Advocaten bezorgd over leugens politie

Agenten die vijf leugens opschreven in een ambtsedig proces-verbaal: het was voor rechtbank Midden-Nederland aanleiding om de verdachte vrij te spreken van het bezit en vervoer van ruim 3 kilogram cocaïne. Strafrechtadvocaten zien in de leugens van de politie een aanwijzing dat processen-verbaal lang niet zo waarheidsgetrouw zijn als rechters en officieren soms veronderstellen.

Delen:

Advocaten bezorgd over leugens politie
Foto: Depositphotos

Advocaat Juriaan de Vries (Ficq & Partners) ziet een trend: “Niet naar waarheid verklaren in processen-verbaal is niet meer slechts een incident,” schrijft hij op Twitter. “Het wordt tijd dat hier meer aandacht voor komt en dat de maatschappij onderkent dat de zelfstandige bewijswaarde van een ambtsedig proces-verbaal z’n beste tijd zou kunnen hebben gehad.” In een andere tweet meldt hij: “Dit is ernstig. De politie liegt op cruciale onderdelen in een proces-verbaal. Het gebeurt niet voor de eerste keer.”

Volgens De Vries is de handelwijze van de politie het resultaat van het legitimeren van het dynamisch controleren en het jarenlang stelselmatig niet afstraffen van (vergelijkbare) vormverzuimen. “Uiteindelijk krijgt iedere Hoge Raad het politieapparaat dat hij verdient.”

Databank aanleggen

Zijn collega Jan Vlug (Vlug Huisman Maarsingh Strafpleiters) vindt dat het tijd wordt om een databank aan te leggen met vonnissen over valse processen-verbaal. “Het is echt de bijl aan de wortel van een eerlijk strafproces gelet op de waarde die de rechter hecht aan een proces-verbaal op ambtseed,” twittert hij.

De Amsterdams strafrechtadvocaat Kerem Canatan (Meijers Canatan Advocaten) concludeert dat ambtsedige processen-verbaal niet altijd de vertrouwen zijn. “Helaas is er bijna altijd beeld- of audiomateriaal voor nodig om dat aan te tonen. Maar tot (straf)ontslag van de verbalisanten leidt het zelden.”

En Bas Janssen (strafrechtadvocaat in Maastricht) vindt: “Bewust liegen en bedriegen door politiemensen, maar nog altijd geen niet-ontvankelijkheid? We zijn in Nederland écht van het padje, hoor. Bij dit soort vaststellingen past maar één sanctie: het verval van het recht om die persoon te vervolgen.”

Aan de kant gezet

De strafzaak draait om een 34-jarige man die op 17 juni 2020 op de A6 bij Almere met zijn auto door agenten aan de kant wordt gezet. In het proces-verbaal van de politie staat dat de bestuurder werd gecontroleerd omdat hij een telefoon in zijn hand had. Een agent vroeg naar zijn rijbewijs en later naar een ander legitimatiebewijs. Omdat hij niets bij zich had, gaf hij zijn persoonlijke gegevens. Vervolgens werd aan de man medegedeeld dat zijn auto doorzocht zou worden om zo zijn identiteit vast te kunnen stellen. In het proces-verbaal is te lezen dat de man zei dat dat prima was. Een agent opende het dashboardkastje en keek in een tas die naar eigen zeggen open was. Hij zag drie pakken met ‘iets wits’. Hij vertelde de man eerst dat hij geen antwoord hoefde te geven op vragen en vroeg daarna wat er in de tas zat. Die zei dat het Surinaams bakmeel was. Agenten doorzochten daarna ook de rest van de auto.

Politievlogger

Als de man vastzit, op verdenking van het in bezit hebben en vervoeren van grote hoeveelheden drugs, blijkt dat er een filmpje is van zijn staandehouding. De beelden zijn gemaakt door een politievlogger en zijn daarna op YouTube geplaatst. In het proces verbaal staat niets over dit filmpje. Op zitting constateert de rechtbank dat het proces-verbaal op een aantal cruciale punten niet overeenkomt met de camerabeelden. Zo is te zien dat de agenten de man niet naar zijn naam vragen en zonder toestemming in het dashboardkastje en in de plastic tas kijken. Ook is de cautie, de mededeling dat een verdachte het recht heeft om te zwijgen, niet op tijd gegeven. Verder laten de beelden zien dat een agent de tas eerst naar zich toetrekt en daarna openmaakt. Terwijl in het proces verbaal staat dat de tas al open was.

Zonder toestemming

Gelet op dit alles concludeert de rechtbank dat er vormfouten zijn gemaakt. Het openen en doorzoeken van het dashboardkastje en het openvouwen en kijken in de plastic tas was niet nodig om achter de identiteit van de man te komen. Bovendien gebeurde het zonder toestemming. Daarnaast was er geen duidelijke reden om de rest van de auto te doorzoeken. Het vormverzuim maakt dat het politieonderzoek in strijd is met artikel 6 (recht op een eerlijk proces) en 8 (recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer) van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Al met al betekent dit dat alle in de auto aangetroffen stoffen en voorwerpen niet als bewijs gebruikt mogen worden. Hierdoor is er geen bewijs voor het tenlastegelegde.

De rechtbank is het met de officier van justitie eens dat de man daarom vrijgesproken moet worden.

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven