Pilots lopen vooruit op nieuw Wetboek van Strafvordering

Vooruitlopend op de invoering van het nieuwe Wetboek van Strafvordering worden vijf pilots gestart. Dat geeft organisaties in de strafrechtpraktijk de kans om alvast ervaring op te doen met een aantal onderdelen uit het nieuwe wetboek.

Delen:

wetboek-8e841189-2048x1363-7ecb48d5
foto: Geert Snoeijer

De ministers Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) en Dekker (Rechtsbescherming) hebben een Innovatiewetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer om de pilots mogelijk te maken.
De vijf pilots betreffen vernieuwende strafprocesrechtelijke onderwerpen, zodat hier vooruitlopend op het nieuwe wetboek (het wetsvoorstel daarvoor is onlangs voor advies naar de Raad van State gestuurd) alvast ervaring mee kan worden opgedaan door onder meer politie, Openbaar Ministerie en Rechtspraak.

Digitale criminaliteit

Een van de pilots betreft de bevoegdheden om beter op te treden tegen digitale criminaliteit. Zo mogen opsporingsambtenaren nadat zij telefoons of computers in beslag hebben genomen op basis van de Innovatiewet berichten lezen die daarna nog binnenkomen op deze apparaten. Ook mag de politie na inbeslagname vanaf deze apparaten een netwerkzoeking verrichten, wat betekent dat zij de cloud-omgeving van een telefoon mag doorzoeken vanaf het politiebureau. Dat mag nu niet, terwijl het wel gewenst is, omdat belangrijke informatie voor een onderzoek vaak niet op het apparaat zelf is opgeslagen, maar elders.

Audiovisuele opnamen

Ook maakt de Innovatiewet het gebruik van audiovisuele opnamen als alternatief voor een schriftelijk proces-verhaal mogelijk. Zo hoeven bijvoorbeeld verhoren van verdachten bij de politie of de beelden van een winkeldiefstal niet volledig uitgeschreven te worden. Opnamen daarvan zijn in combinatie met een verkort proces-verbaal voldoende en kunnen dienen als bewijs.

Prejudiciële vragen

Het voorstel breidt ook de bevoegdheden van de hulpofficier van justitie uit. Hij mag voortaan een aantal lichtere opsporingsbevoegdheden, die nu nog zijn voorbehouden aan de officier van justitie, uitoefenen.
Rechters krijgen de mogelijkheid om tijdens een lopende procedure bij de rechtbank of het hof een prejudiciële vraag aan de Hoge Raad te stellen. Hierdoor worden procedures versneld, doordat rechtsvragen niet pas na einduitspraken bij de Hoge Raad terechtkomen.

Mediation

Tot slot wordt een regeling geïntroduceerd voor de manier waarop mediation kan plaatsvinden ná aanvang van het onderzoek op de terechtzitting. In de praktijk vindt al bemiddeling tussen verdachte en slachtoffer onder begeleiding van een mediator plaats, maar het voorstel werkt deze mogelijkheid uit en verheldert de gevolgen van mediation in deze situatie.

Evaluatie

De pilots duren maximaal drie jaar. Ze worden door de betrokken ketenorganisaties (politie, bijzondere opsporingsdiensten, Koninklijke marechaussee, Openbaar Ministerie, rechtspraak en advocatuur) gezamenlijk opgezet, in samenspraak met het ministerie van Justitie en Veiligheid. De pilots worden gemonitord en geëvalueerd door het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum.
Binnen twee jaar informeren de ministers de Tweede en Eerste Kamer over de effecten van de vernieuwingen, zodat met de uitkomsten daarvan rekening kan worden gehouden bij het nieuwe Wetboek van Strafvordering.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven