Verlof bij een combinatievonnis

Delen:

Dit is niet het moment om te pleiten voor de uitbreiding van verlof voor ter beschikking gestelden. Niet nu de heer Teeven juist bezig is om de vrijheden van zelfs voormalige tbs-ers zo veel mogelijk in te perken en levenslang toezicht op hen mogelijk te maken. Toch is het een vreemde regeling dat iemand aan wie een combinatievonnis is opgelegd, te weten een gevangenisstraf en de TBS-maatregel, niet eerder dan na twee derde van de gevangenisstraf in aanmerking komt voor verlof. Dit is zo geregeld in de Verlofregeling TBS van de Minister van Veiligheid en Justitie en er is geen enkele uitzondering mogelijk.

In het geval van oplegging van een gevangenisstraf komt een veroordeelde na twee derde van zijn gevangenisstraf in aanmerking voor een voorwaardelijke invrijheidsstelling (v.i.). Reeds vóór de v.i.-datum kan een gedetineerde in aanmerking komen voor verlof en vindt detentiefasering plaats.

In het geval van oplegging van alleen de tbs-maatregel kan de kliniek waar de betrokken ter beschikking gestelde verblijft een verlofaanvraag indienen bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Dit zal niet eerder geschieden dan nadat men van oordeel is dat verlof verantwoord is in het betreffende geval. Bij de forensisch psychiatrische centra worden richtlijnen gebruikt bij de verlofaanvraag: een eerste aanvraag voor begeleid verlof tot 12 maanden na aanvang van de tbs, voor onbegeleid verlof binnen 30 maanden en voor transmuraal verlof binnen 54 maanden. In de praktijk wordt lang niet in alle gevallen aan deze termijnen voldaan. Per geval wordt bekeken in hoeverre verlof uit het beveiligingsaspect verantwoord is. Alle verlofaanvragen worden vervolgens op inhoud beoordeeld door de daartoe ingestelde Adviescollege Verloftoetsing Tbs (Avt) die een advies uitbrengt aan de Minister. De uiteindelijke beslissing tot het al dan niet verlenen van de machtiging tot verlof wordt genomen door de Minister van Veiligheid en Justitie zelf. Bij de beoordeling van een verlofaanvraag gaat het dus altijd om maatwerk en een individuele beoordeling.

Echter als het gaat om een combinatievonnis, geldt dit niet. Hier wordt op voorhand de mogelijkheid van verlof uitgesteld tot soms vele jaren na het vonnis en de start van de behandeling. Een en ander is natuurlijk alleen van belang voor die groep ter beschikking gestelden die reeds vóór de v.i.-datum geplaatst worden in een tbs-kliniek. Die groep is inmiddels kleiner geworden als gevolg van de afschaffing van de Fokkensregeling. Waar vroeger de Fokkensregeling als uitgangspunt hanteerde dat men na een derde van de straf in aanmerking kwam voor de plaatsing in een tbs-kliniek, is dat nu slechts na twee derde van de straf mogelijk, tenzij bijzondere omstandigheden tot een eerdere plaatsing nopen. Het is de groep ter beschikking gestelden die ofwel nog onder de Fokkensregeling vielen ofwel in het kader van de nieuwe artikel 42 van de Penitentiaire Maatregel op basis van bijzondere behandelinhoudelijke gronden eerder geplaatst worden, die tussen wal en schip komen te vallen. Zij komen pas in aanmerking voor verlof na hun fictieve v.i.-datum.

Dit is in meerdere opzichten een kwalijke zaak. Allereerst strookt een dergelijke beperking niet met de bestaande mogelijkheid van gedetineerden om vóór de v.i.-datum met verlof te kunnen. Daarnaast staat het in de weg van een effectieve en efficiënte behandeling en resocialisatie. De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) heeft in dit verband meer dan eens adviezen uitgebracht aan de Minister met het dringende verzoek om de bepaling uit de het verloftoetsingskader te laten vervallen en verlof vóór de v.i.-datum niet op voorhand uit te sluiten. De RSJ geeft terecht aan dat juist door de afschaffing van de Fokkensregeling, verlof mogelijk zou moeten zijn vóór de v.i.-datum. Juist nu is het zo dat als men eerder geplaatst wordt, daar specifieke behandelinhoudelijke gronden aan ten grondslag liggen. De Minister heeft de adviezen echter niet overgenomen.

Dit is jammer. Het verlof van de ter beschikking gestelden is een belangrijk onderdeel van de behandeling. TBS beoogt een veilig terugkeer in de maatschappij. Verlof is daarbij van essentieel belang. En natuurlijk ben ik voor de veiligheid van de maatschappij en acht ik dat de belangen van de slachtoffers en nabestaanden zwaar dienen te wegen, maar daar gaat het hier niet om volgens mij. Deze belangen gelden namelijk net zo goed in het geval van gedetineerden en ter beschikking gestelden zonder een combinatievonnis. Al deze belangen worden zorgvuldig beoordeeld in het kader van de beoordeling van een verlofaanvraag. De beperking van verlof bij combinatievonnissen lijkt dan ook vooral te zijn ingegeven door de wens tot vergelding, hetgeen toch kennelijk zwaarder weegt dan het belang van behandeling en resocialisatie van de ter beschikking gestelde.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven