Slachtofferschap ligt minder simpel dan je op het eerste gezicht denkt. Er zijn bijvoorbeeld grote verschillen tussen juridisch slachtofferschap en slachtofferschap in psychologische betekenis. Rechtens ben je slachtoffer zodra er een strafbaar feit of onrechtmatige daad tegen je is gepleegd, of je slachtoffer bent geworden van een calamiteit. Maar in psychologische zin ben je slachtoffer als je vertrouwen in je medemens of in de samenleving geschokt is geraakt en je daardoor lamgeslagen, machteloos en radeloos bent. Je hebt hulp van anderen nodig om er uit te komen. Ieder mens maakt dit mee. Je kunt slachtoffer van een misdrijf zijn, maar kunt je net zo machteloos en radeloos voelen omdat je vastgelopen bent in een conflict, in bureaucratie, een overheidshandeling, pesterij, manipulatie, of wat voor omstandigheid ook. Je voelt je slachtoffer, maar in juridische zin ben je dat niet. Een bedelaar voelt zich zó hulpbehoevend slachtoffer van de samenleving, dat hij alleen nog maar zijn hand weet op te houden. Hij is het toppunt van slachtofferschap, krachteloosheid, machteloosheid en radeloosheid, maar rechtens is hij geen slachtoffer. Lijnrecht daartegenover staat de miljonair die een bedrag van €100 of € 1000 is ontstolen. Rechtens is slachtoffer, maar hij haalt zijn schouders over het gebeuren op en slaapt er geen seconde korter door. Hij is een totaal ander slachtoffer dan slachtoffers die als gevolg van een misdrijf een jarenlang psychisch verwerkingsproces voor de kiezen krijgen, zoals een verkrachte vrouw of degene die bij een overval oog in oog gestaan heeft met de loop van een geweer. Er zijn slachtoffers in juridische zin die allergisch reageren zodra zij het etiket ‘slachtoffer’ opgeplakt krijgen omdat zij zich onder geen voorwaarde met de slachtofferrol willen identificeren. Daartegenover staan weer de mensen die slachtofferrol manipulatief gebruiken omdat ze daarmee dingen anderen gedaan weten te krijgen. Soms zijn deze mensen ook in juridische zin slachtoffer. Dan is er nog een groep slachtoffers in juridische zin, die verslaafd zijn aan de slachtofferrol. Zij zwelgen in hun slachtofferschap en proberen daar aan alle kanten gebruik (misbruik) van te maken. Een bijzondere groep slachtoffers in psychologische zin zijn ex-misdadigers die hun leven willen beteren nadat zij hun straf uitgezeten hebben. Velen van hen zouden niets liever willen dan een nieuw leven opbouwen. Maar door intolerantie in onze samenleving komen zij nergens aan de bak. Deze ex-misdadigers zijn vaak levenslang tot slachtofferschap in psychologische zin veroordeeld.
Het begrip slachtofferschap omvat dus een rijk scala aan soorten, maten en variëteiten. Met al deze verschillende verschijningsvormen moet je rekening houden als je aan slachtoffers rechten toekent. De redenen om aan slachtoffers een adviesrecht toe te kennen liggen in de psychologische sfeer. Dit was ook het geval ten aanzien van het slachtoffer impact statement.
Het is daarom van belang oog ervoor te hebben dat misdadiger door het plegen van zijn misdaad zijn slachtoffer een stuk van diens onbevangenheid ontneemt, een stuk van het basisvertrouwen dat het slachtoffer van nature in het leven, in zijn medemensen en in de samenleving, stelt. Afpakken van onbevangenheid traumatiseert een mens. Een getraumatiseerd mens of kind voelt zich in psychologische zin meer of minder sterk op een bepaalde manier ‘mank geslagen’. De ernst van het trauma is aan de ene kant afhankelijk van de aard van het gepleegde misdrijf (betrof het bij voorbeeld een diefstal of vernieling, of een aanranding of levensdelict) en de manier waarop het misdrijf is gepleegd (werd er al of niet geweld gebruikt). Aan de andere kant is de omvang van het trauma afhankelijk van de persoonlijke stabiliteit van het slachtoffer en diens incasseringsvermogen. Eenzelfde misdrijf kan daarom bij het ene persoon een veel dieper trauma veroorzaken dan bij een ander.
Het is een eigenschap van onbevangenheid en basisvertrouwen dat het onherstelbaar is. Als het afgenomen is, komt het nooit meer terug. In die zin brengt traumatisering de mens onherstelbare schade aan toe. Een echte remedie voor traumatisering is traumaverwerking. Door een trauma te verwerken bouwt een mens nieuw vertrouwen op dat de plaats kan innemen van verloren gegane onbevangenheid en basisvertrouwen. Het nieuw opgebouwde vertrouwen berust dan op wijsheid. In veel gevallen gaat er even tijd overheen voordat het verwerkingsproces van trauma naar herstel van vertrouwen en wijsheid, op gang komt. In de tussentijd moet het slachtoffer leren om zich af te sluiten voor de pijn van het gemis aan onbevangenheid. Daarom kent de weg van trauma naar herstel de vijf fasen, die Elizabeth Kübler – Ross ten aanzien van traumaverwerking heeft beschreven, ontkenning, boosheid, marchanderen, depressie en acceptatie. In de fase waarin het slachtoffer zich voor de pijn van het trauma afsluit, ontkent hij het trauma. Hij kan heel boos zijn over de onbevangenheid die hem is afgepakt. Hij kan op allerlei manieren marchanderen met het gemis aan onbevangenheid om er toch op een of andere manier mee te kunnen leven. Het slachtoffer moet op een bepaald moment echt onder ogen zien dat de onbevangenheid van zijn leven nimmer meer terug zal keren. Dat is het moment van depressie. En daarna ontstaat ruimte voor acceptatie en opbouw van nieuw vertrouwen dat op wijsheid is gebaseerd. Om het gat dat het misdrijf in de onbevangenheid en basisvertrouwen van het slachtoffer heeft geslagen volledig op te vullen, is het nodig dat alle aspecten van het toegebrachte trauma volledig worden verwerkt. In psychologische zin ligt hierin de uitdaging en het nieuwe levensperspectief voor het slachtoffer. Wijsheid is het fundament voor de opbouw van nieuw vertrouwen.
In psychologisch opzicht zijn de centrale levensvragen voor het slachtoffer daarom: ‘Hoe krijg ik mijn vertrouwen weer terug?’, ‘Hoe kan ik mij weer veilig voelen?’ en ‘Hoe krijg ik mijn leven weer op de rit?’ Bezig zijn met die vragen, helpt het slachtoffer bij het verwerkingsproces dat hij door te maken heeft. Hierbij komen altijd vragen op als: ‘Waarom is deze gebeurtenis juist míj overkomen?’, ‘Wat heeft deze ervaring mij te zeggen en te leren?’ en ‘Hoe kan ik deze ervaring een zodanige plek in mijn levensgeschiedenis geven dat ik weer op een goede manier door kan met mijn leven?’
Bij het toekennen van rechten aan slachtoffers is het van belang een constructieve voortgang van dit verwerkingsproces voor ogen te houden.
Het nu bestaande recht van slachtoffers om op de strafzitting een ‘slachtoffer impact statement’ te geven, biedt hen de mogelijkheid persoonlijke ervaringen, gevoel en beleving over het misdrijf, te delen met de buitenwereld. Het delen van persoonlijke ervaringen met de buitenwereld is op zichzelf genomen bevorderlijk voor het proces van opbouw van nieuw vertrouwen. Op een strafzitting worden die ervaringen gedeeld met de rechter en de dader zelf. Dat geeft een belangrijke toegevoegde waarde aan de bijdrage die het slachtoffer impact statement levert aan het proces van opbouw van nieuw vertrouwen. Het slachtoffer impact statement is daarom een instituut dat het verwerkingsproces dat het slachtoffer door te maken heeft, uitstekend ondersteunt en stimuleert. Het helpt het slachtoffer zijn leven beter op de rit te krijgen. Er bestaan tegen het slachtoffer impact statement geen juridische, geen psychologische en geen maatschappelijke bezwaren.
Totaal anders is het gesteld met een recht van het slachtoffer om de rechter te adviseren in de strafprocedure. Hier bestaan ernstige juridische, maatschappelijke en psychologische bezwaren tegen. Ik volsta hier met het benoemen van slechts enkele van de vele bezwaren:
- Het is nimmer verstandig om voor advies te rade te gaan bij een niet-deskundige of bij iemand waarvan je niet weet hoe die zich persoonlijk verhoudt tot het onderwerp waarover je advies vraagt. Waarom moet wettelijk geïnstitutionaliseerd worden dat ten aanzien van dit adviesrecht voor slachtoffers deze algemeen geldige verstandige uitgangspunten buiten de deur moeten worden gezet?
- Waarom moet het recht van het slachtoffer vragen om te adviseren over een juridisch specialistische aangelegenheid, een gebied waar het slachtoffer geen verstand van heeft? Is het slachtoffer niet veel te persoonlijk en emotioneel betrokken bij het misdrijf om de nodige distantie op te brengen die hem in staat kan stellen tot een verantwoord advies te komen?
- Is het voor het slachtoffer wel verstandig en verantwoord om zich in te laten met advisering van de rechter? Loopt hij geen onverantwoorde risico’s afgerekend te worden door de werkelijke belanghebbenden in het strafproces, de verdachte en de officier van justitie? Wordt hij niet tot speelbal in hun gevecht? Veel slachtoffers zijn psychisch nog niet in evenwicht. Hun adviezen zullen dan geen vaste grond hebben. Deze kwetsbare slachtoffers lopen een extra groot risico op afrekening, terwijl zij extra kwetsbaar zijn voor secundaire victimisatie.
- Hoe serieus is het ‘adviesrecht’ eigenlijk? Het slachtoffer heeft geen enkele sanctie of hoger beroep oor het geval de rechter zijn advies niet opvolgt.
- Bij een serieus adviesrecht hoort bovendien ook aansprakelijkheid voor een onverantwoord advies. Is dat de bedoeling?
- Waarom de rechter opzadelen met adviezen die per definitie niet objectief kunnen zijn, terwijl de rechter geen adequate mogelijkheden heeft om een onderzoek in te stellen naar de intenties van het slachtoffer?
Ik zie een adviesrecht voor slachtoffers als een juridisch, psychologisch en maatschappelijk wangedrocht vol van risico’s voor slachtoffers op secundaire victimisatie. Het is symboolwetgeving die het slachtoffer niet wezenlijk verder helpt, het strafproces ingewikkelder maakt en de rechter in zijn werk bemoeilijkt. Ik geloof er niets van dat de strafrechter door het adviesrecht voor het slachtoffer, tot betere uitspraken zal komen dan met het huidige slachtoffer impact statement het geval is.
Voor het slachtoffer heeft het adviesrecht geen enkele meerwaarde boven het slachtoffer impact statement. Hij wordt er materieel niet wijzer van en hij wordt er geen gelukkiger mens door. In tegendeel: met het adviesrecht haalt hij zich onnodige en onwenselijke risico’s op de hals. En het voorbereiden en uitbrengen van het advies haalt hem uit het verwerkingsproces dat voor hem essentieel is om nieuw vertrouwen op te bouwen.
Ik dank degenen die commentaar gegeven hebben op mijn blog ‘Slachtoffers als adviseurs van de rechter? Een slecht idee!’. Zij hebben mij ertoe aangezet nog eens veel dieper op het thema in te gaan.