Raad van State stelt prejudiciële vragen over derdelanders aan Europees Hof

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft prejudiciële vragen over de rechten van zogeheten ‘derdelanders’ uit Oekraïne gesteld aan het Europees Hof van Justitie in Luxemburg. Eerder stelde de rechtbank Amsterdam ook al soortgelijke vragen aan het Europees Hof.

Delen:

Foto: Depositphotos

Onderwerp van de prejudiciële vragen is de status van derdelanders die ten tijde van het uitbreken van de oorlog in Oekraïne tijdelijk in dat land verbleven. Een deel van hen vluchtte toen naar Nederland. In eerste instantie kregen zij hier dezelfde bescherming als Oekraïense staatsburgers, maar staatssecretaris Van der Burg van Justitie en Veiligheid besloot in de zomer van 2022 geen tijdelijke bescherming meer te verlenen aan derdelanders met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne.

Het gevolg daarvan is dat hun recht om in Nederland te verblijven begin maart van dit jaar formeel eindigde, terwijl de bescherming voor Oekraïense staatsburgers is verlengd tot maart 2025. Derdelanders moesten uiterlijk begin april Nederland verlaten. Velen van hen legden zich hier echter niet bij neer en spanden rechtszaken aan, waarin Nederlandse rechtbanken dikwijls verschillend oordeelden.

Voorlopig oordeel

Begin april van dit jaar oordeelde de Afdeling dat derdelanders in afwachting van antwoorden vanuit Europa voorlopig toch in Nederland mogen blijven. Dat was opvallend, omdat de Afdeling eerder nog had geoordeeld dat het recht op bescherming voor derdelanders van rechtswege zou eindigen, aangezien de staatssecretaris hen in 2022 had uitgesloten in de Richtlijn Tijdelijke Bescherming.

Om tot definitieve duidelijkheid te komen, stelt de Raad van State nu dus prejudiciële vragen aan het Europees Hof. De verdere behandeling van zaken die door derdelanders zijn aangespannen, is daarom voorlopig geschorst. Aan het Hof is gevraagd zo snel mogelijk met een antwoord te komen, aangezien een antwoord na maart 2025 niet langer relevant is.

Rechtbank Amsterdam

In een eerder stadium stelde ook de rechtbank Amsterdam reeds een drietal prejudiciële vragen aan het Europees Hof over de derdelanders. Daarin vraagt de rechtbank hoe de Richtlijn Tijdelijke Bescherming moet worden geïnterpreteerd. Dit omdat rechtbanken in Haarlem, Roermond en Den Bosch elk anders oordeelden in vergelijkbare zaken.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven