Burgers en professionals die bij de rechtbank of het gerechtshof komen, zijn over het algemeen tevreden over het functioneren van de rechter. Minder tevreden zijn zij over de tijd die rechtbanken en hoven nodig hebben om zaken af te doen. Dat blijkt uit een landelijk klantwaarderingsonderzoek bij de Rechtspraak.
Het onderzoek vond plaats onder 4600 advocaten, officieren van justitie, vertegenwoordigers van overheidsorganen en 2400 justitiabelen. Het is de eerste keer dat alle rechtbanken en hoven tegelijkertijd aan het onderzoek meededen. De Hoge Raad en de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State vielen buiten het bereik van het onderzoek.
Algemene tevredenheid
Een grote meerderheid van de rechtzoekenden is tevreden over de Rechtspraak. 73 procent van de professionals en 81 procent van de burgers en bedrijven zegt tevreden tot zeer tevreden te zijn over het functioneren van de gerechten. De kern van de Rechtspraak, het rechterlijk functioneren, krijgt een hoge waardering. De rechter wordt onafhankelijk en deskundig geacht. Ook onderwerpen als de uitspraak en uitleg van de vervolgprocedure worden (zeer) positief beoordeeld.
Doorlooptijden
Kritiek is er ook. Slechts 46 procent van de professionals en 55 procent van de rechtzoekenden is tevreden over de doorlooptijden. Ook is er minder waardering voor de faciliteiten en de privacy in de wachtruimte, al geven respondenten aan deze aspecten minder belangrijk te vinden. Overigens ontkomen bezoekers van gerechtsgebouwen er niet aan enig ongemak te ervaren. Zo is bijvoorbeeld een veiligheidscontrole tegenwoordig een standaardprocedure. Opvallend is dat met name advocaten en deurwaarders het minst positief zijn over de Rechtspraak. De mate van tevredenheid loopt uiteen van 83% (officieren van justitie en rechtsbijstandverzekeraars) tot 70% (advocaten en deurwaarders). Advocaten zijn ook weinig te spreken over de geringe mogelijkheden om digitaal te communiceren met de rechtbanken.
Zowel professionals als justitiabelen hechten veel belang aan de doorlooptijden. Binnen de Rechtspraak is de laatste jaren daarom veel aandacht voor de verbetering van doorlooptijden geweest. De sectoren bestuur gaan dit jaar over op een nieuwe werkwijze waarbij zaken sneller op zitting kunnen worden gebracht. Ook wordt geëxperimenteerd met een korte, grotendeels digitale civiele procedure. De normen voor doorlooptijden worden eveneens herzien; de gerechten zullen inzetten op verkorting in zaken waar de schade door de lange duur het grootst is voor rechtzoekenden en maatschappij, zoals jeugdzaken.