De voorstelling begint al voordat je denkt dat die begonnen is. Terwijl iedereen nog naar haar plaats zoekt en nog wat aan het praten is komt Maria Kraakman, als advocaat Tess Ensler, het toneel op. Een prachtig decor waar op hoogte allemaal A4’tjes hangen; overduidelijk afkomstig uit een strafdossier. Op snelle muziek bokst en danst Tess uiterst energiek over het podium. Het duurt nog even voordat het stuk − een solovoorstelling − echt gaat beginnen.
Afkomstig uit een eenvoudig milieu heeft Tess zich opgewerkt tot een briljant strafrechtadvocaat. Haar specialisatie is zedenzaken en zij blinkt met name uit in het verdedigen van ontkennende zedenverdachten. Om het publiek in zijn vooroordeel te bevestigen wordt de advocatuur beschreven als − in willekeurige volgorde − heel erg hard werken, cynisch zijn en veel drinken. Dit overigens op een zeer geestige manier gebracht. Door Tess’ psychologische inzicht en intelligentie weet ze met haar wijze van ondervragen van zedenslachtoffers zaken te winnen. Slachtoffers worden door haar vragen in het nauw gedreven en op het verkeerde been gezet, waarna vanzelfsprekend vrijspraak volgt. Kennelijk worden alle slachtoffers daarbij op zitting gehoord. Opeens weet je als Nederlandse strafrechtadvocaat wat er aan de hand is. De hele strafrechtelijke setting is Angelsaksisch, met cross-examination en bezwaar maken. Dat wordt even daarna nog duidelijker als het gaat over het feit dat je als advocaat niet mag weten of je cliënt het gedaan heeft of niet. Nog los van de vraag hoeveel geloof je aan de verklaring van je cliënt moet hechten: voor de Nederlandse praktijk maakt dat niets uit.
Kansloze positie
In het stuk heeft Tess vervolgens seks met een sympathieke kantoorgenoot. Kort daarna wordt ze bij haar thuis door dezelfde collega verkracht, terwijl beiden onder invloed van alcohol zijn. Tess doet aangifte en belandt niet lang daarna, weinig verrassend, als getuige in haar eigen strafzaak in de zittingszaal. Dan ontstaat het besef dat ze in een kansloze positie zit en ze gaat zelfs aan haar herinneringen van de gebeurtenis twijfelen. Dat de verdachte kantoorgenoot uiteindelijk wordt vrijgesproken is onontkoombaar. Het eerdere seksuele contact en de aanname van consent spelen daarbij een rol. Het leidt wel tot de verzuchting van Tess − in de vorm van een indringend slotpleidooi − dat de (zeden)wet door mannen geschreven is en daarom vrouwen benadeelt. Het thema klassenstrijd (Tess komt uit een arbeidersmilieu en de kantoorgenoot is klaarblijkelijk een corpsbal) komt niet helemaal uit de verf, maar mijn voornaamste punt(je) van kritiek is dat voor een niet deskundig publiek het toneelstuk de indruk wekt dat dit de wijze is waarop een strafzaak in Nederland verloopt. Dit wordt versterkt doordat de naam van de collega overduidelijk een Nederlandse is. Een disclaimer van tevoren was mijns inziens niet overbodig geweest.
Neemt niet weg dat de discussie over consent bij zedenzaken zeer actueel is; de vrouwelijke minister van justitie heeft net een nieuwe zedenwet, waarin consent verplicht is, door de Tweede Kamer geloodst. Ondanks voorgaande opmerkingen kan ik niet anders zeggen dat de voorstelling zelf van begin tot eind weergaloos was. Vlijmscherpe teksten, fantastisch decor en zeer intens en glashelder spel van Maria Kraakman.
Prima Facie, regie Eline Arbo, ITA Ensemble, meer informatie: https://ita.nl/nl/voorstellingen/prima-facie
- Sterren: 4,5
- Pluspunt; Fantastisch spel
- Minpunt: De weergave van het strafproces
Simcha Plas is strafrechtadvocaat bij Van Gessel Advocaten in Amsterdam.
Streamer: De advocatuur wordt beschreven als heel erg hard werken, cynisch zijn en veel drinken