Verwantschapsonderzoek met behulp van particuliere, genealogische DNA-databanken zou volgens het OM en NFI uitkomst kunnen bieden in vastgelopen moordzaken. Het gaat om zaken waarbij DNA van de vermoedelijke dader of het onbekende slachtoffer beschikbaar is, maar er geen overeenkomst is in de justitiële DNA-databanken. Door vergelijking met de DNA-profielen in genealogische databanken, kunnen verre verwanten in beeld worden gebracht.
Golden State Killer
In de Verenigde Staten kreeg deze onderzoeksmethode in 2018 bekendheid door de opsporing van de Golden State Killer, een seriemoordenaar die een reeks verkrachtingen en moorden in de jaren zeventig en tachtig op zijn naam had staan. Inmiddels heeft dergelijk DNA-onderzoek daar tot een doorbraak geleid in 550 cold cases. Ook in Europa is de methode succesvol toegepast. Zo heeft het in Zweden tot de afwikkeling van een dubbele moordzaak uit 2004 geleid en in Noorwegen tot de oplossing van een moordzaak uit 1999.
Amerikaanse databanken
De vijf grote genealogische DNA-databanken staan in de Verenigde Staten en bevatten DNA-gegevens van ongeveer 40 miljoen personen. Ze kunnen uitkomst bieden nu steeds meer Nederlanders er gebruik van maken voor hun stamboomonderzoek. Daarnaast hebben veel inwoners van de Verenigde Staten hun oorsprong in (Noordwest-)Europa en is het goed mogelijk dat verre verwanten van onbekende Nederlandse slachtoffers en daders in deze databanken zijn opgenomen.
Privacygevoelige informatie
Voor de Nederlandse pilot zijn twee moordzaken geselecteerd, waarbij het in één zaak gaat om een onbekende dader en in de ander om een nog niet geïdentificeerd slachtoffer. Het OM en NFI gaan tijdens de pilot gebruikmaken van twee Amerikaanse genealogische DNA-databanken. Dit omdat de inzet van particuliere databanken gevoelig ligt; gebruikers hebben hun DNA-gegevens verschaft om inzicht te krijgen in hun familiegeschiedenis en niet voor strafrechtelijk onderzoek. GEDMatch en FamilyTreeDNA, waarmee OM en NFI in zee gaan, hebben hun gebruikers expliciet (via een ‘opt-in regeling’) gevraagd of hun gegevens voor justitieel onderzoek mogen worden gebruikt. Zo’n 1,7 miljoen mensen stemden hiermee in.
De door OM en NFI geleverde DNA-profielen van onbekende daders of slachtoffers zullen na de vergelijking uit de betreffende databank worden verwijderd.
Onderzoeksrechter
Volgens het OM is het gebruik van private DNA-profielen juridisch mogelijk. Zo staat in de wet dat het is toegestaan om een DNA-profiel te maken en om verwantschapsonderzoek uit te voeren. Maar zeker in de eerste zaken komt de rechter er nog wel aan te pas. “We doen in ieder geval in de eerste twee zaken van de pilot een vordering om de onderzoeksrechter te vragen het OM machtiging te verlenen om het onderzoek uit te voeren”, aldus Mirjam Warnaar, landelijk officier Forensische opsporing.
Lange adem
Als het onderzoek resulteert in matches met (verre) verwanten, is er vervolgens nog een langdurig traject is te gaan, merkt Warnaar op. “Stamboomroutes moeten worden doorlopen om uiteindelijk bij de persoon uit te komen die mogelijk de dader of het onbekende slachtoffer is. Het gehele onderzoekstraject is een kwestie van een lange adem.”
Deze maand zal het OM de vordering bij de rechter-commissaris indienen. De hoop is dat de pilot inzicht zal verschaffen hoe deze opsporingsmethode in Nederland ingezet kan worden. Als de pilot succesvol is, wordt dit onderzoeksmiddel in de toekomst mogelijk ingezet voor andere ernstige zaken.