Het OM startte in september 2016 een strafrechtelijk onderzoek naar een voorgenomen transactie van anderhalf miljard contante Venezolaanse bolivars (destijds omgerekend zo’n 140 miljoen euro). In de auto van een van de verdachten werd een schriftelijke verklaring op briefpapier van de notaris aangetroffen, voorzien van diens handtekening en kantoorstempel. Daarin verklaart de notaris dat hij heeft gezien dat een Nederlandse vennootschap op de datum van de verklaring anderhalf miljard bolivars in contanten in bezit had.
Filmpje
In een verhoor bij de politie verklaart de notaris dat hij de bolivars niet persoonlijk heeft gezien, maar dat een van de verdachten hem op zijn telefoon een filmpje heeft getoond waarin twee pallets met bolivars in een loods te zien waren. Het OM diende een klacht over de man in en besloot hem ook te vervolgen voor valsheid in geschrifte. Volgens de notaris mocht het OM dat niet doen, omdat beide procedures betrekking hadden op dezelfde gedraging.
Beroepsgroep in diskrediet
De notaris, die in 2018 al twee keer drie maanden was geschorst wegens andere Wwft-gerelateerde overtredingen, werd in januari 2020 door de Kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden uit het ambt ontzet. Deze ontzetting werd in een jaar later in hoger beroep door het gerechtshof Amsterdam bevestigd. Het hof rekende het de notaris zwaar aan dat hij het aanzien van zijn beroepsgroep in diskrediet heeft gebracht en het maatschappelijk vertrouwen daarin heeft beschadigd door de kernwaarden van het beroep − zorgvuldigheid, integriteit en onafhankelijkheid − ernstig te schenden.
Werkstraf passend
Volgens het hof was het niet aan de tuchtrechter om vast te stellen of het gedrag van de notaris als valsheid in geschrifte is te kwalificeren. “De tuchtrechter toetst slechts de gedraging van de notaris en onderzoekt of er sprake is van een integere beroepsuitoefening”, aldus het Openbaar Ministerie. Vandaar dat het OM de man nu hij definitief uit zijn ambt is gezet, een strafbeschikking heeft opgelegd. Het OM beoordeelt het opstellen van de brief over de bolivars als het plegen van valsheid in geschrifte en vindt een werkstraf van zestig uur passend voor de ex-notaris.