🗙

Staan rechters wel genoeg met de poten in de klei?

Delen:

Het is niet misselijk om rechter te zijn. Het is een belangrijk ambt in onze maatschappij. De rechter spreekt recht. Over ons. Over de burgers. Ook over de mensen “met de poten in de klei”. Om die mensen eveneens te kunnen begrijpen moeten rechters daar ook tussen kunnen staan.

Verdachten en mensen die tot tbs veroordeeld zijn worden in rechtzaken veelvuldig geconfronteerd met rapportages van deskundigen. Deze deskundigen worden dan op initiatief van het OM of de rechter ingeschakeld. De rapporteurs heten onafhankelijk te zijn, maar de vraag of dit echt zo kan zijn is gerechtvaardigd. Als je immers slechts rapporteert voor één opdrachtgever, de lange arm van justitie, hoe bewaak je dan die onafhankelijkheid?

De rechtbank te Den Bosch verlengde op 13 september 2007 de tbs van Anton met twee jaar. Mijn cliënt was het hier niet mee eens. Hij wilde in hoger beroep. Naar mijn idee had dit slechts een kans van slagen als er een second opinion werd opgemaakt. Op verzoek van Anton rapporteerde de psycholoog professor C. de Ruiter en geestelijk gezondheidsdeskundige H. Hildebrand op 30 maart 2008. De uitgebrachte rapportage werd door het hof in haar beslissing van 14 april 2008 gebruikt. De wet maakt het dan mogelijk de kosten die in verband met die rapportage zijn gemaakt terug te vragen.

De Ruiter had wegens veertien uur werkzaamheden 2152 euro in rekening gebracht. Het werk van Hildebrand omvatte elf uur. hij bracht 2125, 90 euro in rekening. Via een verzoekschriftprocedure werd het hof gevraagd een vergoeding toe te kennen die de gemaakte kosten zou dekken.

Het hof zou op 9 februari 2009 slechts een deel toekennen. Het standpunt van het OM werd gevolgd. Verwezen werd naar een oude wet, de Wet Tarieven Strafzaken. Volgens deze wet wordt voor psychologische rapportages maximaal 61, 71 euro per uur toegekend. Bovendien komt voor een dubbelrapportage slechts zestien uur werk voor vergoeding in aanmerking. Dit betekent dat dan maximaal 987, 36 euro in rekening kan worden gebracht per deskundige. Zonder overdrijven kan gesteld worden dat deze wetgeving niet meer van deze tijd is. Het genoemde uurtarief past in de verste verte niet bij geschoold werk als dat van een psycholoog of psychiater. Als je de opdracht aan een deskundige hiertoe zou willen beperken heb je geluk als je als advocaat niet heel hard wordt uitgelachen.

Er was eens een keer dat ik het aandurfde een psychiater te vragen zich te houden aan het genoemde kostenplaatje en niet ben weggehoond. De psychiater maakte werk van het contact met mijn cliënt, maar hij maakte een schifting in de te lezen stukken. Hij mocht immers zestien uur werk in rekening brengen. Het hof te Den Haag dat in die zaak op 18 oktober 2008 oordeelde legde zijn rapportage terzijde omdat deze deskundige niet het volledige dossier had gelezen.

Namens Anton werd in de verzoekschriftprocedure bepleit dat het recht op een eerlijk proces zoals dat mede voortvloeit uit artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens meebrengt dat de verdediging in staat moet worden gesteld second opinions te laten maken. Naar voren is gebracht dat hiervan geen sprake is wanneer strikte toepassing wordt gegeven aan de genoemde Wet Tarieven Strafzaken. Zoals gesteld ging het hof hier niet in mee. Ze overwoog kort gezegd zich gebonden te voelen aan de gewraakt wet. “Het laten verrichten van tegenonderzoek brengt het risico met zich mee dat (een deel van) de kosten voor rekening van verzoeker blijven. Dit maakt op zichzelf het laten verrichten van tegenonderzoek niet onmogelijk. Van strijd met het bepaalde in artikel 6 EVRM is in dit geval geen sprake”, aldus het hof.

Deze overwegingen riepen wel wat vragen op. Gelooft het hof werkelijk dat ik deskundigen bereid vindt om een rapportage op te laten maken ad 987, 36 euro? En zo nee, is er dan aan gedacht dat juist veel van de strafrechterlijke cliënten die behoefte hebben aan bijvoorbeeld psychologische of psychiatrische rapportages geen of nauwelijks financiële middelen hebben? Of is er wel over nagedacht en vindt de rechter dat de advocatuur dergelijk kosten maar voor haar rekening moet nemen? Ontstaat er geen klassenjustitie op deze manier was een andere vraag. Kortom: als ik het vriendelijk wil zeggen is de beslissing van het hof wat onbevredigend. Ik heb me afgevraagd of de rechter wel voldoende weet af te dalen naar de burger waarover recht wordt gesproken. Of er wel begrip is voor de rechtzoekende of vervolgde die nauwelijks over een portemonnee beschikt, maar die wel belang heeft bij tegenonderzoek. Voorlopig ben ik geneigd deze vragen ontkennend te beantwoorden.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Ook interessant:

Scroll naar boven