De Raad voor de rechtspraak is kritisch over het wetsvoorstel van het kabinet om gevangenisstraffen van één jaar en langer voortaan meteen uit te voeren. “Het wetsvoorstel vergroot het risico dat burgers worden opgesloten die achteraf onschuldig blijken”, aldus de Raad. Het handhaven van het uitgangspunt dat een rechterlijke beslissing pas wordt uitgevoerd als deze definitief is vastgesteld, vindt de Raad daarom van groot belang.
Het kabinet vindt dat jaarlijks in Nederland te veel veroordeelden niet in de cel belanden vanwege een gebrekkige uitvoering van het rechterlijke vonnis. Dit is niet in het belang van slachtoffers en nabestaanden en vergroot het risico dat mensen hun celstraf uiteindelijk ontlopen. Als oplossing hiervoor presenteert het kabinet nu het ‘conceptwetsvoorstel dadelijke tenuitvoerlegging gevangenisstraffen’.
Maar de Raad is niet van de noodzaak van het wetsvoorstel overtuigd. Zo is volgens de Raad niet precies bekend hoeveel veroordeelden in Nederland daadwerkelijk hun straf ontlopen en vergroot het wetsvoorstel het risico dat burgers worden opgesloten die achteraf onschuldig blijken. Bovendien botst het uitvoeren van de straf van een veroordeelde, bij wie het proces nog doorloopt in hoger beroep of cassatie, met de grondrechten die zijn vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Klik voor het volledige advies van de Raad hier.