Het mag wel een unicum genoemd worden dat vier delen van het (al dan niet voormalig) West-Indisch deel van het Koninkrijk binnen een tijdsbestek van vierenhalve maand een nieuwe regering kregen: Nederland, Curacao, Suriname en Sint Maarten.
Grote gelijkenissen
In Nederland komt er een rechts populistische regering, een regering van VVD en CDA (rechts) gesteund door de rechts-populistische PVV van Geert Wilders. Geert Wilders zelf wordt strafrechtelijk vervolgd in verband met – kort samengevat – discriminatoire uitlatingen.
Op Curacao is er op 10-10-10 een links populistische regering aan de macht gekomen. Deze bestaat uit de Poble Suberiano van (de nieuwe premier) Gerrit Schotte, de zeer populistische partij van Wiels, en de MAN, de partij van Don Martina die qua klimaat wel erg ver af is gedwaald van de vroegere alom populaire en zeer kundige leider, wellicht de enige persoon die het in zich had de Antillen als zodanig een eigen vorm te geven.
In Suriname is Bouterse aan de macht gekomen als president, steunend op een coalitie. De nieuwe president is in Nederland voor een drugszaak onherroepelijk veroordeeld. Zolang hij president is kan die straf, in verband met zijn immuniteit, niet worden uitgevoerd. In Suriname loopt er – al enige jaren – een strafzaak tegen hem vanwege zijn aandeel in de decembermoorden van 1982. Deze zal tijdens zijn presidentschap worden voortgezet (alhoewel net is aangekondigd dat de beveiliging van de met die strafzaak belaste rechters zal worden teruggebracht). Maar na een eventuele veroordeling zou de nieuwe president zichzelf gratie kunnen geven. Ook coalitie-partner Brunswijk is al eens strafrechtelijk veroordeeld. Een crimineel populistische regering?
Op Sint Maarten is de nieuwe regering – op het moment dat ik dit schrijf – nog niet definitief gevormd. Maar het ziet ernaar uit dat er een coalitie-regering tot stand komt van DP-leider Sarah Wescott en de eerder uit haar partij getreden Theo Heyligers, de kleinzoon van St. Maarten godfather Claude Wathey, aan wie hij ook een deel van zijn (grote) populariteit dankt.
De gelijkenis tussen de beschreven gevallen is dat er in alle gevallen sprake is van een opmerkelijke regeringswissel: de vorige regering is uit het zadel gewipt. In vrijwel alle gevallen gebeurt dat met een beroep op de volkswil, die zich keert tegen het politieke establishment: populistische regeringen.
Opvallend is dat ten minste binnen twee regeringen cruciale personen binnen de nieuwe combinaties (Wilders en Bouterse) gewikkeld zijn of zijn geweest in – toegegeven naar hun aard heel verschillende – strafzaken).
En voor wat het nog bestaande Koninkrijk betreft is een derde gelijkenis dat zowel de PVV van Wilders als de partij van Wiels op Curacao van de Koninkrijkbanden af willen, ondanks de meer dan 100.000 Antillianen die in Nederland wonen.
Voor de relatie Nederland-Suriname geldt dat de nieuwe president van Suriname te kennen heeft gegeven van iedere bijzondere band met Nederland af te willen. Die met Brazilië is veel belangrijker. De Nederlandse ambassadeur was niet echt welkom op zijn inauguratie als president. Dat ondanks het feit dat meer dan 100.000 inwoners van Nederland van Surinaamse afkomst zijn.
Wat is er nog over van de Koninkrijksgedachte?
De nieuwe regeringen zouden er – in de gegeven omstandigheden – alles aan moeten doen om de verhoudingen tussen zowel de oud-Koninkrijkdelen als tussen de (nog steeds) bestaande Koninkrijkdelen gezond en werkbaar te houden.
Het is zeer de vraag of zij daartoe in staat zijn.
En – als dat al het geval is – daartoe bereid.