Het WODC komt tot zijn advies door de conclusies van tal van verschillende onderzoeken uit binnen- en buitenland rondom werkstraffen, korte gevangenisstraffen en strafalternatieven te combineren. Daaruit blijkt structureel dat vrijheidsstraffen korter dan drie maanden ‘weinig effectief’ zijn.
“Korte vrijheidsstraffen helpen niet om herhaling van crimineel gedrag te voorkomen. Zo blijkt uit meer dan vijf Nederlandse onderzoeken en ook uit veel internationaal onderzoek dat er na een korte vrijheidsstraf juist een grotere kans is op recidive in vergelijking met boetes, taakstraffen of voorwaardelijke straffen.”
Ramkoers
De timing van het advies van het WODC is allerminst toevallig: staatssecretaris Ingrid Coenradie (PVV) van Justitie en Veiligheid ligt momenteel onder vuur vanwege haar plan om gedetineerden twee weken eerder vrij te laten. Dit om de capaciteitsproblemen in het gevangeniswezen – er zijn te weinig vrije cellen, maar vooral te weinig personeel – het hoofd te kunnen bieden.
Coenradie staat naar eigen zeggen “met haar rug tegen de muur” en ziet geen andere opties meer, maar ligt vanwege de plannen niettemin op ramkoers met haar eigen coalitie. Onder meer coalitiepartijen BBB en haar eigen PVV zijn fel tegenstander van het plan. Zij vinden dat veroordeelden te allen tijde hun volledige gevangenisstraf moeten uitzitten.
Politieke beren
Het WODC is ook niet enthousiast over de plannen van Coenradie, maar om volstrekt andere redenen: “Op korte termijn maakt dit ruimte voor andere gevangenen, maar het zorgt er ook voor dat het aantal gevangenen hoog blijft en er meer druk komt op de gevangeniscapaciteit. Er is dan ook zo snel mogelijk een echte oplossing nodig.”
Die echte oplossing moet volgens de onderzoekers worden gezocht in het veel vaker opleggen van alternatieve straffen in plaats van een korte gevangenisstraf. Zij zien tegelijkertijd veel politieke beren op de weg: “Bij politici heerst al langere tijd het beeld dat zulke alternatieven te ‘soft’ zijn en weinig voldoening geven aan slachtoffers en samenleving. Terwijl uit internationaal onderzoek blijkt dat taakstraffen of voorwaardelijke straffen door de gestrafte personen als even zwaar worden ervaren als korte vrijheidsstraffen. Daders voelen zich dus wel gestraft met een taakstraf of voorwaardelijke straf en gaan bovendien na zo’n straf minder vaak opnieuw over tot crimineel gedrag.”
Verjaring
Het WODC is niet de eerste organisatie die pleit voor minder korte vrijheidsstraffen en meer alternatieve straffen. Begin maart deed ook de Reclassering in een brief aan de Tweede Kamer al diverse voorstellen om de capaciteitsproblemen in het gevangeniswezen te lijf te kunnen gaan. De vervangende taakstraf, in plaats van vervangende hechtenis, bij onbetaalde boetes is er daar één van.
De Reclassering pleit er bovendien voor om alle gevangenisstraffen korter dan vier weken om te zetten in werkstraffen. Dit om het risico op verjaring tegen te gaan, zo valt te lezen in de desbetreffende brief: “Er is inmiddels een grote voorraad veroordeelden die thuis wachten tot ze hun gevangenisstraf uit kunnen zitten. De tijd die tussen het delict, de veroordeling en de straf zit, neemt alsmaar toe. Het risico op verjaring wordt steeds groter.”
Johan Bac, directeur van Reclassering Nederland, zei daar aanvullend over: “Hiermee voorkomen we dat veroordeelden straffeloos blijven en verrichten zij nuttig werk. En zo komt er weer ruimte voor mensen die langer naar de gevangenis moeten of voor verdachten van nieuwe strafzaken.”
Huisarrest
Ondertussen ligt er ook nog een burgerinitiatiefwetsvoorstel van diverse hoogleraren en andere experts over de inzet van elektronische detentie als vervanging van korte vrijheidsstraffen bij de Tweede Kamer. Onder hen is Jacques Claessen, bijzonder hoogleraar herstelrecht en universitair hoofddocent straf(proces)recht aan de Universiteit Maastricht, die in de zomer van 2024 bij wijze van experiment een week lang een enkelband droeg en in huisarrest ging, om zijn eigen wetsvoorstel te ervaren. Het leverde hem destijds de eer van ‘Mr. van de week’ op.
“Vanuit de wetenschap kunnen we erop wijzen dat onderzoek laat zien dat de recidive na kortdurende detentie ongeveer 50% hoger ligt dan na een taakstraf of elektronische detentie”, zei Claessen destijds over het vervangen van korte vrijheidsstraffen door alternatieven. “Ook liggen de kosten van opsluiting veel hoger. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat veel slachtoffers primair willen dat voorkomen wordt dat de dader opnieuw in de fout gaat, kortom: zij willen preventie.”