Strafzaak voormalig plaatsvervangend hoofdofficier gaat door

De Hoge Raad heeft de klachten van een voormalig plaatsvervangend hoofdofficier ongegrond verklaard. Dat betekent dat de strafrechtelijke procedure tegen Vincent L., verdacht in een zedenzaak, bij de rechtbank Den Haag kan worden voortgezet.

Delen:

Depositphotos_2579329_s-2019-1-b37bd3d2
Beeld: Depositphotos

De voormalig plaatsvervangend hoofdofficier van justitie van het functioneel parket probeerde verschillende malen op formele gronden vervolging te voorkomen. De uitspraak van de Hoge Raad leidt ertoe dat L. door Amsterdamse officieren kan worden vervolgd bij de Haagse rechtbank.

Eigen gerecht

L. wordt ervan verdacht dat betaalde seks te hebben gehad met een zestienjarige jongen. Hij werd in april 2017 aangehouden, evenals tien andere verdachten. Het onderzoek werd vanuit het arrondissementsparket Amsterdam geleid door Amsterdamse zaaksofficieren. In januari 2019 bepaalde de Hoge Raad dat de zaak van L. door de rechtbank Den Haag moest worden behandeld. Dit om te voorkomen dat hij door zijn ‘eigen gerecht’ in Amsterdam zou worden berecht.

Cassatie

De hoofdofficier van justitie van het OM Den Haag besloot dat de twee zaaksofficieren van het parket Amsterdam als zodanig konden blijven functioneren, maar nu als plaatsvervangend officieren onder zijn gezag. De verdachte vond die beslissing in strijd met de uitspraak van de Hoge Raad, omdat daaruit volgens hem voortvloeide dat de vervolging niet door Amsterdamse officieren van justitie kon plaatsvinden. Zijn advocaat diende daarom een bezwaarschrift in tegen de dagvaarding. De rechtbank Den Haag achtte dat bezwaarschrift gegrond en stelde de verdachte buiten vervolging. Hiertegen ging het OM in beroep. Het hof verklaarde het bezwaarschrift tegen de dagvaarding ongegrond, waarna de verdediging cassatie instelde.

Schijn van partijdige vervolging

Volgens procureur-generaal bij de Hoge Raad Jos Silvis kon de strafzaak doorgaan. Hij schreef in zijn conclusie dat een schijn van een partijdige vervolging zeker niet zonder meer aannemelijk is.
Ook de Hoge Raad is van oordeel dat de vervolging van L. bij de Haagse rechtbank kan worden voortgezet. De raadsheren hebben de cassatieklachten zonder inhoudelijke motivering afgedaan “omdat deze ongegrond zijn en geen juridisch belangrijke nieuwe vragen oproepen”, aldus de Hoge Raad.

Wanneer de zaak inhoudelijk wordt behandeld is nog niet bekend.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven