Het wordt tijd dat de commerciële en sociale advocatuur elkaars kwaliteiten erkennen en verder kijken dan het eigen kantoor. Dan pas kan de gesubsidieerde rechtsbijstand toegankelijk worden gehouden. Dat betoogt Michiel van Berckel Smit, directeur van OSR Juridische Opleidingen in een opiniestuk dat vandaag op Mr-online is gepubliceerd.
Van Berckel Smit staat een ware paradigmaverschuiving voor ogen, want het debat over de betaalbaarheid van de gesubsidieerde rechtsbijstand zit muurvast. De sociale advocatuur wordt onderbetaald en de overheid maakt geen extra geld vrij. Als commerciële advocaten ook pro-deozaken doen is dat wel een gewetensvolle handreiking, maar dat gaat ook ten koste van het werk van de sociale advocaat – nóg minder inkomen.
Een antwoord ligt volgens Van Berckel Smit in een efficiëntere bedrijfsvoering van de sociale advocatuur. Ook sociale kantoren zullen innovatie en business development moeten omarmen. Hier hebben commerciële kantoren kansen voor zichzelf weten te creëren, en de sociale advocatuur kan op dit terrein wat coaching gebruiken. Van Berckel Smit rekent op deze ‘handreiking’ van de commerciële advocatuur.
Daar heeft de commerciële advocatuur ook zelf baat bij, denkt hij. Uit ervaring weet hij dat advocaat-stagiairs van Zuidas-kantoren zich regelmatig meldden om de benodigde ervaring in het sociaal recht op te doen. Dat heeft hen tot betere advocaten gemaakt, betoogt Van Berckel Smit.
“De oplossing voor het toegankelijk houden van de gesubsidieerde bijstand begint dan ook bij de oprechte erkenning dat beide sectoren elkaars kwaliteiten erkennen en verder kijken dan het eigen kantoor. Dat vergt wellicht enige wilskracht en open-mindedness, maar ik ben ervan overtuigd dat het resultaat voor beide partijen de moeite waard zal blijken.”
