Rechters legden GVM-toezicht ruim zes keer vaker op dan verwacht

Rechters legden in 2022 in totaal 133 keer een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM) op. Bij de inwerkingtreding van de Wet langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking (Wlt), waarvan de GVM onderdeel uitmaakt, werd nog ingeschat dat dit slechts zo’n twintig keer per jaar zou zijn.

Delen:

Rechters legden GVM-toezicht ruim zes keer vaker op dan verwacht - Mr. Online
Foto: Depositphotos

De Wlt trad op 1 januari 2018 in werking, waarbij werd afgesproken dat het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) gedurende de eerste vijf jaar de opleggingen en tenuitvoerleggingen van de GVM zou monitoren. Over het laatste jaar van die vijfjarige termijn, 2022, maakte het WODC onlangs de onderzoeksresultaten bekend. Die resultaten vormen de afronding van het vijfjarige onderzoeksprogramma.

Uit de jongste cijfers blijkt niet alleen dat de GVM in 2022 ruim zes keer vaker is opgelegd dan vooraf ingeschat – 133 keer, tegenover een verwachting van twintig keer – maar ook dat het aantal GVM-opleggingen jaarlijks toeneemt. In 2021 werd de GVM nog ‘slechts’ 81 keer opgelegd.

Argumenten

Een GVM wordt in de meeste gevallen opgelegd in combinatie met een tbs-maatregel: dit is in 56 procent van de opleggingen het geval. In 22 van de 133 gevallen werd een GVM opgelegd in hoger beroep, terwijl de betrokkene in eerste aanleg geen GVM opgelegd had gekregen.

Het WODC onderzocht ook de beargumentatie die rechters gebruiken wanneer zij een GVM opleggen. Daaruit blijkt dat rechters een GVM hoofdzakelijk opleggen om de kans op recidive zoveel mogelijk te beperken. “Met de oplegging van de GVM wordt immers de mogelijkheid gecreëerd om na afloop van een gevangenisstraf en/of tbs-maatregel langer toezicht te houden als dit op dat moment nodig blijkt te zijn”, zo lichten de onderzoekers toe.

Tenuitvoerleggingen

Hoewel de Wlt nog maar een aantal jaar in werking is, zijn er inmiddels al negen personen bij wie hun GVM op dit moment ten uitvoer wordt gebracht. Dat gebeurt pas nadat de duur van de gecombineerde gevangenisstraf en/of tbs is verlopen, wat normaliter minimaal enkele jaren beslaat.

Wanneer een rechter een GVM oplegt, betekent dat overigens niet dat deze ook per definitie ten uitvoer wordt gebracht. Dertig dagen voor afloop van de gecombineerde gevangenisstraf en/of tbs moet de officier van justitie daartoe verzoeken, waarna de rechter een besluit neemt.

Toezicht

Met de GVM is het mogelijk om langer toezicht te houden op ex-gedetineerden en ex-tbs-gestelden. De maatregel kan worden opgelegd aan daders van ernstige zeden- en geweldsmisdrijven, in combinatie met gevangenisstraf en/of tbs. De betrokkene komt dan, nadat de gevangenisstraf en/of tbs erop zit, wel vrij, maar komt onder toezicht te staan van de reclassering en moet zich aan voorwaarden houden.

De GVM is onder meer bedoeld voor personen die veroordeeld zijn voor terroristische misdrijven en zedendelicten tegen minderjarigen en voor tbs-gestelden aan wie een gemaximeerde variant van de tbs-maatregel is opgelegd. Het gaat dan om een tbs met voorwaarden (max 9 jaar) of een gemaximeerde tbs met verpleging (max 4 jaar).

De WODC-onderzoekers verwachten dat de trend waarbij er steeds vaker GVM-toezicht wordt opgelegd zich de komende jaren verder doorzet. Omdat het vijfjarige onderzoeksprogramma ten einde is, zal het onderzoekscentrum er echter niet meer structureel over rapporteren.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven