totdat je je verveelt.
Van der Meer stelt dat de werkdruk wringt en dat daar creatieve oplossingen voor bedacht moeten worden. De rest van de zondag ook maar opofferen is volgens hem geen oplossing. Ik ben dit roerend met van der Meer eens. Creatieve oplossingen zijn altijd de beste. Laten we de rest van de zondag lekker rondlummelen. Een paar suggesties:
- dobberen in een roeibootje in de sloot achter je huis;
- liggen in het gras, kijkend naar de wolken;
- staren uit het raam naar de druilerige regen;
- jezelf verliezen in de vlam van een kaars;
- in slaap vallen tijdens het mediteren;
- voor de honderdste keer ‘kiekeboe’ zeggen als je (klein)kind een theedoek van zijn hoofd trekt;
- kauwen op een kauwgumpje totdat alle smaak er al een uur uit is.
De tijd waarin we werkelijk creatief kunnen zijn, is de tijd waarin we rondlummelen. Dat is de tijd waarin we kunnen fantaseren op niets af, of misschien op briljante ideeën af. Af en toe eens een uurtje lummelen voorkomt dat er ongelukken gebeuren en dat we overspannen raken. Rechters, advocaten en notarissen: ik wens u lummelende zondagen toe!