Aanleiding voor het bericht op LinkedIn is de zaak die een rechtenstudent begon bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die kreeg voor zijn masterscriptie een 7,5. Hij wilde graag een 8, dan zou hij cum laude kunnen afstuderen. De uitspraak wordt over enkele weken verwacht.
Verdrinken in zaken
“Ik kan maar niet begrijpen waarom elke student in de Raad van State een uitgebreid pleidooi mag voeren over een teleurstellend cijfer, terwijl een vreemdelingenzaak, zelfs met leven-of-doodvragen, daar vrijwel nooit op zitting komt”, schrijft advocaat vreemdelingenrecht Julien Luscuere. Om te voorkomen dat de Afdeling zou verdrinken in de zaken, kreeg zij de vrijheid om zelf te bepalen of een zitting nodig is of niet, weet Luscuere. “Sterker nog, zij mag ook bepalen of een ongegrondverklaring een motivering krijgt, of niet.”
Dunne envelop
Hij heeft het geturfd: in de afgelopen 25 jaar heeft hij zo’n 70 keer hoger beroep ingesteld namens een cliënt. Drie keer werd een cliënt uitgenodigd op een zitting aan de Kneuterdijk. “Gemiddeld houdt de hoogste bestuursrechter slechts in 2 procent van de vreemdelingenzaken een zitting. In 55 zaken kreeg ik, één tot twee jaar later, een dunne envelop terug met alleen een ‘nee’.”
Dam
Luscuere: “In plaats van als een (t)rechter fungeert de Raad van State daardoor als een dam in het kanaal van de rechtsbescherming van vreemdelingen, hun familie en werkgevers. Veel prangende juridische vragen blijven liggen. Soms kruipen zij via bezorgde lagere rechters naar het Hof van Justitie van de Europese Unie. In vier op de vijf uitspraken stelde deze Nederland in het ongelijk.”
Capaciteit
Het probleem zit ‘m volgens Luscuere in de capaciteit bij de Afdeling, ‘voor een groot deel een politieke keuze’. “Politici hebben er geen belang bij om een vreemdelingenzaak even zorgvuldig te laten beoordelen als andere bestuurszaken. Maar ze hebben er geen probleem mee om de Raad van State vanaf 2023 op te zadelen met studenten die stampen dat hun cijfer een tiende punt te laag is. Die komen snel op zitting en altijd wordt de uitspraak volledig gemotiveerd. Dat geldt ook voor een burger die klaagt over de plaatsing van een ondergrondse vuilcontainer in de buurt van zijn huis omdat deze kan rieken. Kosten noch moeite worden gespaard om de burger te horen en die uitspraak uit te leggen.” Daar is Luscuere niet op tegen, “maar het blijft vreemd en onbegrijpelijk dat veel mensen onder ons in levensbepalende zaken worden afgescheept met een dichte zittingsdeur en een leeg A4-tje.” De Groningse universitair docent Marc Wever schreef over de ‘proportionele inzet van hoger beroep in het bestuursrecht’ al eerder een blog op Nederland Rechtsstaat.
‘Geen zin in’
Jurist Caroline Raat kan zich helemaal vinden in de analyse van Luscuere. “Sommigen blijken toch gelijker dan anderen te zijn voor de Raad van State. Terwijl een hoger cijfer nu niet bepaald een mensenrecht is en dus minder prioriteit hoort te hebben.” Zij zelf heeft cliënten die in een EVRM-zaak ‘al jaaaaren’ wachten op een zitting. “Zaken van andere klanten zijn allang op zitting geweest. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de Afdeling er simpelweg ‘geen zin in heeft’. Laat ze dat dan gewoon zeggen in plaats van mij nietszeggende briefjes over drukte te sturen.”
Rechtsstaat onwaardig
Advocaat migratierecht Rukiye Deniz stelt dat zij sinds 2017 niet één keer een zitting heeft gehad. En advocaat Ellen Gelok vraagt zich af “wie er eigenlijk beslist dat er vier keer zoveel staatsraden zijn voor zaken over vuilcontainers dan staatsraden voor vreemdelingenzaken? Dit stelsel is een rechtsstaat onwaardig”.