Verminderd verschoningsrecht voor Cohen-advocaten

Delen:

Advocaten die in dienst zijn van een onderneming, kunnen niet meer altijd aanspraak maken op het verschoningsrecht. Dat heeft het Europees Hof van Justitie vandaag bepaald. Het Hof vindt advocaat-bedrijfsjuristen niet onafhankelijk genoeg vanwege de hiërarchische relatie met hun werkgever.

In Europese mededingingskwesties mogen zij zich daarom niet meer beroepen op hun verschoningsrecht. In andere procedures blijft het beroepsgeheim onverkort overeind. Algemeen deken Jan Loorbach van de Nederlandse Orde van Advocaten noemt de uitspraak van het Hof niet onverwacht maar wel ongelukkig omdat een onderscheid wordt gemaakt tussen advocaten in dienstbetrekking en andere advocaten. Hij wijst erop dat de uitspraak heel specifiek het Europees mededingingsrecht betreft. “Maar de argumenten die worden genoemd nopen ons tot een brede discussie over de onafhankelijkheid en het verschoningsrecht van advocaten in dienstbetrekking. De Orde zal hierover in overleg treden met de eigen beroepsgroep en het ministerie van Justitie.”

Nederland kent in totaal een kleine 400 advocaten in dienstbetrekking op een beroepsgroep van 16.000 advocaten. Het betreft hier vooral advocaten die in dienst zijn van grote ondernemingen, het Rijk, provincies, gemeenten en rechtsbijstandverzekeraars.

Aanleiding voor de uitspraak van het Hof is een inval van kartelrechercheurs in 2003 bij een dochteronderneming van AkzoNobel. Bij de inval is het mailverkeer tussen Akzo-directie en de advocaat die er in dienst was, in beslag genomen. De advocaat verzette zich hiertegen en beriep zich op zijn beroepsgeheim. Het ging immers om vertrouwelijke communicatie tussen een cliënt en zijn raadsman. De Europese Commissie weigerde hieraan gehoor te geven en nam de gemaakte kopieën toch mee. Reden voor Akzo om hiertegen in beroep te gaan.

Akzo ving bot en tekende daarop hoger beroep aan bij het Hof van Justitie.

Het Hof stelde dat het beroepsgeheim voor advocaten op Europees niveau weliswaar wordt erkend, maar niet voor advocaten in dienstbetrekking. De economische afhankelijkheid en de vereenzelviging van deze advocaten met hun werkgevers, zou ze minder onafhankelijk maken dan andere advocaten.

Er bestaan wel regels om de onafhankelijkheid van advocaten in dienstbetrekking te waarborgen. Ze moeten verplicht met hun werkgever een statuut ondertekenen, waarin nadrukkelijk wordt gesteld dat de advocaat altijd in eerste instantie advocaat is, ook al heeft hij slechts één cliënt.

(Bron: Advocatenorde)

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven