Van alle gedetineerden in Nederland zit 85 procent korter dan zes maanden vast. Na detentie zijn de recidivecijfers hoog, en de kosten van detentie ook. Verder wordt een gevangenisstraf als weinig zinvol gezien, ook niet voor de slachtoffers en de samenleving. Gezien de korte duur van veel gevangenisstraffen kan de detentie ook nauwelijks zinvol en betekenisvol worden gemaakt. Er moet dus ‘slimmer’ worden gestraft. Ook de Tweede Kamer is daarmee bezig. Zo nam het parlement in 2022 nog een motie aan, die het kabinet oproept om alternatieven voor kortdurende gevangenisstraffen uit te werken.
Burgerinitiatiefwetsvoorstel
Een samenwerkingsverband onder leiding van de Universiteit Maastricht en Restorative Justice Nederland komt nu met een ‘burgerinitiatiefwetsvoorstel’, dat vandaag aan de vaste Kamercommissie voor Justitie & Veiligheid en de minister voor Rechtsbescherming wordt overhandigd. Daarin pleiten strafrechtjuristen en criminologen voor opname van elektronische detentie als mogelijke straf in het Wetboek van Strafrecht, om zo het opleggen van korte gevangenisstraffen in Nederland verder terug te dringen. Ook stellen zij voor om een vervangende taakstraf en vervangende elektronische detentie in te voeren. “Mensen in het strafrecht vragen al enige tijd om meer en andere sanctiemogelijkheden; dit wetsvoorstel biedt die ruimte”, zegt criminoloog Gert Jan Slump, verbonden aan Restorative Justice Nederland
Elektronische detentie
Een van de belangrijkste wijzigingen die het initiatiefwetsvoorstel bepleit is de invoering van elektronische detentie als alternatief voor vrijheidsstraffen tot en met zes maanden. Nederland is een van de weinige landen in Europa dat deze strafrechtelijke sanctie nog niet kent. Elektronische detentie leidt tot lagere recidivecijfers en ook de kosten ervan zijn lager, zegt Jacques Claessen, hoogleraar Herstelrecht en universitair hoofddocent straf(proces)recht aan de Universiteit Maastricht. “Bovendien kun je in het kader van elektronische detentie makkelijker en beter werk maken van resocialisatie en de inzet van herstelrecht, simpelweg omdat een veroordeelde meer deel blijft uitmaken van de samenleving. Dit alles geldt ook voor de taakstraf: minder recidive, minder kosten, meer resocialisatie- en herstelgerichte mogelijkheden. Om al deze redenen pleiten wij in ons voorstel tevens voor een vervangende taakstraf en vervangende elektronische detentie, wanneer mensen bijvoorbeeld een geldboete niet betalen of hun taakstraf niet uitvoeren. Met deze alternatieven kan de wetgever daadwerkelijk handen en voeten geven aan ‘slimmer straffen’.”
Het burgerinitiatiefwetsvoorstel Herijking en verrijking van het strafrechtelijke sanctiestelsel met het oog op het terugdringen van de korte vrijheidsstraf wordt dinsdag 3 oktober, om 13.15 uur, aangeboden in de centrale hal van de Tweede Kamer te Den Haag.