Het is niet noodzakelijk om altijd een advocaat aanwezig te hebben bij politieverhoren van opgepakte verdachten. Maar een verdachte van een misdrijf moet van tevoren wel de gelegenheid hebben gehad om met een advocaat te overleggen. Dat stelt G. Knigge, adviseur van de Hoge Raad, in een advies dat dinsdag openbaar is gemaakt.
Knigge reageert hiermee op twee uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg van afgelopen najaar. Volgens Knigge zijn die uitspraken niet zo stellig dat altijd bij alle verhoren een advocaat aanwezig moet zijn. Het is wel nodig dat de Hoge Raad zich snel uitspreekt over wat er allemaal geregeld moet worden om aan de rechtspraak van het EHRM te voldoen, vindt hij. De wet moet daarnaast ook nog veranderd worden om te zorgen dat een verdachte direct na zijn aanhouding al toegang kan krijgen tot een advocaat. "Over de consequenties van de uitspraak bestaat grote onzekerheid”, zegt Knigge. De adviseur van de Hoge Raad stelt een aantal eisen voor waaraan de politie zich moet houden opdat verklaringen van verdachten als bewijs kunnen worden gebruikt. De politie moet een arrestant er bijvoorbeeld nadrukkelijk op wijzen dat hij het recht heeft om een raadsman te laten komen. Verder moeten de autoriteiten ervoor zorgen dat een verdachte een advocaat kan spreken. Gebeurt dat niet, dan bestaat de kans dat een rechter verklaringen links laat liggen, omdat de belangen van de verdachte zijn geschaad.
Knigge erkent dat de situatie momenteel niet ideaal is, doordat politie, justitie en rechtspraak zijn overvallen door de uitspraak van het EHRM. "Het is dus voorlopig een kwestie van behelpen.” Minister Ernst Hirsch Ballin van Justitie heeft de Tweede Kamer toegezegd dat hij voor Pasen laat weten welke gevolgen de uitspraak heeft voor de praktijk in Nederland.
{mosgoogle}
{mosmodule module=Laatste nieuws}
