Op 23 oktober gaat de Vaste Commissie voor Justitie en Veiligheid in debat met staatssecretaris Teun Struycken (Rechtsbescherming) over civielrechtelijke onderwerpen. Vanuit zijn ‘eigen beroepsmatige achtergrond’, zo schrijft de staatssecretaris, “draag ik dat rechtsgebied een warm hart toe” – Struycken was eerder advocaat bij NautaDutilh en hoogleraar Europees goederenrecht. Maar dat warme hart is nog geen vernieuwend hart. Zijn wetgevingsagenda voor de komende tijd bouwt vooral voort op wat zijn voorgangers in werking hebben gezet. Struycken gaat inzetten op het verbeteren van de toegang tot het recht voor burgers en bedrijven, het beschermen van partijen met een zwakke(re) positie en kwetsbaren in de samenleving en het moderniseren en vereenvoudigen van wet- en regelgeving.
Laagdrempelige geschiloplossing
Struycken wil het privaatrecht dichter bij burgers en bedrijven brengen, ook als het gaat om de procedures om recht te kunnen halen. Daartoe werkt hij onder meer aan het verbeteren van de rechtsbescherming, zoals een laagdrempelige en effectieve geschiloplossing. Daarbij kan worden gedacht aan het vereenvoudigen van procedures in het burgerlijk procesrecht in eerste aanleg en hoger beroep. Hierover verwacht de staatssecretaris eind 2024 het advies van de Adviescommissie voor burgerlijk procesrecht. Verder start hij een experiment met de Regelrechter (die al bekend stond onder de naam Nabijheidsrechter), en wacht hij de evaluatie van de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA) af (voorjaar 2025). Elektronisch procederen wordt doorgezet – geen verrassing. Verder werkt de staatssecretaris aan een regeling om het gebruik van videoconferentie in civiele procedures van een structurele wettelijke grondslag te voorzien.
Affectieschade
Om de bescherming van slachtoffers te verbeteren, zet de staatssecretaris in op een uitbreiding van de vergoeding van affectieschade naar broers en zussen. De evaluatie van de Wet vergoeding affectieschade is naar verwachting eind 2024 gereed, het wetsvoorstel hierover zal eind 2025 in consultatie gaan. Op het terrein van het personen- en familierecht gaat de staatssecretaris verder met de afbouw van interlandelijke adoptie. Ook wil hij het wetsvoorstel Wet versterking auteurscontractenrecht voortzetten. Het doel van dit voorstel is het verbeteren van de contractuele positie van de maker van een beschermd werk (bijvoorbeeld een schrijver) ten opzichte van de exploitant (bijvoorbeeld een uitgever) van zijn werken.
Ondernemings- en insolventierecht
Op het gebied van het ondernemingsrecht worden de wetgevingstrajecten rond modernisering van de personenvennootschappen en de digitale algemene vergadering privaatrechtelijke rechtspersonen voortgezet. En binnen het insolventierecht wordt gewerkt aan ‘een efficiëntere en rechtvaardigere afwikkeling van faillissementen, met oog voor de belangen van alle betrokkenen’. Concreet: verder sleutelen aan het al bestaande wetsvoorstel Wet overgang van onderneming in faillissement (WOVOF). Voor de staatssecretaris is het een ‘prioriteit’ om een oplossing te vinden voor de lege boedelproblematiek. Een lege boedel betekent immers dat er geen geld is om de curator te betalen. Verder krijgt de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) krijgt mogelijk een ‘uitbreiding’, zodat deze ook aantrekkelijker wordt voor het mkb.
Lees hier de brief van de staatssecretaris van Rechtsbescherming aan de Tweede Kamer.