Storytelling: onmisbaar voor juristen

Delen:

Storytelling juristen
Illustratie: Depositphotos

Sommigen noemen storytelling een hype, anderen vinden het een essentiële vaardigheid. Voor juristen kan de kunst van het verhalen vertellen helpen hun boodschap snel en overtuigend over te brengen. Belangrijk daarbij is dat ze zich verplaatsen in de lezer of luisteraar. Ook ‘plakwoorden’ kunnen helpen.

Arthur Noordhuis
Arthur Noordhuis

Storytelling kan organisaties helpen om zich te profileren, stelt Arthur Noordhuis, jurist en trainer bij het Nederlands Debat Instituut in Hilversum. Noordhuis geeft ruim vijftien jaar trainingen in debatteren, presenteren, vergaderen en voorzitten, en gaat daarbij regelmatig in op het belang van storytelling en overtuigingstechnieken zoals framing en reframing. Framing is storytelling in één woord.

Storytelling kan juristen helpen om wat ze willen vertellen snel terug te brengen tot de kern. Dat kan zowel in gesprekken, onderhandelingen als gerechtelijke procedures van pas komen. “Ik heb de indruk dat rechters steeds minder zin hebben om te luisteren naar lange monologen van advocaten. Ze zitten niet te wachten op pleitnota’s die letterlijk, en in het ergste geval op monotone toon, worden voorgelezen.”

Storytelling kan helpen de ander te overtuigen en ervoor te zorgen dat de over te brengen boodschap beter beklijft. Daarbij kunnen stijlmiddelen zoals beeldspraak en vergelijkingen worden ingezet. Noordhuis pleit wel voor subtiel gebruik. Vooral juristen zijn vaak huiverig om een betoog pakkend te beginnen, constateert hij. “Sommigen durven niet met een retorische vraag te beginnen, terwijl dit een betoog interessant kan maken, mits het niet op een spreekbeurt-toon gebeurt, want daarmee verliest de inhoud meteen aan kracht.”

Angsthaas

Juristen zijn zo geneigd om de inhoud en de feiten centraal te stellen dat ze daardoor minder oog hebben voor het verhaal erachter en de emoties daarbij, die in gesprekken en onderhandelingen een veel grotere rol spelen dan ze vaak denken, aldus Noordhuis. Ze zouden zich bewuster moeten zijn van het gevoel dat hun woorden bij anderen oproept. Dat vereist dat zij zich verplaatsen in degene die hun verhaal leest of aanhoort.

“Het is voor juristen de kunst om woorden te kiezen die beklijven en die overtuigen.” Framing kan daarbij goed werken. Een geslaagd voorbeeld vindt hij de term ‘plofkip’, die Stichting Wakker Dier bedacht voor een campagne om het leed dat kippen wordt toegebracht te stoppen. De bedenkers wisten met één woord het verhaal van de dierenmishandeling bij de pluimveeteelt over te brengen. Een misser was de verwijzing van voormalig premier Balkenende in 2006 naar de Nederlandse ‘VOC-mentaliteit’. De bewindsman doelde hiermee op de economische groei van de Gouden Eeuw en de ondernemerskwaliteiten van een klein land. Anderen associeerden het met een gewelddadige handelwijze, met slavenhandel en uitbuiting, en kolonisatie. “Daarmee ging zijn boodschap verloren. Zijn frame richting Wouter Bos ‘U draait en u bent niet eerlijk’ was juist wel effectief. De PvdA ging tevergeefs in de tegenaanval.”

De kunst van reframing is om een sterker ander verhaal tegenover het eerdere ongunstige frame te zetten. Reframing is daarom volgens Noordhuis een belangrijke vaardigheid voor juristen. “Wetgevingsjuristen worden door beleidsmakers vaak gezien als een beroepsgroep die overal moeilijkheden ziet en een drempel die genomen moet worden om een doel te bereiken. Om te voorkomen dat ze vooral als lastig worden gezien, is het voor deze juristen belangrijk om in gesprekken de juiste woorden te kiezen. Dit geldt ook voor juristen in het bedrijfsleven. Als een jurist tegen een manager zegt dat iets juridisch problematisch is, is er een kans dat die manager zegt dat hij dat het ‘een kwestie van durven’ is, en dat dit ‘inherent is aan ondernemerschap’. Als de jurist niet oplet, wordt hij gezien als angsthaas. Hij moet duidelijk maken dat het zijn taak is om te waarschuwen voor risico’s. Hij moet de ander zo weten te overtuigen dat hij zijn boodschap niet kan negeren.”

Soms laat Noordhuis juristen in een oefening hun werk vergelijken met dat van iemand anders. “De een noemt zich een strijder die vecht voor gerechtigheid en wetgeving daarbij als wapen ziet. Een ander ziet zichzelf meer als een puzzelaar die stukjes samenvoegt. Die visie kan van invloed zijn op hun taal en manier van werken. Zo’n ‘vechter’ zal eerder strijdtaal gebruiken. De ‘puzzelaar’ kan zich snel zo op de feiten richten dat hij zijn omgeving uit het oog verliest. In een pleidooi voor de rechter zou hij er, als dit het geval is, goed aan doen te vertellen dat zijn cliënt slapeloze nachten heeft gehad en dat diens gezin en bedrijfsvoering lijden onder de situatie.”

Dienstbaar

Vivien Rorsch
Vivien Rorsch (Foto: Charlotte Waterman)

Ook cassatieadvocaat Vivien Rorsch hecht veel waarde aan storytelling en framing. Advocaten kunnen haar hun processtukken laten (her)schrijven. Rorsch begon dit voorjaar haar eigen cassatiekantoor LaRorsch in Leiden, en de Mr S.K. Martens Academie, de specialisatieopleiding voor proces- en intellectueel eigendomsrecht. “Vaak is het voor een advocaat moeilijk om in een eigen zaak te beoordelen wat echt nodig is. Daarom bied ik de mogelijkheid om met hen mee te kijken. Als ervaren cassatieadvocaat heb ik mij geoefend om niet zozeer te denken zoals de cliënt, maar meer zoals de rechter. Advocaten vergroten zo hun proceskansen.”

Aan advocaten en bedrijfsjuristen die betere processtukken en andere juridische teksten willen leren schrijven, geeft ze trainingen, workshops en lezingen over storytelling in processtukken. Zo hield ze op 27 juni de Jonge Balie-lezing ‘De kracht van taal in processtukken’ over framing, storytelling en overtuigingskracht. In haar trainingen geeft ze juristen adviezen voor het schrijven van een ‘cassatieproof’ processtuk, en adviseert ze hoe ze de inhoud, structuur en stijl kunnen verbeteren. “Ik adviseer met een korte, prikkelende inleiding te beginnen. Daarna zet je de feiten uiteen, wat meestal meer droge kost is.” Vooral belangrijk is dat advocaten zich dienstbaar opstellen, benadrukt ze. “Rechters staan onder grote tijdsdruk en worden overladen met informatie. Dan is het prettig als ze snel kunnen zien wat de kern is van een betoog en wat er van hen wordt verwacht. Die kern zit in de verandering: je wilt dat de rechter iets wel of niet doet. Je begint met de onderliggende rechtsbeginselen, de ratio achter je betoog, en zo pel je je verhaal verder af. Rechters moeten jouw verhaal als het ware copy paste in hun uitspraak kunnen overnemen.” Ongeacht het rechtsgebied waarin advocaten werken is het volgens haar dan ook essentieel dat ze zich in de lezer verplaatsen. “Dit heeft alles te maken met empathie.” Dat betekent dat advocaten zich er goed bewust van moeten zijn voor welke rechter ze hun “verhaal” schrijven. “Een feitenrechter zal een snelle oplossing nastreven en daarom de feiten snel helder willen hebben. Voor de Hoge Raad, die zich richt op rechtsontwikkeling, gelden andere eisen.”

Show, don’t tell

Het valt Rorsch op dat advocaten in hun teksten vaak stellingen ontkennen. “Ze zeggen bijvoorbeeld: ‘er is geen inbreuk gemaakt op’, of ‘mijn cliënt is niet aansprakelijk voor’. In plaats van zo’n abstracte formulering zouden ze een concretere onderbouwing moeten bieden. Vergelijk dit met show, don’t tell bij storytelling. Dat spreekt de lezer meer aan en zo vergroot je de kans dat je boodschap blijft hangen en overtuigt.”

Net als Noordhuis benadrukt Rorsch het belang van een heel bewuste woordkeuze. Ze wijst daarbij op het belang van ‘plakwoorden’: woorden die in iemands hoofd blijven plakken. “Denk aan woorden als ‘Dexia-affaire’ en ‘woekerpolis’, die meteen een negatief gevoel oproepen en daarom nuttig kunnen zijn. Als je merkt dat de ander zo’n woord kiest, is het zaak om in te grijpen en een neutraler woord te gebruiken.” Opvallend in dit verband vindt ze de woordkeuze in de pleitaantekeningen van de gemachtigde van de Stichting Urgenda, waarin het neutrale woord ‘klimaatverandering’ veel vaker voorkomt dan het minder neutrale ‘opwarming’.

Juristen kunnen hun vertel- en schrijfkunst verbeteren door veel boeken te lezen, zegt Rorsch. “Zo leer je vanuit verschillende perspectieven te kijken.” Ook Netflix-series kunnen leerzaam zijn. Zo kunnen juristen veel opsteken van Mad Men’s Don Draper, het creatieve talent in het fictieve reclamekantoor Sterling Cooper Draper Pryce in New York, eind jaren vijftig. “Hij kan overtuigen als de beste”, aldus Rorsch, die onlangs in een blog uitlegde wat procesadvocaten van Draper kunnen leren.

Storyteller bij het OM

Daan Langkamp
Daan Langkamp (Foto: Loes van der Meer)

Daan Langkamp is sinds oktober storyteller bij het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie, een baan die volgens hem vergelijkbaar is met die van bedrijfsjournalist. “Ik probeer goede verhalen binnen het OM te vinden”, zegt Langkamp, die na zijn opleiding aan de Hogeschool voor Journalistiek als redacteur bij RTL Nieuws en als verslaggever bij Omroep Gelderland werkte. Deze verhalen maakt hij voor een ieder die geïnteresseerd is in het werk van het OM, maar vooral ook voor collega‘s, voor op het intranet. “Het OM is een grote organisatie met verschillende parketten. Medewerkers zitten op verschillende locaties in het hele land en zien elkaar niet dagelijks. Door de interne verhalen weten ze toch waarmee collega’s zich bezighouden en of er nieuwe ontwikkelingen zijn.”

Vooral aan het maken van de in september gelanceerde podcasts, die sinds juni ook via Spotify te beluisteren zijn, beleeft hij veel plezier. In deze podcasts, die hij met een collega maakt, staat elke keer een ander thema centraal, zoals mensenhandel, het afpakken van crimineel vermogen en cybercrime. “In onze nieuwste podcast bespreken we met de twee officieren van justitie het onderzoek Vandros, beter bekend als de zaak Holleeder. We blikken met hen terug op hoe zij het proces ervaren hebben.” In een eerdere podcast ‘PGP-telefoons’ gaat Langkamp in gesprek met een officier van justitie over dit onder criminelen populaire communicatiemiddel, dat heel moeilijk uit te lezen is. “Zo’n onderwerp, waarbij we onderzoeken waarom het zo lastig en belangrijk is om deze telefoons te ontsleutelen, is interessant voor mensen van buiten het OM én collega’s. Zij worden geïnformeerd over behaalde successen en recente en verwachte ontwikkelingen. Hun onderzoeken kunnen daarmee geholpen zijn.”

Langkamp schrijft ook voor het e-magazine InZicht van het Landelijk Parket, dat lezers een beeld geeft van hoe het OM georganiseerde en grensoverschrijdende criminaliteit bestrijdt. “Hierin lees je succesverhalen, maar ook over wat bij het OM beter kan.” Dat Langkamp geen jurist is, ziet hij als een voordeel. “Daardoor gebruik ik weinig jargon en dat maakt mijn verhalen lekker leesbaar.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven