De minister gaf dinsdag in een interview met de Volkskrant aan dat hij denk dat een heel grote meerderheid van Nederland zich steeds moeilijker herkent in de extremen in het publieke debat. “Ik vraag me oprecht af waarom je het als gezagsgetrouwe burger een goed idee zou vinden om op de snelweg te gaan zitten en jezelf vast te plakken, wetende dat je daarmee honderden agenten in een weekend op de been houdt als we hier ook nog een festival en een voetbalwedstrijd hebben. Agenten die dat enorm frustrerend vinden. Want als ze op gezag van de burgemeester een einde maken aan zo’n protest, worden ze met de nek aangekeken. Terwijl de demonstranten met de trein weer naar huis gaan. Demonstreren is fantastisch, maar doe dat op de plek die daarvoor is aangewezen.”
Van Weel wil kijken of hij binnen het demonstratierecht grenzen kan stellen. “Ik denk dat een groot deel van de bevolking dat prima zou vinden. Al die uren politie-inzet kunnen we elders goed gebruiken. Zien deze demonstranten wel de impact van wat zij doen op onze rechtsstaat?”
Beschermen
Amnesty liet een dik rapport opstellen, dat in juli uitkwam, waarin een aantal conclusies werden getrokken over hoe landen moeten omspringen met het demonstratierecht, als zij aan de mensenrechten willen voldoen.
Staten moeten volgens de mensenrechtenorganisatie vreedzame bijeenkomsten en demonstraties niet als bedreigingen zien die moeten worden gemonitord of beheerst (bijvoorbeeld door observatiemiddelen die een ingrijpende inbreuk doen op de privacy), maar als de uiting van een mensenrecht waarbij de autoriteiten en de politie de wettelijke plicht hebben om deze te ‘beschermen, te respecteren en te faciliteren’.
Toegankelijk
Ook moeten overheden ervoor zorgen dat acties in het kader van vreedzaam protest niet worden gecriminaliseerd. Zo mag justitie oproepen tot demonstreren op social media later niet gebruiken om de organisatoren hiervan te vervolgen. Ook het fotografen of vastleggen van video van demonstranten moet binnen wettelijke kaders worden uitgevoerd. Het verzamelen van persoonlijke informatie over demonstranten moet binnen de kaders van de privacywetgeving vallen en moet openbaar toegankelijk zijn.
Intimideren
Verder schrijft Amnesty dat de overheid ervoor moet zorgen dat het demonstranten niet onmogelijk wordt gemaakt om een vreedzaam protest te organiseren door hen te intimideren, bijvoorbeeld door hen thuis te bezoeken. Ook het verzamelen van data over demonstranten om ze te kunnen monitoren moet volgens de regels worden gedaan. Hen moet ook worden toegestaan om het gezicht te bedekken, om de privacy te beschermen. Gezichtsherkennings-software mag niet worden gebruikt als die leidt tot discriminatie van bepaalde groepen demonstranten.
Retoriek
De negatieve retoriek over demonstranten wordt volgens Amnesty gebruikt om strengere wetten in te voeren. Over Nederland worden voorbeelden genoemd zoals het opwerpen van hindernissen voor het houden van protesten. Organisaties van protesten draaien soms op voor het schoonmaken van de straat en de beveiligingskosten. Dat kan mensen ervan weerhouden om een actie te organiseren.
Nederlandse politici en (lokale) overheden spreken volgens de organisatie negatief over demonstranten die protesteren in solidariteit met de Palestijnen in Gaza. Sommige politici noemen hen ‘terroristen’. De focus wordt volgens Amnesty dan gelegd op de minderheid van de demonstranten die vernielingen aanricht, terwijl het grootste deel vreedzaam demonstreert.