Het hof ’s-Hertogenbosch had in de zaak New Hairstyle een beschikking gegeven. In die meervoudige kamer zaten drie raadsheren, waarvan een ‘vaste’ en twee raadsheer-plaatsvervangers. Verzoekster tot cassatie, bij monde van haar advocaat Stefan Sagel, stelde dat het hof geen beschikking had mogen geven, omdat het in strijd is met de fundamentele beginselen van behoorlijke rechtspleging als er meer dan één plaatsvervanger is. Sagel is advocaat bij De Brauw Blackstone Westbroek en hoogleraar arbeidsrecht aan de Universiteit Leiden.
Conclusie A-G
Eerder had advocaat-generaal Ruth de Bock zich in een conclusie over deze kwestie uitgelaten. Tussen ‘gewone’ rechters en plaatsvervangers bestaat een belangrijk verschil: gewone rechters en raadsheren worden ‘aangesteld’, plaatsvervangers worden door het gerechtsbestuur voor een gemiddeld aantal uren ‘aangewezen’ of – op meer of minder incidentele basis – opgeroepen.
Voor- en nadelen
Plaatsvervangers hebben zeker voordelen, aldus De Bock: zij kunnen met hun blik vanuit de praktijk bijdragen aan het voorkomen van tunnelvisie, ze kunnen als toekomstige rechters ervaring opdoen, ze brengen specialistische kennis in en ze zijn goedkoper dan ‘echte’ rechters. Maar aan de inzet van plaatsvervangers zijn ook nadelen verbonden: ze hoeven geen opleiding te volgen om benoemd te worden en ze hoeven een minder strenge selectieprocedure te doorlopen dan ‘gewone’ rechterlijke ambtenaren. Om die reden is de inzet van meer dan één plaatsvervanger volgens professionele standaarden en het kwaliteitszorgsysteem van de rechtspraak onwenselijk, zo vindt – net als advocaat Sagel – de advocaat-generaal. Echter, deze kwaliteitsnormen vormen geen recht in de zin van de Wet op de rechtelijke organisatie (artikel 79), zodat handelen in strijd daarmee niet tot cassatie kan leiden.
Protocols
Daarbij wijst De Bock wel op protocols die hoven hanteren voor de inzet van plaatsvervangers. Zo dient een meervoudige kamer in het hof Den Haag altijd te bestaan uit twee vaste raadsheren (en maximaal één plaatsvervanger). Twee plaatsvervangers is alleen toegestaan als één van beiden een oud-vaste raadsheer is. In een ander protocol staat dat er wordt gestreefd in niet meer dan 50 procent van de zaken een raadsheer-plaatsvervanger in te zetten. En: per zaak wordt niet meer dan één plaatsvervanger ingezet. In ’s-Hertogenbosch is het de bedoeling dat de inzet van raadsheer-plaatsvervangers wordt afgebouwd. Binnen hoven geldt vaak de afspraak dat een plaatsvervanger geen voorzitter van een meervoudige kamer mag zijn, maar De Bock wijst erop dat deze afspraken vaak niet op papier staan.
Geen beperkingen
De Hoge Raad volgt in de New Hairstyle-beschikking de lijn van de advocaat-generaal: de wet stelt geen beperkingen aan het aantal plaatsvervangers in een meervoudige kamer – ook al staat in de kwaliteitsnormen dat de inzet van meer dan één plaatsvervanger ‘onwenselijk’ is. Kortom: de inzet van meerdere plaatsvervangers in een meervoudige kamer is niet in strijd met de beginselen van een behoorlijke rechtspleging. Wel zouden gerechtsbesturen, zo adviseert de Hoge Raad, per zaak moeten bekijken of de inzet van meerdere plaatsvervangers daadwerkelijk wenselijk is.
Over deze kwestie schreef advocaat Margo Hengeveld onlangs een blog op de website van Dirkzwager Legal & Tax.