Tijdens de eerste drie kwartier van het tentamen ‘Law and Legal Skills: The Dutch Example’ beschikte de studente over twee readers met wetteksten waarin beschreven tabbladen zaten. Op deze tabjes had zij de nummers van de wetsartikelen en onderwerpen als ‘Sec. Council’ en ‘General Assembly’ geschreven, om zo de locatie van de diverse bepalingen te markeren en makkelijker vindbaar te maken.
Een surveillant die de beschreven tabbladen zag nam de readers in. Vervolgens mocht de studente het tentamen met behulp van digitale readers afmaken.
Fraude
Bij de examencommissie verklaarde de studenten dat ze niet de intentie had om te frauderen en dat ze dacht dat de markeringen waren toegestaan. Maar de commissie vond dat sprake was van fraude en verklaarde het tentamen ongeldig.
Bij de herkansing drie maanden later haalde de studente een negen voor het vak Law and Legal Skills.
Omdat de studente niet wilde dat er een smet van fraude aan haar zou kleven, stapte ze naar het College van Beroep van de Rijksuniversiteit Groningen. Daar kreeg ze geen gelijk, waarna ze in beroep ging bij de Afdeling bestuursrechtspraak.
Vindbaarheid vergroten
Die is van oordeel dat uit de feiten en omstandigheden niet kan worden vastgesteld dat de studente heeft gefraudeerd. “In geval van twijfel moet aan de betrokkene het voordeel van de twijfel worden gegund. Het aanbrengen van tabjes in collegebundels is geen ongebruikelijke manier om de vindbaarheid van artikelen in een (wetten)bundel te vergroten”, aldus de staatsraden. “Dat het met de bijschrijvingen op de tabjes voor haar mogelijk was om sneller en gerichter door de reader te navigeren, rechtvaardigt op zichzelf nog niet de conclusie dat zij de reader heeft voorzien van aantekeningen. Daarmee is niet buiten redelijke twijfel komen vast te staan dat zij fraude heeft gepleegd.”