Zo! Daar zit je dan op een vroege maandagmorgen in de bus op weg naar Luxemburg. Met 50 IE-studenten, een enkele wetenschapper en een verdwaalde advocaat, en uiteraard de Leidse hoogleraar/advocaat Dirk Visser als reisleider. Samen met uitgever deLex had Visser het wel een goed idee gevonden studenten eens te laten zien hoe dat er nou uitzag: een middagje kissebissen op Europees niveau. Maandag 4 juni was namelijk de dag dat bij het Europees Hof van Justitie gepleit zou worden over de vraag of smaak iets is dat auteursrechtelijk te beschermen valt.
Zoals zo vaak in de wetenschap die Intellectueel Eigendom heet, ging het over zaken die alleen een heel select clubje bezighouden. De casus betreft de ene fabrikant van vieze smeerkaas (Heks’nkaas) tegen de andere fabrikant van vieze smeerkaas (Witte Wievenkaas). De een verweet de ander eerst dat de naam Wilde Wieven te veel op heksen lijkt, ergo naamsverandering in Wilde Wietzedip, vervolgens was het probleem dat partij A vond dat partij B het product zo had nagemaakt dat zelfs de smaak identiek was. Objection!
Hof Arnhem Leeuwarden
In Nederland ging het via de rechtbank naar het Hof Arnhem dat bepaalde dat de Europese rechter maar moest uitzoeken of smaak nu wel of niet beschermd kan worden. Dit tot grote opwinding van heel IE-minnend Nederland. En zo belandt Mr. op een zeer zomerse maandagmiddag in de grote zaal van het Europese Hof. Er zitten maar liefst 15 rechters én een advocaat generaal achter de tafel. En afgezien van de advocaten wordt het woord gevoerd door juristen (sommige niet eens advocaat maar wel in toga) namens Nederland, Frankrijk, Engeland en de Europese Commissie. Aan de zijkanten in 20 hokjes tolken om alles wat wordt gezegd in evenzoveel talen te vertalen. En de neutrale waarnemer maar denken: “Mensen wat kost dat allemaal”.
Namens beide fabrikanten pleitten Sven Klos (Klos cs) en Tobias Cohen Jehoram (De Brauw). De laatste hield namens de producen van de vermeende namaker een glashelder pleidooi dat er op neerkwam dat auteursrechtelijke bescherming van smaak tot volstrekt onwerkbare situaties zou leiden. Kortom: over smaak valt niet te twisten. Potsierlijk was wel een beetje dat Cohen (werkend voor het grootste en duurste kantoor van ons land) de originele maker het verwijt maakte dat deze andere producenten de markt ‘afblafte’ door de agressieve manier waarop vermeend namaak wordt aangepakt. En dat deze daardoor de vrije marktwerking verstoort.
Circus
Zijn confrère Klos zocht het in zijn pleidooi in een veel (meta)theoretische benadering. Van een ongetwijfeld zeer hoog intellectueel niveau, maar blijkens de vragen van een aantal rechters (“Nee, ik neem geen standpunt in, maar denkt u nu echt ….) niet echt overtuigend. Schrijver dezes kon er in iedere geval weinig touw aan vastknopen.
Voordat de lange terugreis weer werd aanvaard, kon er nog snel wat worden gegeten. Op de vraag waarom dit hele circus nu precies moest worden opgetuigd, kwam van de disgenoten geen duidelijk antwoord. Wellicht zijn het de pre-judiciële vragen geweest van de Amsterdamse hoogleraar en tevens rechter plv. Bernt Hugenholtz die het Europees Hof hebben getriggerd? In ieder geval hadden beide smeerkaasproducenten naar verluidt helemaal geen trek in het hele circus en gaven ze vooraf de voorkeur aan een schriftelijke behandeling. Maar dit smakelijk hapje IE-jurisprudentie liet het Hof zich niet ontglippen. (alle rechten voorbehouden, de redactie en uitgever van Mr. is niet aansprakelijk voor welke spelfout, opmerking en smakeloosheid dan ook).