Rechtspraak: schrap term ‘roekeloosheid’

Delen:

Foto: raad voor de rechtspraak

De Raad voor de rechtspraak adviseert minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) de term ‘roekeloosheid’ te schrappen uit het wetsvoorstel conceptwetsvoorstel aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten.

Met het  wetsvoorstel  wordt beoogd de rechter meer mogelijkheden te bieden een passende straf op te leggen bij overtredingen en misdrijven in het verkeer. Zo kan (zeer) gevaarlijk gedrag – waaronder het vasthouden van een mobiele telefoon tijdens het rijden zonder gevolgen – zwaarder worden bestraft. Daarbij wordt in het wetsvoorstel geëxpliciteerd welk gedrag in elk geval onder ‘roekeloosheid’ wordt verstaan. Zo zou tegemoetgekomen worden aan de breed gedragen wens om het begrip in het verkeer nader in te vullen.

Roekeloosheid wordt gezien als de zwaarste vorm van schuld en grenst daarmee aan (voorwaardelijk) opzet. Dit komt onder meer tot uitdrukking in de verdubbeling van de strafmaxima ten opzichte van ‘normale’ culpa.

Maar de term, die in juridische zin iets anders betekent dan in het alledaagse spraakgebruik, leidt echter vaak tot onbegrip en onvrede bij slachtoffers. Daarom beveelt de Raad aan om de term uit artikel 175, tweede lid, WVW1994 te schrappen. “Het veroorzaken van een ongeval onder invloed van alcohol, daarbij ongeveer 40 kilometer te hard en door rood licht rijdend, zal in de volksmond al snel als roekeloos worden aangemerkt. Op grond van voornoemde maatstaven van de Hoge Raad is dat in juridische zin echter niet zonder meer het geval.”

In de jurisprudentie worden namelijk drie materiële eisen gesteld aan bewezenverklaring van roekeloosheid: (1) door buitengewoon onvoorzichtige gedragingen van de verdachte (2) is een zeer ernstig gevaar in het leven geroepen en (3) de verdachte was zich daarvan bewust, althans had zich daarvan bewust moeten zijn. Het feit dat een verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een of meer van deze gedragingen, die zelfstandig een verhoging van het wettelijk strafmaximum met zich brengen, is doorgaans onvoldoende om die roekeloosheid te kunnen vaststellen.

“De Raad voorziet bij handhaving van dit begrip een voortschrijdend debat in de rechtspraak over dit begrip. Daarmee wordt het doel van dit Wetsvoorstel niet gehaald en zal het effect ervan averechts werken.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven