Argument 1. Tegengaan van machtsmisbruik
Een argument voor een maximumtermijn is dat het machtsmisbruik beperkt. Een maximumtermijn zorgt er namelijk voor dat een bepaalde premier er maar tijdelijk kan zitten. In het geval dat die premier op een of andere manier misbruik maakt van zijn of haar positie, zal dat niet oneindig kunnen juist door de maximumtermijn. Een goed voorbeeld hiervan is de Toeslagenaffaire. Als het premierschap was beperkt tot twee termijnen, zou Mark Rutte nooit in de positie hebben gezeten waarin hij machtsmisbruik vertoonde door in ieder geval vanaf 2019 bewust te liegen tegen het Parlement over de Toeslagenaffaire. Het is juist het gebrek aan een maximumtermijn dat Rutte onaantastbaar heeft gemaakt. Na zoveel jaren aan de macht staan zonder limiet is het premierschap in meer of mindere mate gekoppeld aan Rutte als persoon. Vandaar ook dat hij nog steeds premier is, ondanks zijn directe betrokkenheid bij de Toeslagenaffaire.
Argument 2. Kloof tussen burger en politiek
Een tweede argument voor een maximumtermijn draait om de kloof tussen burger en politiek. Hoe langer een premier aanblijft, hoe dieper diegene geïntegreerd raakt in elitaire kringen. Hij of zij zal steeds frequenter in aanraking komen met bureaucraten en steeds minder met het ‘gewone volk’. Dat is slecht voor de kloof tussen burger en politiek omdat de premier het zicht op de problemen van de lagere klassen verliest en dus die kloof niet kan dichten. Vanuit deze aanname past de Toeslagenaffaire ook weer in de lijn der verwachtingen. De slachtoffers van de affaire waren voornamelijk mensen van de lagere klasse. Juist de klasse waar de heer Rutte ver vanaf staat.
Een maximumtermijn zou deze vervreemding tegengaan op twee manieren. Ten eerste door een tijdslimiet te stellen aan hoe geïntegreerd de premier kan raken: als een premier ongelimiteerd regeert, zal diegene extra jaren aan mogelijkheden hebben om geïntegreerd te raken in elitaire kringen ten opzichte van als die premier maar acht jaar kan regeren. Ten tweede zorgt een maximumtermijn voor doorgang: nadat de maximumtermijn is verstreken, zal er een nieuwe premier aantreden die weer vanaf nul begint en zich nog moet verweven in elitaire kringen.
Argument 3. Democratische zelfcorrectie
Toch staat niet iedereen achter een maximumtermijn. Rechtsfilosoof Bastiaan Rijpkema noemt het een zwaktebod. Volgens hem moet het antwoord gezocht worden bij de kiezers en het Parlement. Kiezers hebben namelijk de macht om de premier die machtsmisbruik vertoont af te straffen door niet op de partij van diegene te stemmen.
Het probleem van dit argument is dat Rijpkema niet in acht neemt dat de kiezer slechts één stem heeft, maar wel over zoveel verschillende dingen moet stemmen. Wat nou als je ideologisch heel erg in de buurt van de partij van de premier staat, maar het niet eens bent met de premier? Zou je dan maar op een andere partij moeten stemmen waar je het daarentegen niet ideologisch mee eens bent? Bovendien stemt de kiezer niet op een premier maar op een partij die vervolgens een coalitie vormt. Dat betekent dus ook dat de premier die jij dacht weg te stemmen gewoon kan aanblijven zolang de nieuwe coalitie diegene weer aandraagt.
Wat betreft de rol van het Parlement stelt Rijpkema dat het Parlement het recht heeft om een grens te trekken. Hij noemt geen specifieke voorbeelden maar zelf dacht ik aan een motie van wantrouwen. Ook hier loert er echter een coalitieprobleem. Alhoewel Kamerleden de jure stemmen zonder last, is dat de facto niet zo. Kamerleden van dezelfde partij als de premier hebben namelijk te maken met druk vanuit hun fractie die het Kamerlid dat de premier wegstemt eruit zal zetten. Kamerleden van andere coalitiepartijen zullen ook de druk voelen om niet tegen de premier te stemmen want dat betekent hoogstwaarschijnlijk een einde van de coalitie of minimaal een vrijbrief voor de partij van de premier om bewindspersonen van de andere coalitiepartijen ook weg te mogen stemmen. Van de kiezer of het Parlement moet men het dus niet verwachten, er is wetgeving nodig die een maximumtermijn vaststelt.
Argument 4. Wat voor termijn?
Niet iedere maximumtermijn werkt uiteraard even effectief. Zo zal een maximumtermijn van dertig jaar weinig effectief zijn omdat er weinig bewindspersonen zijn die überhaupt zo lang in de politiek actief blijven. De vraag is dus wat een acceptabele maximumtermijn is. Daarbij kan worden gekozen voor een beperkt aantal keer dat iemand mag worden benoemd, bijvoorbeeld een maximum van twee benoemingen tot premier. Dit lijkt mij echter onwenselijk omdat het tot een situatie kan leiden dat een premier maar vijf jaar kan blijven zitten omdat het eerste kabinet al binnen een jaar is gevallen.
Ik stel daarom een termijn van maximaal acht jaar voor. Zo een termijn doet recht aan het vierjarige karakter van Tweede Kamerverkiezingen in de zin dat een premier maar maximaal twee volle Tweede Kamerverkiezingen premier kan zijn. Bovendien doet een termijn van acht jaar ook recht aan het risico dat een kabinet eerder kan vallen. De premier kan dan over meerdere, kortere Tweede Kamerverkiezingen blijven zitten maar nooit meer dan wat het geval zou zijn als er twee vierjarige Tweede Kamerverkiezingen zouden zijn.