De Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) verhoogt de salarissen doorgaans op basis van de Consumentenprijsindex (CPI) van oktober van het voorafgaande jaar. In oktober dit jaar was de CPI in Nederland 14,3 procent.
De Algemene Raad van de NOvA wil dit matigen tot 10 procent, maar dat is voor een groot aantal leden van het College van Afgevaardigden (CvA) nog veel te hoog. Ze zijn bang voor een olievlekwerking: als advocaat-stagiairs horen dat het NOvA-personeel er 10 procent bij krijgt, zullen ze ook zo’n loonsverhoging of meer eisen, is de vrees die breed leeft binnen het CvA. De lokale advocatenorden, die de vergoeding voor stagiairs vaststellen, baseren zich daarbij ook op de CPI.
Gecompenseerd
CvA-lid Jaap de Jonge (fractie Zeeland-West-Brabant) is bezorgd over de loonstijging, die naar zijn mening van invloed is op de verwachtingen van stagiairs. “Advocatenkantoren kunnen tarieven niet navenant verhogen,” stelde De Jonge. “Dit weegt vooral voor kleine kantoren zwaar.”
En CvA-lid Ben Beelaard (fractie Den Haag) vroeg zich af: “Voor de stijging van de energiekosten word je al gecompenseerd. Dus waarom hanteren we geen CPI waarin de stijging van de energieprijzen niet is verdisconteerd?” Volgens Beelaard is er veel onrust onder advocatenkantoren. “De NOvA heeft een voorbeeldfunctie,” meent hij.
Namens de Algemene Raad zei Susan Kaak dat voor de 10 procent is gekozen vanuit goed werkgeverschap. Ze voerde ook aan dat de loonsverhoging is afgestemd met de financiële commissie van de NOvA en een delegatie van het CvA.
Toeslag
Veel CvA-leden waren niet overtuigd. Ze wezen op voorspellingen over dalende energiekosten volgend jaar, en dat het dan moeilijk zal zijn om de loonsverhoging terug te draaien. “Waarom kiezen jullie niet voor een vaste loonsverhoging van 6 procent en een tijdelijke toeslag van 4 procent,” vroeg CvA-lid Kees van der Meent (fractie Amsterdam) aan de Algemene Raad. “Dan hebben jullie speelruimte.”
Kaak wilde aanvankelijk niet van wijken weten en wees erop dat er haast is met het goedkeuren van de begroting. Uiteindelijk werd er een compromis bereikt: vóór 1 januari 2023 gaan de Algemene Raad en een vertegenwoordiging van het CvA in overleg over de precieze invulling van de loonsverhoging.