‘Rembrandt was verwikkeld in ruim twintig juridische geschillen’

Rembrandt leidde een turbulent juridisch en financieel leven en was verwikkeld in meer dan twintig juridische geschillen. Dat ontdekte Bob Wessels tijdens het schrijven van zijn boek ‘Rembrandt’s Money. The legal and financial life of an artist-entrepreneur in 17th century Holland’.

Delen:

Bob Wessels Lidewij de Koekkoek, directeur van Museum Het Rembrandthuis in Amsterdam-4a542098
Bob Wessels overhandigt van het eerste exemplaar aan directeur Lidewij de Koekkoek van Museum Het Rembrandthuis in Amsterdam. Foto: Monique Shaw

“Rembrandt was niet alleen een meester in de kunst, maar ook in conflicten,” zegt Wessels in een interview op de website van de Universiteit Leiden. “Hij lag met uiteenlopende partijen overhoop. Onder meer met binnen- en buitenlandse opdrachtgevers over niet-tijdige levering, de kwaliteit van zijn werk en de prijs van zijn werken. Rembrandt zette qua prijs hoog in en vond zijn werk dat ook waard.”

Kopers en potentiële kopers

Bob Wessels is emeritus hoogleraar internationaal insolventierecht. Zijn interesse voor de kunstenaar Rembrandt van Rijn (1606-1669) werd gewekt in 1991, toen hij lezingen gaf in New York. “Tussendoor bekeek ik de Frick-collectie, in het voormalig woonhuis van de staalfamilie Frick, dat nu een museum is. Ik zag daar een zelfportret van Rembrandt en hoorde kort daarna dat hij in 1656 failliet was gegaan. Vanaf toen had ik het onderwerp in mijn hoofd, maar dan breder getrokken: een studie naar álle financiële kwesties en juridische conflicten in Rembrandts privé- en zakenleven, geplaatst in de tijd. Sinds 2018 heb ik tijd gevonden om in het onderwerp te duiken.”

Rembrandt vocht juridische gevechten uit met kopers en potentiële kopers. “Met zijn buren streed hij over de verbouwing van zijn huis annex atelier en werkplaats aan de Breestraat in Amsterdam. Dat was een ander pand dan zijn latere, ruime woning en atelier, het huidige Rembrandthuismuseum aan de Jodenbreestraat. Verder had hij mot met vrouwelijk huispersoneel, met geldschieters vanwege de leningen die hij in 1653 in paniek afsloot, en met andere schuldeisers. Hij betaalde bijvoorbeeld de huur voor een veilingzaal niet en liep op latere leeftijd een forse huurachterstand op. Na 1650 werd hij allengs minder gevraagd voor goedbetaalde opdrachten, maar hij zette de tering niet naar de nering. Hij leek koopziek, bleef maar kunst aanschaffen en kostbare attributen die hij als lesmateriaal voor leerlingen gebruikte of wilde laten terugkomen in zijn schilderijen. Uiteindelijk ging hij in 1656 failliet, dat wil zeggen hij deed boedelafstand – cessio bonorum. Mijn boek biedt een uitgebreid overzicht van al Rembrandts juridische conflicten.”

Romeins recht

Het faillissement van Rembrandt in 1656 inspireerde Wessels tot het ontwikkelen van een rechtshistorische visie op cessio bonorum: ‘het vrijwillig afstaan van zijne bezittingen door een schuldenaar aan zijne schuldeisers’, en ook op de rechtshistorische wortels ervan in het Romeinse recht, de positie van de schuldeisers, en de beschikbare goederen. Wessels: “De wetten werden in die tijd per stad of staat vastgesteld. Rembrandt had te maken met de Amsterdamse stadsverordening uit 1643. Deze werd toegepast door de Kamer van verlaten en insolvente boedels, de zogenoemde Desolate Boedelskamer. Uitvoerig heb ik de bewering onderzocht dat Rembrandt vóór zijn cessio bonorum zijn huis aan de Breestraat in Amsterdam nog gauw op naam van zoon Titus had gezet en zo zijn schuldeisers benadeelde. Uit mijn studie blijkt dat dat niet klopt.”

Het lijkt er niet op dat Rembrandt na de cessio bonorum-procedure en zijn verhuizing naar een veel kleinere driekamerwoning aan de Rozengracht 184 af was van zijn schuldeisers. “Daarom startten zijn partner Hendrickje en zoon Titus een bedrijf dat Rembrandts werk verkocht. Zelf kreeg hij, althans op papier, een soort salaris. Het is onduidelijk of deze constructie in de praktijk werkte. Hendrickje en Titus stierven in respectievelijk 1663 en 1668. Hoewel niet veel bekend is over de laatste jaren van zijn leven, zal Rembrandts situatie er verder op achteruit zijn gegaan.”

Kunstmarkt

Wessels beschrijft ook de sociaaleconomische, culturele en historische context van de behandelde periode in Amsterdam, de ontwikkeling van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en de organisatie van bestuur en rechtspraak van de stad Amsterdam. Ook beschrijft hij Rembrandts huis en zijn werk en heeft hij financieel-economische gegevens verzameld over de kunst, de kunstenaars en de kunstmarkt in die tijd. Het boek bevat ook korte overzichten van destijds toepasselijke wetten en regels. Wessels: “Op deze manier zijn Rembrandt en de juridische context van zijn tijd nog niet eerder onderwerp van systematisch rechtshistorisch onderzoek geweest. Dat is, denk ik, uniek.’

Het boek kan worden besteld via de website van Museum Het Rembrandthuis.

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven