Panama Papers en de renaissance van de postduif

Delen:

De ‘Panama Papers’ is een lek van onvoorstelbare dimensies. Ongeveer 11,5 miljoen documenten  van het Panamese advocatenkantoor Mossack Fonseca ‘lekten’ naar journalisten toe.

De analyse door het Consortium of Investigative Journalists van deze documenten toont dat niet alleen Nederlandse dienstverleners maar ook Zwitserse banken, advocaten en andere bedrijven zich bijzonder actief bezighielden met de bemiddeling in het opzetten en beheren van offshore vennootschappen. Rond 1223 van de meer dan 14.000 tussenpersonen die met Mossack Fonseca werkten, zijn afkomstig uit Zwitserland. De Zwitserse tussenpersonen gaven opdracht tot 34.301 offshore-constructies. In de top tien van meest actieve instellingen vindt men de Luxemburgse dochter van de bank J. Safra Sarasin, de dochteronderneming van Credit Suisse in de Kanaaleilanden, HSBC Zwitserland en de UBS.

Natuurlijk wordt vooral de focus gelegd op de meest smeuïge verhalen, zoals de rol van de vriend van de Russische president Poetin, de cellist Sergei Roldugin en zijn rekeningen (?) in Zurich waarmee aangetoond zou zijn hoe Poetin zijn geld uit het land brengt.

Met zulke voorbeelden ziet de meerderheid van de bevolking de Panama Papers dan ook voornamelijk als bewijs van de theorie dat de rijken geen belasting betalen. Men mag er jammer genoeg van uitgaan dat in veel gevallen ook echt misbruik is gemaakt van de mogelijkheden die de off-shore industrie biedt.

Zorgbarend als deze verhalen zijn, vergeten wordt in het lawaai dat het gebruik van off-shore jurisdicties op zich absoluut legitiem en niet illegaal is. Het houden van activa van grote waarde (vliegtuigen, yachten enzovoort) via een off-shore structuur is om verschillende redenen in veel gevallen zelfs de enige en/of beste oplossing. Het gebruik maken van een Panama Foundation en/of een Trust verder is een zeer zinvol vehikel voor estate planning. Privacy heeft niet meteen te maken met belastingontduiking of ontwijking zoals nu geïnsinueerd wordt.

Problematisch is verder dat er in de media vrijwel geen aandacht besteed is aan het feit dat het in eerste lijn om diefstal van vertrouwelijke cliëntengegevens uit een advocatenkantoor gaat. Onder het motto dat het doel de middelen heiligt, wordt de diefstal zelfs als gerechtvaardigd beschouwd. In deze context is ook het process tegen de voormalige PwC-medewerkers Antoine Deltour en Raphaël Halet wegens diefstal van gegevens in verband met de ‘Luxleaks’ te zien. Ook hier werden gegevens gestolen. Maar Michel Sapin, de Franse minister van Financien gaf uitdrukkelijk zijn ondersteuning voor zijn ‘helden’.  Andere politici gaan nog verder en willen in het proces zelfs een gevaar voor de gerechtigheid zien. Natuurlijk is dit politiek spel, maar dit spel wordt maatschappelijk aanvaard. Vergeten wordt dat de privacy en het recht op privacy verloren gaat. Privacy is (of was) een fundamenteel mensenrecht. Ieder mens heeft (of had) het recht om de hoeveelheid gegevens die aan anderen worden volstrekt, met inbegrip van de overheid, te minimaliseren – natuurlijk op de voorwaarde dat daarmee geen wetten overtreden worden.

Het recht op privacy, neergelegd in artikel 12 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, is deel van het fundament van Mensenrechten en bedacht om mensen te beschermen tegen de macht van de staat.

Het idee van de menselijke waardigheid is aan veranderingen onderhevig en deze verandering vindt nu schijnbaar plaats met betrekking tot het recht op privacy.

Voor advocaten betekent Panama Leaks de facto een grote inbreuk op het advocatengeheim en het recht op vertrouwelijke omgang van de cliënt met de advocaat. Dit heeft praktische gevolgen: e-mailcommunicatie met klanten, het verzenden van vertrouwelijke documenten, het opslaan van gegevens, zijn nu allemaal zeer kwetsbare terreinen geworden, de cliënt kan er niet meer op vertrouwen dat zijn informatie bij de advocaat veilig is en verder, mocht er een inbreuk door een ‘leak’ zijn, dat zijn recht op privacy wordt gewaardeerd. Vertrouwelijke omgang met de cliënt (in de zin van beveiliging tegen leaks) is zo alleen nog maar gewaarborgd door middel van persoonlijke gesprekken. Men reist ook weer meer. En moeten er documenten gestuurd worden dan alleen als hard copy maar zeker niet via DHL. Persoonlijk zie ik weer een grote toekomst komen voor de postduif. Een lange-afstand-postduif kan 1350 km overbruggen met een snelheid van tegen de 130 km/uur (met de wind mee). Dat is sneller en beter dan DHL. Ik vind nog wel ergens plek voor een hokje.

Thomas Verschuuren Thomas Verschuuren is advocaat in Zürich en lid van Dutch Lawyers Abroad.

 

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven