De Afdeling bestuursrechtspraak behandelde een hoger beroep van de vrouw (waarvoor zij ook dit keer niet het griffierecht had betaald) tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg. Bij de rechtbank had de vrouw op dat moment nog 21 andere rechtszaken lopen. Naast de tientallen andere zaken die de rechtbank in het verleden al had behandeld van haar. Bovendien had zij ook meerdere rechtszaken ingediend bij de Centrale Raad van Beroep, de rechtbank Den Haag en ook bij de Afdeling bestuursrechtspraak.
Procedure
In geen van die zaken heeft de vrouw griffierecht betaald. Ook heeft zij nooit aangegeven dat ze niet in staat is om het griffierecht te betalen. En als de bestuursrechter haar beroep dan niet-ontvankelijk verklaarde, zonder rechtszitting te houden, maakte ze keer op keer gebruik van de procedure om zich te verzetten tegen het niet houden van een rechtszitting.
Misbruik
Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak kan het de vrouw dan ook al geruime tijd niet meer te doen zijn om duidelijkheid te krijgen over de verplichting om griffierecht te betalen of over de regeling over betalingsonmacht waarvan ze expliciet geen gebruik wil maken. Daarom maakt de vrouw misbruik van recht.
Risico
Dat heeft consequenties, laat de Afdeling weten: “Als de vrouw opnieuw (hoger) beroep indient bij de Afdeling bestuursrechtspraak met dezelfde argumenten, dan zal haar hoger beroep weer niet-ontvankelijk worden verklaard vanwege misbruik van recht. Ook loopt zij dan het risico dat zij zal worden veroordeeld om de proceskosten te vergoeden die de overheid heeft gemaakt in de procedure.”
Ook in een andere, Amsterdamse zaak deed de Raad van State een uitspraak over misbruik van de bevoegdheid om een bestuursrechtelijk middel in te zetten.