De pilot is uitgevoerd op initiatief van de Nederlandse Orde van Advocaten en werd uitgevoerd samen met de Raad voor Rechtsbijstand, het Juridisch Loket, Sociaal Werk Nederland en de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland. Het werd gefinancierd door het ministerie van Justitie en Veiligheid. In de pilot is voor een periode van negen maanden geëxperimenteerd met piketdiensten, signaleringsoverleggen en synergie. De pilot is gelijktijdig gehouden op vijf locaties door Nederland, in dicht- en dunbevolkte gebieden. In totaal hebben 175 deelnemers 557 casussen geregistreerd in het kader van de pilot.
Overleg
In de pilot konden medewerkers van de eerstelijn via een piketdienst zaken overleggen met sociaal advocaten. Omgekeerd hadden deze advocaten een aanspreekpunt bij de eerstelijnsmedewerkers. Door dit frequente contact werd het door hulpverleners makkelijker gevonden om problemen in samenhang aan te pakken. Daarnaast werd er op elke locatie regelmatig een signaleringsoverleg gehouden, waarin medewerkers van het Juridisch Loket en sociaal raadslieden konden overleggen met sociaal advocaten over veelvoorkomende kwesties. Ook stelde dit overleg deelnemers in staat om opgehaalde ideeën te bespreken die zich lenen voor het ontwikkelen van best practices.
Ideeën
Als onderdeel van de pilot zijn via werkgroepen ideeën opgehaald bij deelnemers, waarmee in de toekomst mogelijk best practices ontwikkeld kunnen worden. Deze ideeën zijn uitgewerkt tot aanbevelingen en aangeboden aan bestuurders van de pilotorganisaties. Zo wordt er voorgesteld om overleg en ‘warme overdracht’ tussen eerste- en tweedelijn en eerstelijnsorganisaties onderling tot uitgangspunt te nemen, en zou een lokaal/regionaal werkend aanbod van het Juridisch Loket en Sociaal Werk Nederland moeten worden gecreëerd. Verder zou een heldere grens moeten worden aangebracht tussen de werkzaamheden van de eerste- en tweedelijn en zouden taken en verantwoordelijkheden duidelijk moeten worden afgebakend. Een ander idee is een landelijke hulplijn van advocaten die op specifieke rechtsgebieden telefonisch of online advies aan de eerstelijn kunnen geven. Ook zou kennisdeling en het uitwisselen van ervaringen kunnen worden gestimuleerd, met een centrale tol voor het Juridisch Loket.
Na de zomervakantie doen de pilotorganisaties voorstellen voor verdere ontwikkeling van de ideeën en aanbevelingen. Deze voorstellen zullen worden gepresenteerd aan de minister voor Rechtsbescherming en aan de Tweede Kamer.